Deel dit artikel
-

Telegraaf en IDG in investeringsfonds Ilse

Uitgeversmaatschappij De Telegraaf en IDG Nederland treden toe als partners tot het Dutch Creative Industry Fund (DCIF), het vorig jaar door Ilse Media opgerichte investeringsfonds. De drie partijen stoppen samen een half miljoen Euro in het fonds, dat startende digitale creatieve ondernemers ondersteunt. Dat maakten de drie partijen bekend tijdens de laatste dag van de Cross Media Week (Picnic '06) in Amsterdam.

Sinds vorig jaar november is het mogelijk voor ondernemers om een ondernemingsplan in te dienen bij het DCIF. Het fonds richt zich op investeringen tussen de 20.000 en 50.000 euro. “Voor een starter is dat al een behoorlijk bedrag,” zegt Guido van Nispen, fondsmanager bij het DCIF. “Kosten van techniek en distributie zijn tegenwoordig niet zo hoog meer.”

Al bij de aankondiging in oktober vorig jaar zei Ilse dat het zocht naar andere partijen die ook mee wilden doen in het fonds. Die partijen zijn nu gevonden. Ilse draagt 200.000 Euro bij, evenals Uitgeversmaatschappij De Telegraaf. IDG Nederland stort 100.000 Euro in het fonds. Het DCIF is voorlopig niet op zoek naar meer nieuwe partners, aldus Van Nispen.

Afgelopen vrijdag maakte het DCIF tevens haar eerste investering bekend. Het fonds investeert 50.000 euro in FaceCulture, een bedrijf dat video’s – tot nu toe vooral muziekgerelateerde – produceert en exploiteert. Het bedrijf levert video’s, bijvoorbeeld interviews met bands, aan partijen als OOR, ANP, Intermediair en Nieuwe Revu. De site FaceCulture dient als uithangbord van het bedrijf. FaceCulture wil ook video’s gaan maken op het gebied van economie en politiek.

Martin Kuiper is oprichter van FaceCulture; sinds juli van dit jaar houdt hij zich full time met zijn bedrijf bezig. Naast het investeringsbedrag van 50.000 Euro, kan hij voor een bedrag van 150.000 gebruikmaken van diensten van de investeringspartijen achter het DCIF. Dat betekent dat hij gebruik kan maken van de marketingkracht van bijvoorbeeld De Telegraaf of de sites van Ilse Media. Kuiper: “Dat is voor mij het belangrijkste. Ik kan bijvoorbeeld banners plaatsen of een advertentie in de krant zetten.”

Video staat vaak centraal in de bedrijfsplannen die het DCIF ontvangt, zegt Van Nispen van het DCIF. Bedrijven die zich puur willen richten op audio zie je volgens hem al bijna niet meer. Van Nispen onderscheidt twee soorten van ‘videoconcepten’: de volume-concepten – het YouTube model – en concepten die zich richten op kwaliteit.

Om een site op te zetten waarop iedereen een video kan plaatsen, heb je veel geld nodig, zegt Van Nispen. “Dat gaat boven de budgetten die startende ondernemers hebben die in aanmerking komen voor ons fonds.” Bedrijven die zich richten op kwaliteitsvideo’s, en met redelijk professionele apparatuur video’s maken, zijn kansrijker voor het DCIF. Zulke ondernemers kunnen volgens hem aardige businessmodellen opzetten, bijvoorbeeld door het verkopen van video’s aan bedrijven.

Van Nispen vindt dat er in Nederland te weinig ondernemende mensen zijn. Er is volgens hem in Nederland veel meer investeringsgeld beschikbaar dan aanwezige investeringsmogelijkheden. Dat geldt voor zowel startende ondernemers als groeiende ondernemers.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond