CNN met site voor burgerjournalistiek

CNN heeft gisteren de site CNN Exchange gelanceerd waarop gebruikers hun nieuwsgerelateerde video's, foto's en verhalen kunnen uploaden en delen met andere internetters. Video's en foto's met hoge nieuwswaarde kunnen door CNN worden gebruikt op de televisiekanalen van CNN of CNN.com. Nederland lijkt nog niet klaar voor een vergelijkbaar initiatief.

Afgelopen maand toonde CNN videomateriaal dat ooggetuigen van gevechten in Libanon op videosite YouTube hadden geplaatst. Met CNN Exchange wil CNN nu dat mensen hun video’s, foto’s, audio en verhalen van nieuwsgebeurtenissen rechtstreeks naar CNN sturen. “User generated content heeft de potentie om een centrale rol te spelen in de journalistiek, zowel offline als online,” zegt Mich Gelman, senior vice president en producer bij CNN tegen Cnet.

In Nederland lijken nog geen plannen te bestaan om op vergelijkbare wijze als CNN met user generated nieuws om te gaan. “Je geloofwaardigheid staat op het spel als beelden in scène zijn gezet,” zegt Peter op de Beek, directeur RTL interactief. “Het is moeilijk om te beoordelen of beelden echt zijn of niet.” Volgens Op de Beek is het daarom voor gerespecteerde instituten als RTL Nieuws of het NOS Journaal riskant om zulke nieuwsbeelden te gebruiken.

Zoom.in, leverancier van online videonieuws, bood onlangs een door een ooggetuige met een mobiele telefoon gemaakte opname aan van het neerstorten van de Nederlandse Apache-gevechtshelikopter in Afghanistan. Zoom.in levert online video’s aan bijna zestig Europese websites, waaronder die van Nu.nl, Trouw, MSN, De Volkskrant, Elsevier en Voetbal International. De video’s worden geproduceerd door zo’n 75 professionele partijen.

“Ik kan me voorstellen dat we in de toekomst structureel video’s gaan aanbieden die door consumenten zijn gemaakt,” zegt Jan Riemens, oprichter van Zoom.in. Op het uitzonderlijke geval van de Apache-gevechtshelikopter, werkt Zoom.in nog niet met ‘consumentenvideo’s’.

Tot nu toe zijn er nog geen vragen gekomen van (nieuws)partijen die met user generated content willen gaan werken, aldus Riemens. “Het materiaal dat consumenten maken moet zó uniek zijn dat televisiezenders de matige kwaliteit voor lief nemen.” Pas over een jaar of twee, als mobiele telefoons betere videobeelden kunnen maken, worden deze video’s interessant, meent hij.

Het aanbieden van consumentenvideo’s vergt de nodige investeringen. “Je hebt nog steeds een redactie nodig om te filteren,” zegt Riemens. Een dienst als YouTube werkt heel anders, vertelt hij, omdat het een zelfverwerkend medium is. “Wij hebben veel redactie nodig om een goede stroom van video’s te krijgen. Bij YouTube heb je héél veel video’s, en vrijwel geen redactie.”