Deel dit artikel
-

Sacha Prins

De adverteerder verliest zijn greep op de consument, die bovendien aan de haal gaat met zijn zorgvuldig opgebouwde merk. In de rubriek ‘Lunchtijd’ fileert internetondernemer Sacha Prins (36), de mediaconsumptie.

De naam Sacha Prins zal niet bij iedereen bekend zijn, maar deze internetondernemer van het eerste uur zit achter veel succesvolle bedrijven als Nu.nl en Netdirect. Momenteel spendeert hij zijn tijd aan autoblog.nl. Hoewel zijn ambitie niet meer zo ver reikt als tien jaar geleden, heeft hij ook hiermee grote plannen.

Foto: Peter Boer

Achter deze rap pratende man – die een krachtterm hier of daar niet schuwt – vermoedt men niet onmiddellijk een techneut. Toch is Prins van oorsprong programmeur (TU Eindhoven). In ’96 zette hij zijn eerste schreden op het web. Min of meer toevallig in de vorm van een financiële nieuwssite: Businessnet.

“Daarmee zijn we het uitgeven ingerold, dat was de kraamkamer voor alles wat we later hebben gedaan. Het waren de wilde cowboyjaren van internet”, verzucht Prins.

Met zijn compagnon Kees Zegers heeft hij bovendien lead generation op het Nederlandse web geïntroduceerd – een nieuw bedrijf, Netdirect, was geboren. “Via een banner op de site kon je informatie aanvragen over spaarbeleg of zelf een lening aanvragen.”

Vervolgens werden ze benaderd door Ilse om een soort Nederlandse CNN te lanceren. “Dat was redelijk ambitieus, maar wij hadden ervaring met uitgeven op internet en contentmanagementsystemen. Kees en ik hebben de site gemaakt en Ilse zorgde voor traffic. Zo ontstond Nu.nl. In 2001 nam Ilse het over, nadat dat zelf was ingelijfd door VNU. Maar toen barstte de bubbel.”

Als een van de weinige bedrijven overleefden ze de downfall. Hun bedrijf Virtual Industries groeide, maar Prins stapte er uit. “Adviseren, daar vind ik niets aan.Wat ik leuk vind, is uitgeven. Een site met interessante content starten en daar zoveel mogelijk publiek naartoe trekken. Zoals autoblog.nl, waar ik nu in deelneem. Klein beginnen en luis in de pels spelen van de gevestigde orde. En dat gaat goed. Maandelijks zitten we nu op zo’n 500.000 unieke bezoekers.”

“Wat ons onderscheidt van de websites van autobladen is dat we onafhankelijk zijn. Zij moeten toch oppassen dat ze niet kannibaliseren op hun blad en hebben een naam hoog te houden. En als je net begint, kun je gewoon doen wat je leuk vindt. Als het aanslaat, krijg je bezoek en verdien je geld”, luidt het eenvoudige businessmodel van Prins.

Drama

“Nu is het weer net als vroeger, ik doe het omdat ik het leuk vind. Zonder personeel dat betaald moet worden of klanten die je tevreden moet stellen. Klanten vind ik een drama. Personeel trouwens ook.” Na enige overpeinzing: “Het is allebei even erg, haha! Maar ik ben ook geen eenpitter. Ik wil op een gelijkwaardig niveau met compagnons aan de kar trekken. En dan in het beginstadium – zodra het op een bedrijf gaat lijken, haak ik af.”

Prins is er een jaar na de start – twee jaar geleden – ingestapt en draait nu deels als strateeg mee, deels als schrijver van onder meer de rij-impressies. Daarnaast schrijft hij advertorials. “Dat kan gelukkig lekker informeel. In de eerste regel staat dan bijvoorbeeld: ‘We werden benaderd door Smart, die wat geld bij ons kwijt wilde, dus hierbij gaan we hun product pluggen’.”

De grootste merken, zoals Jaguar en Mercedes, hebben de meeste moeite met internet, constateert Prins. “Bij dat soort merken kost het in elk geval meer overredingskracht. Het komt natuurlijk nogal hobbyachtig over, zo’n weblog. Maar ja, wat is een weblog? Het is gewoon uitgeven wat we doen. Het enige verschil is dat mensen kunnen reageren.”

Toch kan Prins de scepsis wel begrijpen. “Automerken hebben zelf de prachtigste websites, waar je alle mogelijke informatie kunt vinden, dus natuurlijk wordt er door de pr-afdeling getwijfeld of ze wel op een weblog willen staan. Een site als Autoweek is veel veiliger. Daar kunnen ze minder kritisch zijn, anders zouden hun lezers wel eens kunnen weglopen. En dan klopt de begroting niet meer.”

Prins denkt overigens niet dat mensen op internet kritischer zijn, het valt slechts meer op omdat ze zich kunnen uiten. “Ze komen bij ons bijvoorbeeld klagen dat veel autoprogramma’s gesponsord zijn en daardoor in hun ogen ongeloofwaardig. Adverteerders moeten zich prettig voelen bij het medium en zich niet te veel laten afschrikken door wat mensen ervan vinden. Uiteindelijk heeft iedereen een mening en de zeurders hoor je het meest. Maar er zijn ook mensen die inhoudelijk wezenlijk bijdragen aan de content die wij brengen”, benadrukt Prins.

Handige url

Een community als Autoblog is zeer waardevol, hoe creëer je die? Prins: “Een community is een soort sociale Marktplaats. Het succes valt niet te voorspellen. Het begint al bij de vormgeving, is die sympathiek? Die van Marktplaats is altijd heel amateuristisch geweest en dat is volgens mij hun kracht: de uitstraling van een plek waar je je oude spullen te koop aanbiedt. Bovendien waren ze de eerste – dat helpt – en de oprichters hadden al ervaring met kringloopwinkels. Andere succesfactor is de url, hoe handig is die om in te tikken? Dat is bij Nu.nl een enorm voordeel geweest. Je kunt ’m sneller intikken dan je met je muis naar je favorieten gaat. Je moet het de gebruikers zo gemakkelijk mogelijk maken. En tot slot moeten de sterren gewoon goed staan.”

Hoe wil hij Autoblog verder exploiteren? “Het bestaat nu twee jaar en ook wij zullen zeker nog groeien. Misschien gaan we de community loskoppelen als een forum waar mensen lekker met elkaar kunnen discussiëren, en dat kun je weer opsplitsen in de verschillende automerken. Binnenkort lanceren we autojunk.nl, een YouTube-achtige mediadump, waar mensen hun beelden kunnen insturen.”

Is er dan echt geld te verdienen met user generated content? “Op een goed moment krijg je voor al die internetfilmpjes een advertentie te zien van een paar seconden. En dan blijft er bijvoorbeeld gedurende het hele filmpje een blokje te zien waar je op kunt klikken. Google is er al behoorlijk mee aan het experimenteren op YouTube. Ze zullen het auteursrechtenprobleem moeten oplossen, maar dan wordt het gewoon een enorme cash cow. Zij weten als geen ander hoe je advertenties moet plaatsen. En targetten. Op internet draait alles om targetten.”

Of hij nog een droom heeft? “Ik heb in elk geval niet meer de ambitie of de energie om zoiets nog een keer te doen. Als dit project groot wordt, zal ik waarschijnlijk weer ergens anders bij aanhaken, een klein uitgeefproject. Vroeger hield het op bij de schoolkrant of het plaatselijke sufferdje, maar dankzij internet ligt nu de wereld aan je voeten.”

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond