Subsidie Digitale Pioniers met jaar verlengd

De Digitale Pioniers, de subsidieregeling voor culturele en maatschappelijke internetprojecten, wordt met een jaar verlengd. In 2006 kunnen nog 27 projecten financiële en organisatorische ondersteuning krijgen. Ook komt er een eigen opleidingsinstituut, de Digitale Pioniers Academy.

Met de verlenging van de subsidieregeling is een bedrag van 731.950 euro gemoeid. Het ministerie van OCW is daar vorige week mee akkoord gegaan, zegt projectleider Syp Groeneveld van Nederland Kennisland tegen Emerce. Het geld komt van de afdeling Mediabeleid van het ministerie van OCW en het Nationaal Actieprogramma Elektronische Snelwegen. Er komen in 2006 drie subsidieronden waarbij projecten gemiddeld 16.000 euro ondersteuning kunnen verwachten.

Het experiment Digitale Pioniers is bedoeld om kleinschalige, vernieuwende internetsites op het gebied van maatschappij en cultuur een steuntje in de rug te geven. Met het geld van de subsidie konden honderd sites de afgelopen drie jaar extra functionaliteiten en uitbreidingen toevoegen of zichzelf in standhouden. De regeling werd eind 2002 gestart vanuit de gedachte dat veel van de vernieuwing op internet komt van individuen, groepen en kleine organisaties die een maatschappelijk probleem willen aanpakken.

In 2006 komt volgens Groeneveld het leren binnen de projecten centraal te staan. Zo komt er meer begeleiding door experts. Ook zal de content en software van de projecten zo veel mogelijk auteursrechtenvrij publiekelijk worden gemaakt. Daarnaast wordt het publiek ondernemerschap van projecten gestimuleerd met ’Public Venture Capital’.

Volgend jaar wordt een Digitale Pioniers Academy gestart. De Academy bestaat uit acht experts afkomstig uit vorige succesvolle projecten, plus nog vier andere medewerkers. Toonaangevende sprekers uit binnen- en buitenland moeten de pioniers een stoomcursus geven. Voor opleiding en selectie wordt samengewerkt met de Kamer van Koophandel, Syntens, de nieuw mediaredacties van publieke omroepen, het Sandberg Instituut, de opleidingen interactieve media en het campagnebureau BKB.

Het experiment Digitale Pioniers startte eind 2002. Er kwamen 675 subsidieaanvragen binnen. Daaruit werden er honderd geselecteerd die gemiddeld een subsidie van 15.500 euro ontvingen. Projecten konden een maximale bijdrage van 20.000 euro ontvangen. Volgens de organisatie is 75 procent van de projecten na afronding nog zelfstandig en operationeel. De sites van de projecten trekken per maand ruim anderhalf miljoen bezoekers.

Zeventien ondersteunde projecten werden in de evaluatie van Nederland Kennisland als ’uitstekend’ beoordeeld. Het zijn: Ouders Online, Baas in/op, Politiek Digitaal, Femfusion, Chatten met de Kindertelefoon, Miniconomy, Story of Boris, Hotel Dramatik, Geluidsnet, MILK, Talking Headz, Sonokids radio, Vjology, Orkestkidsite, Simuze, Yellow Fellow en African Hiphop Radio. “De projecten zijn een visitekaartje voor het publieke domein op internet en kunnen in de toekomst een voorbeeldproject voor anderen zijn.” Van alle sites is Ouders Online de meest bezochte met 230.000 pageviews per maand. Twee projecten kwamen helemaal nooit van de grond.

Diverse projecten vielen in de prijzen. Zo won Milk, een kunstproject waarbij de gang van melk van de koe in Letland tot de fabriek in Nederland via GPS werd gevolgd, tijdens de Prix Ars Electronica een ’Golden Nica’ voor Interactieve Kunst, terwijl Fabchannel de algehele winnaar van Europrix werd. Ook internationaal trok de tijdelijke subsidieregeling aandacht. Volgens Kennisland toonden overheidsorganisaties uit België, Engeland, Finland en Luxemburg interesse in het project.

Een van de trends die Kennisland ziet is dat media, overheid en bedrijfsleven ’steeds vaker gebruik zullen maken van de content van websites in het publieke domein’. Voorbeelden daarvan zijn de samenwerking van de site The Ledge met NRC, Politiek Digitaal met ministeries, Miniconomy met het onderwijs en Geluidsnet met diverse gemeenten.