Deel dit artikel
-

Drie procent Hyvers helemaal ‘naakt’ online

Een kleine 40.000 Nederlandse tieners heeft geen enkele schroom om hun hele hebben en houwen te tonen op profielensites als Hyves. Ze publiceren niet enkel hun voor- en achternaam, maar ook mobiele nummer, persoonlijke foto’s, woon- en e-mailadres in het publieke domein.

"Uit Amerikaans onderzoek, het Pew Family Safety Project, blijkt dat drie procent van de gebruikers van profielensites al hun persoonlijke gegevens publiceren. Als je ervan uit gaat dat er in Nederland 1,2 miljoen tieners zijn, dan zijn er 36.000 profielen met mensen die volledig transparant zijn." Zij verbergen geen enkel persoonlijk gegeven en delen dat met leden en niet-leden van profielensites.

Dat stelde professor Patti Valkenburg, hoogleraar Kind en Media aan de UvA, gisteren tijdens het Social Networking Event in Amsterdam. Valkenburg presenteerde en verklaarde verscheidene onderzoeken waaruit blijkt hoe jongeren omgaan met privacy op het web.

62 procent: ‘Anonimiteit is een illusie’

Anoniem aanwezig zijn op het web is volgens de meeste jongeren een illusie, zo stelden Remco Pijpers van Mijn Kind Online en Marjolijn Bonthuis van Digibewust. Zij deden onderzoek naar de privacybeleving van jongeren op het web. 62 procent van de 300 ondervraagden meent dat ‘als iemand goed zoekt, deze me zeker zal identificeren’.

Online privacy blijkt ook geen heet hangijzer onder jongeren. Tweederde van de jeugd tussen de 12 en 18 jaar heeft een webprofiel, veelal bij Hyves of Habbo Hotel. Driekwart van de meisjes, 60 procent van de jongens.

Twintig procent van de ondervraagden heeft nooit nagedacht over zijn online privacy en 10 procent vindt dat zelfs niet nodig. Wel concluderen Pijpers en Bonthuis dat het privacybesef onder jongeren groeit, vooral onder meisjes. Dat besef blijkt gemiddeld hoger te liggen bij meisjes wiens moeder of oma meekijkt op het profiel van de jongedames in spe.

Professor Valkenburg: "Jongeren van 15 jaar weten heel goed wat een risico is. Maar hun hang naar sensatie is groter dan bij volwassenen en ze kunnen dat risicogedrag niet goed kanaliseren", wat soms tot onbedoelde online uitwassen leidt zoals het verschijnen van vreemdsoortige foto’s. "Wel blijkt dat jongeren risico’s ánders inschatten."

Het gebruiken van profielensites behoort volgens de wetenschapster tot het sociale vormingsproces van jongeren. "Internet is ook een veílige omgeving voor ze, omdat ze tijd hebben om na te denken over hun uitingen."

Honderdduizenden ‘illegale Hyvers’

De Nederlandse profielensite Hyves introduceert binnenkort een aparte privacypagina voor zijn 5 miljoen gebruikers, van wie 3,9 Nederlanders. Daarop kan een Hyves-lid in één oogopslag zien welke informatie hij met wie deelt, aldus Hyves-oprichter Raymond Spanjar.

Uit een presentatie van Sjoera Nas, beleidsmedewerker bij het College Bescherming Persoonsgegevens, bleek dat Hyves een grote groep ‘illegale gebruikers’ heeft. Volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens, artikel 5, mógen bedrijven geen gegevens verwerken jongeren onder de 16 jaar, tenzij ouders daar uitdrukkelijk schriftelijke toestemming voor hebben gegeven.

Nas: "In de praktijk is dat pas relevant als er klachten komen. Een sitebeheerder moet die klachten dírect aanpakken." Spanjar zegt zo goed mogelijk aan alle privacyregels te willen voldoen. "Maar als je jongeren een leeftijdsgrens van 16 oplegt, dan zeggen ze bij de aanmelding allemaal dat ze 17 zijn." Simon Hania van Xs4all: "In plaats van regels opleggen, kun je beter goed uitleggen en gebruikers opvoeden."

Google onder de loep

Sjoera Nas: "De werkelijke effecten van online leven beginnen nu pas duidelijk te worden. In sommige gevallen blijkt dat mensen niet alle schade zelf kunnen repareren. De overheid moet daarbij een handje helpen. Daarom breidden we onlangs de website MijnPrivacy.nl uit met een sectie Internet. Daar vind je bijvoorbeeld modelbrieven om aan sitebeheerders te versturen. Want laat het duidelijk zijn: als een ander iets van jou publiceert dan moet je altijd toestemming voor publicatie hebben gegeven. En die toestemming kun je ook altijd weer intrekken. Die modelbrieven werken goed. Als je burgers maar de middelen geeft."

Ter illustratie over hoeveel van iemands leven online staat, stelt ze: "Vier grote zoekmachines kunnen maar 30 procent van de beschikbare informatie van een persoon in beeld brengen." Waar de overige 70 procent opgeslagen liggen, werd niet duidelijk.

De Europese privacytoezichthouders, de zogeheten Artikel 29-werkgroep, publiceren begin 2008 twee opiniestukken over privacy bij zoekmachines en bij profielensites. Nas omschrijft dit soort documenten als invloedrijk.

Volgende week publiceert het College Bescherming Persoonsgegevens de definitieve richtsnoeren voor hoe om te gaan met privacy op het web. Die richtsnoeren gaan specifiek over het web. Mobiele applicaties, online game-omgevingen en bijvoorbeeld chatrooms vallen er niet onder.

Deel dit bericht

2 Reacties

Tim Bijlsma

3% is nog laag aangezien een groot gedeelte van de hyvers afgelopen tijd op straat hebben gestaan omdat ze het zo zwaar hebben met leren. Sorry hoor, moet ik nou rekening/medelijden hebben met digibeten en mensen die nog te dom zijn om hun achterwerk af te vegen – overigens zijn niet alle digibeten "dom"-. Mensen, als je geen reet van computers en internet snapt, ga dan ook niet mekkeren dat je "misbruikt" wordt. JE stapt toch ook niet in een auto als je niet kunt rijden?!

Ansgar

Je naam en adres staan normaliter ook gewoon in de telefoonboek.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond