Deel dit artikel
-

‘Belang online adverteren gering’

Online mediabestedingen vormen maar een zeer klein deel van het totaal aantal mediabestedingen, blijkt uit een rapport van het CMC over het economisch belang van reclame. Emerce sprak over dit rapport met Frans Blanchard, directeur van de VEA, branchevereniging van communicatieadviseurs. “Verschillende grote adverteerders experimenteren met eigen digitale kanalen.”

Gisteren presenteerden het CMC, een samenwerkingsverband van onder meer de BVA (Bond van Adverteerders) en VEA het rapport ‘Het economisch belang van Reclame.’ Het rapport gaat over de reclamebranche als economische sector, de bestedingen aan reclame en sponsoring in Nederland en de bijdrage van reclame aan de Nederlandse economie. Wat opvalt is dat in het vijftig pagina’s tellende rapport slechts zijdelings over online media wordt gesproken.

Hoe kan het dat er zo weinig in het rapport staat over online media?
Frans Blanchard: “Het rapport bestaat uit twee delen, een deel over de reclamesector in zijn geheel (de reclamebranche is met 46.000 werknemers, na de architectuur, de grootste creatieve sector van Nederland, red.) en een deel over het economische belang van reclame zelf. In het eerste deel gaat het zowel over nieuwe als traditionele media.”

“Als je het hebt over het economische belang van reclame, dan ontkom je niet aan de constatering dat traditionele media nog steeds een hoofdrol spelen. Online mediabestedingen vormen maar een klein onderdeel van de totale jaarlijkse mediabestedingen; het gaat om een bedrag van 100 tot 200 miljoen aan online bestedingen op een totaal jaarlijks bedrag van 5,5 miljard.”

Bedrijven besteden nog steeds flink veel geld aan tv-commercials. Hoe zit het met digitale televisie? Zijn er bijvoorbeeld ondernemingen die denken aan het zelf opstarten van een digitaal kanaal?
“Dat laatste zal ongetwijfeld gebeuren. Grote adverteerders denken er over na en experimenteren met eigen kanalen. Van belang is dat adverteerders kijkers wel iets interessants hebben te bieden De tijd dat mensen voor de buis gaan zitten en zich vervolgens vier tot vijf uur laten vermaken, is voorbij. Adverteerders moeten kanalen relevant maken."

"Ik kan me voorstellen dat een bedrijf als Unilever met een on-demand kanaal komt, dus een digitale zender waar kijkers op elk gewenst moment een programma over bijvoorbeeld koken kunnen opvragen. Digitale kanalen van adverteerders kun je dus niet één op één vergelijken met bestaande televisiezenders, ik denk dat het eerder iets tussen internet en televisie in zal zijn.”

Hoe ziet u de toekomst van tv-commercials?
“Bij de komst van elk nieuw medium roept iedereen dat alle oude media zullen verdwijnen. In de praktijk blijkt dat oude media blijven bestaan naast de nieuwe media. Vorig jaar kwam de BVA met een rapport waarin stond dat kijkers nauwelijks interesse hebben in tv-reclame. En wat blijkt tegelijkertijd: de omzet uit tv-reclame blijft stijgen. Feit is dat als je een massabereik zoekt, televisie een ideaal medium is.”

U zegt dat u televisie een heel goed medium vindt voor het bereiken van een massapubliek. Als je kijkt naar gegevens van de STIR (de online tegenhanger van het kijk- en luisteronderzoek, red.) zie je dat sites als Startpagina.nl, Marktplaats of MSN maandelijks tussen de 40 en 60 procent van de Nederlandse bevolking bereiken. Kun je dan niet zeggen dat internet ook geschikt is om een massapubliek te bereiken?
“Die bereikscijfers betekenen dat je een deel van de bevolking minstens één keer per maand bereikt. Als je op een bepaalde avond een miljoen mensen wilt bereiken, bijvoorbeeld om een aanbieding van een supermarkt te communiceren, dan kun je beter een krant of televisie inzetten. Maar laat ik er geen misverstand over bestaan: als je een specifieke doelgroep wilt bereiken, dan is internet wel een heel goed medium, hoewel als je jongeren wil bereiken je ook rond een bepaald televisieprogramma voor jongeren kunt adverteren. Maar ook MSN is een mooi platform om jongeren te bereiken.”

“Mensen denken vaak in termen van ‘of-of’, maar in werkelijkheid is het vaak ‘en-en’, daarmee bedoel ik dat je nieuwe en traditionele media heel goed naast elkaar kunt inzetten. Dat is wat je in de praktijk ook steeds vaker ziet.”

“Als je met banners werkt, moet je in ieder geval met mate werken. Als je een website overlaadt met commerciële uitingen gaan bezoekers daar over klagen. Dat is natuurlijk niet goed voor de effectiviteit van advertenties. Advertenties moeten hoe dan ook op relevante plaatsen worden getoond; dat is mogelijk op internet, maar ik zie het nog te weinig gebeuren.”

Deel dit bericht

1 Reactie

David Wolff

"Vorig jaar kwam de BVA met een rapport waarin stond dat kijkers nauwelijks interesse hebben in tv-reclame. En wat blijkt tegelijkertijd: de omzet uit tv-reclame blijft stijgen." Beetje vreemde conclusie dus als iedereen er maar genoeg geld insteekt is het ineens wel effectief? Nog zo een: "Die bereikscijfers betekenen dat je een deel van de bevolking minstens één keer per maand bereikt. Als je op een bepaalde avond een miljoen mensen wilt bereiken, bijvoorbeeld om een aanbieding van een supermarkt te communiceren, dan kun je beter een krant of televisie inzetten" Via startpagina alleen al 4 miljoen bezoeken per dag! Internet is ondertussen wel degelijk een bereiksmedium geworden. Valt me een beetje tegen dat de directeur van de VEA dit soort uitspraken doet.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond