-

Verwijderingsrecht niet bedoeld om nieuws onvindbaar te maken

Opnieuw mocht de Nederlandse rechter zich uitlaten over de gevolgen van het Google Spain (Consteja) arrest. Het arrest waarin het Hof van Justitie een verwijderingsrecht introduceerde. Na de zomer van 2014 bleek al dat de Nederlandse rechter niet bereid was een veroordeelde crimineel van deze uitspraak te laten profiteren. En een dezer dagen werd bevestigd dat het verwijderingsrecht ook niet bedoeld is om onwelgevallige pers onvindbaar te maken. Een welkome aanscherping van het Consteja-arrest, omdat het Hof van Justitie ten onrechte nalaat dit te vermelden.

De voorzieningenrechter Amsterdam mocht het Consteja-arrest opnieuw toepassen omdat Google weigerde links naar nieuwsberichten over een KPMG-partner te verwijderen. De man in kwestie had ruzie gekregen met zijn aannemer en woonde (mede) daardoor vrij lang in een container op zijn landgoed. De KMPG-partner weigerde namelijk de rekening te betalen, waarop de aannemer de sloten verving.

Na berichtgeving in de Telegraaf pakten verschillende media het verhaal op. De affaire stond volgens sommigen symbool voor de cultuur binnen grote accountantskantoren. De KPMG-partner was – begrijpelijk – niet blij dat zijn privébeslommeringen in de pers kwamen en dacht op basis van het Consteja-arrest hier een einde aan te kunnen maken.

Wanneer verwijderen?

In zijn vonnis herhaalt de rechter de criteria die het Hof van Justitie formuleerde voor de afweging of Google zoekresultaten moet verwijderen: ‘Ingevolge het Costeja-arrest [is] van belang of de verkregen informatie, gelet op het geheel van de omstandigheden van het geval, ontoereikend, niet of niet meer ter zake dienend (irrelevant) of bovenmatig is ten aanzien van het doel van de betrokken verwerking door Google Inc.’

De vraag die vervolgens voorligt is of de zoekresultaten onder deze omstandigheden inderdaad irrelevant zijn. Het gaat dus niet om de artikelen zelf: ‘Bij de toepassing van het zogenoemde ‘verwijderingsrecht’ gaat het vooral om – kort gezegd – de relevantie van de gevonden zoekresultaten, en niet zozeer om de vraag of de inhoud van (in dit geval) de gevonden artikelen zelf ontoereikend, irrelevant of bovenmatig is’.

De KPMG-partner meende dat de ‘containerkwestie’ niet langer relevant is. Het betrof volgens hem een privézaak die al tweeënhalf jaar oud was.

Voordat de voorzieningenrechter aan beoordeling van deze stelling toekomt, benadrukt zij dat het verwijderen van zoekresultaten niet misbruikt mag worden om nieuwsartikelen onvindbaar te maken: ‘Het [verwijderingsrecht] is evenmin bedoeld om onwelgevallige maar niet onrechtmatige artikelen via de omweg van een verwijderingsverzoek aan een zoekmachine-exploitant aan het zicht van het publiek te onttrekken.

Containeraffaire is nog steeds relevant

De voorzieningenrechter concludeert dat de zoekresultaten op dit moment niet irrelevant zijn. Een belangrijke indicatie voor de relevantie is het feit dat de affaire tot vorig jaar nog in de pers was. Wat betreft de duur van de relevantie vindt de rechter dat de vergelijking met Consteja niet opgaat. De aankondiging waarin Consteja’s naam genoemd werd dateerde van zestien jaar geleden.

In de toekomst zouden de zoekresultaten over de ‘containerkwestie’ overigens wel irrelevant kunnen zijn: ‘Wat betreft de relevantie in tijd is de vraag wanneer een zoekresultaat recent kan worden geacht. Google Inc heeft aangevoerd dat zij na onderzoek heeft geconcludeerd dat de zoekresultaten in ieder geval op dit moment nog als recent worden aangemerkt nu zij zijn verschenen in de periode 2012-2014, maar dat dat wellicht over een aantal jaren anders zal zijn. De voorzieningenrechter volgt het standpunt van Google Inc daarin’.

Belang van deze uitspraak

Omdat de rechter benadrukt dat het verwijderingsrecht niet bedoeld is om onwelgevallig nieuws onvindbaar te maken, is het vonnis een steun in de rug voor media. Bovendien onderstreept dit vonnis het belang van zoekmachines om online nieuwsberichten te ontsluiten. Hierdoor herstelt de Amsterdamse rechter alsnog het gebrek aan aandacht voor het belang van de media om vindbaar te zijn op zoekmachines. Dit aspect van de vrijheid van meningsuiting werd onderbelicht in het Consteja-arrest en speelde überhaupt geen rol in de afweging van het Hof van Justitie. Hierdoor bestond de angst dat nationale rechters Google wel eens zouden kunnen verplichten om onwelgevallige nieuwsberichten onvindbaar te maken.

De Amsterdamse rechter steekt hier terecht een stokje voor. Maar wij gaan er wel van uit dat het laatste woord hierover nog niet gezegd is. De voorzieningenrechter lijkt immers ruimte te bieden om oudere zoekresultaten wel te verwijderen. Je kunt je afvragen of iemand dan wel het recht heeft om onwelgevallige pers onvindbaar te maken.

Andere zwaarwegende gronden?

De KPMG-partner meende ook dat er andere zwaarwegende gronden waren waarom de zoekresultaten verwijderd moesten worden. Vrienden en zakenrelaties hielden kennelijk niet op over de ‘container-kwestie’. De rechter geeft echter terecht voorrang aan de vrijheid van meningsuiting: ‘Dat eiser het onprettig vindt om steeds door kennissen of zakelijke contacten te worden geconfronteerd met de ‘container-kwestie’ is goed voorstelbaar. Het weegt echter niet op tegen het recht van Google Inc op informatievrijheid.’

De zoekresultaten mogen dus (voorlopig) blijven staan.

Het vonnis bevat overigens ook een toegift, die verduidelijkt dat een verwijderingsverzoek uiteraard betrekking moet hebben op persoonsgegevens. De zoekterm ‘topman KPMG’ heeft dit niet. Ook mag een verwijderingsverzoek niet leiden tot ‘collateral damage’: ‘Het artikel ‘Ontwortelde accountants’ [heeft] niet strikt betrekking op de ‘container-kwestie’, maar gaat het over KPMG-partners of topmannen in een breder verband, en wordt daarin de ‘container-kwestie’ slechts zijdelings genoemd. Verwijdering van deze URL strekt reeds om die reden te ver.’

*) Dit artikel is tevens verschenen op Media Report, het mediablog van Kennedy Van der Laan

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond