Hoe Amazon (in)direct zorgt voor innovatie van logistieke robots

Wie aan een fulfillmentcenter van Amazon denkt, denkt al gauw aan de kenmerkende oranje robots die gebruikt worden om producten te vervoeren. Hoewel nog lang niet alle pakhuizen ermee zijn uitgerust – ‘slechts’ 30 duizend stuks rijden rond – waren ze de afgelopen jaren één van de belangrijkste toonbeelden van robotica in de logistiek.

Deze Kiva robots zijn krachtig in hun eenvoud. Aan de hand van barcodestickers op de grond vervoeren de kleine apparaten hele rekken vol met boeken of pakketjes. De robots kunnen de interne logistiek efficiënter maken, op den duur mogelijk zelfs volledig gerobotiseerd. Veel grote retailers toonden dan ook interesse, een aantal introduceerde ze op de vloer. Diezelfde bedrijven keken echter raar op toen Amazon 775 miljoen dollar neertelde voor het bedrijf en niet veel later besloot de aflopende contracten van Kiva met andere retailers niet te verlengen.

Eigen techniek, besparing van fulfillmentkosten

In plaats van de robots voor goed geld te vermarkten, hield Amazon de technologie helemaal voor zichzelf alleen. Als we het bedrijf zelf mogen geloven niet zonder reden: de robots hebben in enkele jaren gezorgd voor 20 procent minder bedrijfskosten. Volgens een analyse van Deutsche Bank bespaart Amazon in ieder pakhuis waar de machines rijden zo’n 22 miljoen dollar aan fulfillmentkosten. Worden de oranje robots geïntroduceerd in de honderd overige logistieke centra dan bespaart het bedrijf nog eens 2,5 miljard dollar, zo is de verwachting.

Dat is prettig voor Amazon, maar voor andere retailers waren er de afgelopen jaren nauwelijks goede alternatieven. Juist doordat Amazon bovenop de technologie bleef zitten, zagen startups hun kans schoon. Nu, vier jaar verder, duiken de eerste partijen op die een vergelijkbare oplossing bieden, concludeert Bloomberg. De één richt zich op robots die zelfstandig orders picken, de ander is meer een gerobotiseerde assistent van de werknemer. Het doel is hetzelfde: efficiëntere fulfillment en lagere kosten.

Alternatieven in robotica

Een van de veelgenoemde namen is Locus Robotics. Een bedrijf dat de werknemer naar eigen zeggen niet vervangt, maar wil aanvullen. Dat deed het bedrijf al eerder voor partijen als Zara, maar dan op basis van de Kiva-systemen. Tot Amazon dus roet in het eten gooide. ‘Als een bedrijf normaal gesproken een ander bedrijf overneemt, blijft het de technologie verkopen aan klanten. Dat is waar het geld immers zit. Amazon niet. Dat wilde Kiva voor zichzelf’, blikt de Locus-oprichter in een interview terug. In krap twee jaar tijd ontwikkelde Locus een alternatieve robot. Afgelopen mei haalde het bedrijf acht miljoen dollar aan investeringsgeld op, aan het einde van de zomer mochten drie retailers de techniek uitproberen.

Met een aantal jaar voorsprong waagt Amazon zich ondertussen aan een volgende uitdaging. Het bedrijf hoopt dat robotarmen binnen afzienbare tijd net zo goed producten kunnen vastpakken, wegleggen en weer oppakken als de mens. Nog altijd is die daar een stuk sneller in, zo bleek recent tijdens de Amazon Picking Challenge in Leipzig, Duitsland. Zestien teams toonden daar de nieuwste technieken. De mens pakt met 400 items per uur beduidend meer producten op dan de robotarm (gemiddeld honderd). Toch was Amazon bijzonder tevreden. De winnaar – een team van het TU Delft Robotics Institute en Delft Robotics – presteerde namelijk vele malen beter dan de winnaar van vorig jaar.

De sleutel tot het succes van dit Nederlandse team is kunstmatige intelligentie. Het team had de robot gevoed met een database van 3D-productscans. Met behulp van een camera herkende de arm welke items in het schap lagen. Eén van de betrokken onderzoekers wist later te melden dat hij zich kon voorstellen dat dergelijke robot pickers binnen vijf jaar opduiken in fulfillmentcentra, maar er altijd mensen nodig blijven om onverwachtse problemen op te lossen. Ook Amazon onderschreef dit nog maar eens. In veel van de centra waar robots rondrijden, neemt het bedrijf naar eigen zeggen juist extra mensen aan. De toekomst moet een ‘symfonie van mens en technologie’ worden.