Deel dit artikel
-

E-marktplaatsen in een identiteitscrisis

Het aantal e-marktplaatsen daalt in overeenstemming met de voorspellingen gestaag. ChemConnect, marktplaats voor chemische producten, nam vorige week concurrent CheMatch.com over. In Nederland maakte ChemUnity de overstap naar de softwarewereld. Valt er nog wat te verdienen met een marktplaats?

De fusie tussen ChemConnect en CheMatch werd door de directie als goed nieuws gebracht. Het bedrijf had met de aankoop een nieuw product aan zijn portfolio toegevoegd. CheMatch heeft een systeem voor online termijnhandel in chemische producten, iets waar ChemConnect nog niet over beschikte.

Slecht nieuws was er ook, er verdwijnen 160 arbeidsplaatsen. Niettemin is de winstdoelstelling naar voren geschoven. ChemConnect (meer dan 7500 leden) verwacht nu eind 2002 winstgevend te zijn, tegen 2003 in vorige prognoses. Het bedrijf zegt samen met CheMatch in 2001 meer dan vier miljard dollar verhandeld te hebben.

Het is de tweede grote overname binnen één jaar voor ChemConnect.
Eerder fuseerde het bedrijf al met rivaal Envera. Wat de chemische industrie betreft is duidelijk sprake van een concentratie bij de e-marktplaatsen. En het kan nog wel even doorgaan. Volgens Charles Homs, senior analist bij Forrester Research , staat de voorspelling voor 2005, die het bureau vorig jaar naar buiten bracht, nog steeds overeind. Wereldwijd zullen vijftig tot honderd elektronische marktplaatsen overblijven. Ongeveer drie of vier per sector, aldus Homs. Hij schat dat er op dit moment twaalfhonderd marktplaatsen zijn, waarvan er wekelijks enkelen sneuvelen.

Wat zijn de problemen? Ui de woorden van Homs valt op te maken dat e-marktplaatsen kampen met een identiteitscrisis. "De meeste marktplaatsen zijn begonnen met pure handel. Ze brengen inkopers in contact met leveranciers. De volumes zijn vaak gigantisch, maar na verloop van tijd komen ze er achter dat deze activiteit niet genoeg inkomsten oplevert."

Herman Rijks, directeur van ChemUnity , een voormalige Nederlandse marktplaats, kan hierover meepraten. "Inkopers gebruikten onze site om een paar nieuwe leveranciers te vinden en gingen daarna zonder ons door", zegt hij. ChemUnity heeft zich daarom sinds september geherpositioneerd. Het bedrijf verkoopt nu software, waarmee chemische bedrijven een e-procurementsysteem (inkoop via het internet) kunnen opzetten.

Andere partijen, waaronder ChemConnect, vangen het gebrek aan inkomsten op door nevendiensten aan te bieden. Een online veilinghuis, termijnhandel, logistieke diensten, softwaresytemen. "Banking en logistieke faciliteiten, dat zijn de geijkte twee", zegt Homs van Forrester. "Het probleem is dat de partijen die dit gaan doen geen bankiers of logistieke specialisten zijn." Homs verwacht dan ook dat de marktplaatsen die uiteindelijk overblijven deze additionele diensten weer zullen uitbesteden. Die worden het domein van logistieke en financiële marktplaatsen. Een chemische marktplaats koopt daar zijn producten vervolgens weer in. "De interconnectie tussen sectorgebonden marktplaatsen wordt de schakel", voorspelt Homs.

Afgezien van het gebrek aan inkomsten ziet Rijks van ChemUnity nog een ander probleem waar marktplaatsen mee worstelen. "In de chemische sector wordt een marktplaats niet ingeschakeld om een nieuwe leverancier te vinden", zegt hij. "Vaak heeft een bedrijf drie tot tien leveranciers en dat vinden ze wel best. Vrijwel ieder bedrijf koopt een handjevol producten standaard in grote volumes in. Je kunt bij wijze van spreken met twintig procent van je leverancier een contract voor lange termijn afsluiten. Maar met de overige tachtig procent van de leveranciers kun je moeilijk prijsafspraken maken omdat de prijzen teveel fluctureren." ChemMatch ving dit op door met een termijnproduct te werken. Leden die dat willen kunnen inkooprijzen in een termijncontract vast laten leggen.

Volgens Homs moet een marktplaats die wereldwijd succesvol wil zijn, de schijn van objectiviteit hoog houden. Als een marktplaats teveel richting de inkopende of verkopende kant leunt, gaat het mis. Homs: "Dan doet de ene helft opeens niet meer mee. Je ziet het het sterkst in de retailsector. Die hebben hun eigen marktplaatsen, zoals GlobalNetXchange en WWRE. Hun leveranciers, waaronder Unilever, zitten weer in CPGmarktet.com. Ze maken geen gebruik van elkaars marktplaats."

Deel dit bericht

1 Reactie

Don Leo

Het is duidelijk dat de Emerce alleen gelezen wordt door rare snuiters die niet geinteresseerd zijn in b2b. Op dit goede artikel is geen enkele reactie geweest. Terwijl alles wat hierin staat is uitgekomen en grote impact heeft gehad op de maatschappij. Artikelen met publiciteit voor consumer bizz worden graag gelezen. ook leedvermaak is een goede publiciteits trekker. Jammer hoor.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond