-

Nederlandse gezondheidszorg is digitale voorloper binnen Europa

Nederland is binnen Europa in veel opzichten een voorloper in de inzet van digitale ondersteuning in de zorg. Dat blijkt uit het rapport Digital Transformation: Shaping the future of European healthcare. Maar dat geen reden om achterover te leunen. Ook in Nederland valt er nog een wereld te winnen met de digitale transformatie van de zorg.

Grote verschillen in digitale volwassenheid

Hoe is het gesteld met de digitalisering van de gezondheidszorg in Europa? Wat is de impact COVID-19 en welke stappen zijn nodig om de digitale transformatie in de zorg te versnellen? Deze vragen staan centraal in het rapport Digital Transformation: Shaping the future of European healthcare. Het onderzoek bestaat uit een enquête onder 1.800 zorgprofessionals, aangevuld met interviews met veertig stakeholders uit zeven landen: Denemarken, Duitsland, Italië, Nederland, Noorwegen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk. Onder de respondenten zijn 150 Nederlanders.

Het rapport toont grote verschillen in de mate van volwassenheid van digitalisering in de zorg – zowel tussen, als binnen landen. Ondanks pogingen van de Europese Commissie en individuele landen om digitalisering in de zorg te stimuleren, zijn de ontwikkelingen traag vergeleken met andere industrieën. 

Nederland als digitale voorloper

In vergelijking met andere Europese landen loopt de Nederlandse gezondheidszorg in veel opzichten voor op het vlak van digitalisering. Zo zegt 97 procent van de Nederlandse respondenten te werken met een elektronisch patiëntendossier (EPD), tegenover 74 procent van de Portugese respondenten. 97 procent van de Nederlandse respondenten werkt met het digitaal voorschrijven van medicatie, in Duitsland is dat slechts 13 procent. Nederland staat verder bovenaan als het gaat om de inzet van patiëntapps en wearables (35 procent) en automatisering van klinische taken (28 procent).  Nederlandse zorginstellingen zijn in vergelijking met andere landen niet bang om te experimenteren met nieuwe technologie.

Nederlandse zorgconsumenten kunnen dan ook relatief goed overweg met digitale toepassingen. Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt bijvoorbeeld dat Nederlanders binnen Europa het meest online naar gezondheidsinformatie zoeken (74 procent in 2019). Slechts 16,4 procent van de Nederlanders heeft weinig digitale vaardigheden, tegenover 31,5 procent in Italië. Toch is dit nog altijd een aanzienlijke groep. Bij implementatie van digitale zorgtoepassingen is het van groot belang om ervoor te zorgen dat ook deze groep goede zorg krijgt.

Uitdaging in Nederland: het delen van patiëntgegevens

Als top-drie uitdagingen bij de implementatie van digitale zorgtoepassingen noemen de respondenten bureaucratie (57 procent), de kosten van technologie (50 procent) en het vinden van de juiste technologie (49 procent). Het valt op dat Nederlandse respondenten het delen van patiëntgegevens relatief vaak als uitdaging noemen (44 procent). 

Anders dan in andere landen kunnen Nederlandse patiënten nog niet zo eenvoudig bij hun eigen gezondheidsgegevens. In Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, IJsland, Noorwegen, Schotland, Zweden en sinds kort het Verenigd Koninkrijk is dat al wel het geval. Door het VIPP-programma is het de bedoeling dat Nederlandse patiënten binnenkort ook eenvoudig toegang hebben tot hun eigen patiëntgegevens en zelf kunnen bepalen met welke zorgverleners zij deze gegevens delen.

Hoe verder met de digitale transformatie na COVID-19?

De COVID-19 crisis heeft geleid tot een plotselinge versnelling van de digitale transformatie van de zorg. Van de respondenten zegt 65 procent dat hun organisatie naar aanleiding van COVID-19 meer digitale technologie is gaan gebruiken ter ondersteuning van hun werkzaamheden en om contact te kunnen houden met patiënten. Onder eerste hulp-artsen ligt dat aandeel op 75 procent. 

Door COVID-19 hebben meer zorgverleners kennisgemaakt met de mogelijkheden van digitale technologie. Het is nu zaak om die versnelling vast te houden en te bestendigen. Dat is nodig, want inzet van technologie en structurele veranderingen in de organisatie van zorginstellingen zijn onontkoombaar als we de gezondheidszorg op lange termijn goed, toegankelijk, betrouwbaar en betaalbaar willen houden. Hoewel de Nederlandse gezondheidszorg goede stappen heeft gemaakt en in sommige opzichten zelfs voorloopt op andere landen, zijn we er nog lang niet. 

De toekomst van de gezondheidszorg: vijf grote verschuivingen

De aanbevelingen uit de Europese studie over hoe dit te bereiken, sluiten aan bij onze recent gepubliceerde visie op de gezondheids(zorg)toekomst van Nederland. Hierin worden vijf grote verschuivingen in kaart gebracht: 

  • Van zorg naar gezondheid: meer focus op levensstijl, preventie en vroege diagnostiek
  • Virtual Health(care): zorg (echt) geconcentreerd rondom de patiënt
  • Toekomst van werk in de zorg: een nieuw ‘wat, waar en hoe’ voor zorgprofessionals
  • Datagedreven gepersonaliseerde (“N=1”) gezondheid inzichten en interventies
  • Nieuwe verdienmodellen: van vergoeding in silo’s naar integrale aanpak voor stimuleren populatiegezondheid (nieuwe spelers)

Het creëren van een duurzame toekomst voor de gezondheidszorg – waar digitale transformatie een belangrijk onderdeel van vormt – is een langdurig proces dat grote inspanning vraagt van alle betrokkenen. Een veelbelovende uitkomst van het onderzoek is dat Europese zorgprofessionals veel vertrouwen hebben in de inzet van technologie in de zorg: 80 procent beoordeelt zorgtechnologie als ‘redelijk’ tot ‘zeer goed’. De jonge generatie van zorgprofessionals is zelfs nóg (circa 8 procent) positiever over de inzet zorgtechnologie. Dat stemt hoopvol. Een gedegen digitale transformatie is cruciaal voor de toekomst van de zorg.

Over de auteurs: Matthijs Boom is director digital health bij Deloitte, Lucien Engelen is Edge Fellow bij Deloitte’s Center for the Edge.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond