-

Vijf succesfactoren voor hét smart home OS van morgen

Nog even en de strijd tussen de techgiganten barst los. De strijd om de controle over jouw thermostaat, verwarming, verlichting en meer. Maar Google, Apple, Microsoft of Amazon… wie gaat dé smart home interface claimen? Welk bedrijf heeft de kaarten in handen om in elk huis aanwezig te zijn? Ik voorzie vijf factoren die bepalen wie deze innovatieve markt gaat leiden.

Pff… nóg een app!

Maar eerst, het huidige probleem. Want als jij je huis wilt automatiseren en de thermostaat wilt aansluiten op je agenda, of je lampen op het alarmsysteem, loop je al snel tegen een hoop gedoe aan. Losse apps en protocollen, fragmentarische hubs en verschillende technologieën. Dit is dan ook waarom de gemiddelde consument nog maar weinig met home automation doet. Om écht door te breken, heeft ‘smart home’ een centraal en gebruiksvriendelijk operating system (OS) voor je hele huis nodig.

Een aantal gegadigden staat te trappelen om deze rol van centraal systeem te vervullen: Google, met Nest en Google Home, Apple met Homekit, Amazon met Alexa en de langverwachte Home Hub van Microsoft in Windows 10. Ze maken allemaal goede kans om favoriet te worden. Niet alleen door hun omvang, maar ook doordat ze inzetten op ‘omnipresence’ van de interface waarmee je je apparaten bedient. Zoals de Google Assistant waarmee je niet alleen chat via je telefoon, maar die je ook met spraak kunt besturen in een draadloze speaker of in je auto.

Vijf succesfactoren

Dus… wie gaat deze strijd om jouw huis winnen? Het bedrijf dat met zijn OS de beste invulling geeft aan de volgende punten.

  1. Openheid.
    Uiteraard moet jouw OS in ieder geval je huidige apparaten ondersteunen. Wil je gebruik maken van je Nest thermostaat? Dan valt Apple’s Homekit al af. Daarnaast moet het OS kunnen uitgroeien tot een rijk ecosysteem van apparaten en features. Amazon biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om ‘skills’ toe te voegen aan Alexa, zodat je via spraak ‘je Tesla’ op slot kunt doen, of je koffieapparaat kunt aanzetten.
  1. Beschikbaarheid.
    Een smart home OS zal het huiselijk leven makkelijker maken, maar hoe makkelijk is het om het OS in huis te halen? Voor Alexa koop je bijvoorbeeld de Echo voor zo’n 180 dollar, of je koopt een huishoudelijk apparaat dat je met Alexa kunt besturen en koopt vervolgens de Alexa app in je appstore. Voor de miljarden PC-gebruikers wordt het genieten: Windows 10 bevat straks standaard Microsoft’s smart home interface. Slimme zet!
  1. Gebruiksvriendelijkheid.
    Technologie moet je leven gemakkelijker maken. In het geval van je thermostaat: makkelijker dan van de bank opstaan, vier stappen zetten en aan een knop draaien. Je moet dus vooral niet te veel moeite hoeven doen voor de besturing. Een tweede stap is het zelflerend vermogen van het systeem: kun je verschillende gebruikersprofielen aanmaken, en onthoudt het OS wanneer je thuis komt en de verwarming aan mag?
  1. Veiligheid.
    Door je apparaten aan te sluiten op het internet kun je ze op afstand bedienen en met elkaar laten praten. Handig, maar dit maakt ze ook kwetsbaar voor aanvallen van buitenaf. Van toegang tot je huis, tot toegang tot je boodschappendata van de afgelopen maanden, een smart home is extreem persoonlijk. Apple vereist dan ook dat nieuwe apparaten aan hun uitzonderlijk hoge eisen voldoen voor je ze met Homekit mag bedienen.
  1. Privacy.
    Oké, laten we er even vanuit gaan dat het systeem veilig is en er niet wordt ingebroken. Maar hoe gaat de producent van jouw smart home system om met al je data, zoals in de winter de tijden waarop je verwarming uit staat, en je dus niet thuis bent? Waar wordt je data opgeslagen? Welke partijen hebben inzicht in jouw data? En mogen ze daar iets mee doen?

Weinig consumenten zullen nu al een afweging maken op basis van bovenstaande punten. Smart home apparaten worden vooralsnog gekocht op basis van hun individuele toegevoegde waarde –  zoals de Nest thermostaat om z’n looks en slimheid – maar niet om hun rol in een smart home ecosysteem. Het zijn innovatieve gadgets. Althans, nu nog. Want met de release van het ene na het andere slimme huishoudapparaat, zullen de voordelen en mogelijkheden van smart home dit jaar steeds tastbaarder worden.

De strategieën in een notendop
  • Amazon wil met Alexa vooral integreren met zo veel mogelijk verschillende platformen, en zet dus hard in op openheid.
  • Google richt zich met Google Home ook op openheid, maar is relatief nieuw en moet de achterstand op Amazon inhalen. Zijn omnipresence, zelfs chatbestuurbare OS scoort ook goed op toegankelijkheid.
  • Apple stelt hoge eisen aan privacy en veiligheid waardoor het aantal Homekit ondersteunde apparaten tegenvalt, maar met recente software hacks lijkt ook dit een solide strategie.
  • Microsoft’s Home Hub verschijnt pas komend jaar op het toneel. Een beetje laat, maar als het bedrijf zijn beschikbaarheidskaart goed speelt, kan het talloze Windows users aan zijn interface binden.
Een kijkje in de toekomst

Wat de toekomst zal brengen en wie als winnaar uit de bus komt, is lastig te voorspellen. Maar ik kan wél een uitspraak doen over hoe we zullen omgaan met ons automated home, of eigenlijk: hoe ons huis met ons zal omgaan. Via sensoren zelfdiagnosticeren apparaten een defect en houden ze hun eigen dagwaarde bij, hulpdiensten worden gebeld bij een inbraak of brand en voordeuren gaan automatisch open voor het bekende gezicht van de pakketbezorger. Zoals nieuwe huizen nu worden aangesloten op energie- en watervoorziening, zullen ze in de toekomst ook worden aangesloten op online beschikbare diensten. Een huis dat voor jou zorgt in plaats van andersom.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond