Thuiswinkel teleurgesteld na NMa-onderzoek

De belangenbehartiger van Nederlandse webwinkels, Thuiswinkel.org, is verbaasd en teleurgesteld dat de NMa geen bewijs kreeg om prijsdiscriminatie bij webwinkels aan te tonen. Fabrikanten zouden internetondernemers namelijk verplichten bepaalde verkoopprijzen te hanteren.

“Jammer, ik ben verbaasd en teleurgesteld over de resultaten van de inventarisatie van de NMa”, zegt Wijnand Jongen van Thuiswinkel.org. Hij toont zich vooral ontevreden over het feit dat noch zijn achterban, noch de mededingingsautoriteit er in slagen om bewijsmateriaal op tafel te leggen voor een algemeen bekende praktijk.

De Nederlandse Mededingingsautoriteit ondervroeg 100 webwinkels om uit te vinden of fabrikanten hen daadwerkelijk ertoe verplichten om bepaalde prijspeilen te hanteren. Daarmee willen de producenten voorkomen dat er online concurrentie ontstaat met de offline kanalen.

Aan het einde van de inventarisatie bleek dat de NMa onvoldoende handvatten kon identificeren om een mededingingsrechtelijk onderzoek te starten naar internetverkoop.

Thuiswinkel.org ontving begin vorig jaar tientallen klachten hierover van zijn leden. Die signalen gaf de organisatie door aan de NMa, die een inventarisatie begon. Bij voldoende bewijs had er een formeel onderzoek kunnen starten.

Jongen: “Kennelijk zijn wij niet in staat om bewijs te leveren om die signalen hard te maken. Dat is jammer en teleurstellend”. Eerder bleek al dat webwinkeliers niet graag klagen over de werkwijze van hun leveranciers. Toen de NMa hen vroeg zich te melden, bleef het al akelig stil. Jongen: “Webwinkels hebben niet het vertrouwen om bewijs over te dragen aan de NMa zonder repercussies te vrezen”. Ze vrezen dat fabrikanten geen kortingen meer geven of zelfs contracten opzeggen.

De thuiswinkelorganisatie acht de klachten van zijn leden legitiem. Er zijn signalen dat er marktverstorend wordt gewerkt door fabrikanten. Die blijken moeilijk hard te maken.

Zowel Thuiswinkel.org als de NMa staan nog steeds open voor klachten. Bij voldoende bewijs, zegt Jongen, kan er alsnog een hernieuwd onderzoek plaatsvinden.

Een treffend voorbeeld van het zogeheten kanaalconflict is te zien bij Philips. Het bedrijf opende afgelopen jaar acht webwinkels in verscheidene landen. Door direct aan de consument te gaan verkopen, wordt het een directe concurrent van de offline en online winkels waarmee het bedrijf werkt. Toen Emerce in mei aandacht aan de Nederlandse winkel wilde besteden, wilde Philips amper commentaar geven om het initiatief ‘low profile’ te houden.

Nederlandse webwinkels zetten jaarlijks voor zeker 5 miljard euro om. Hoewel dat een aanzienlijk bedrag is, is dat maar een paar procent van het totaal.

Foto: tinou (cc)