Nederlandse gamemarkt: groeiend, maar fragiel

Het aantal professionals werkzaam in de Nederlandse game-industrie is maar langzaam gegroeid, van 2730 in 2011 naar 3030 vorig jaar. Er gaat 115 tot 225 miljoen euro om in de Nederlandse game-industrie, maar de winsten zijn karig, zo blijkt uit de Games Monitor 2015 die vanmiddag wordt gepresenteerd op het evenement Growing Games in de Jaarbeurs in Utrecht.

Er zit zeer beslist groei in het aantal gamebedrijven in Nederland, maar het levert niet extra veel banen op. Enerzijds omdat de bedrijven het niet lang volhouden, anderzijds omdat het gemiddelde gamebedrijf maar uit zeven personen bestaat.

Amsterdam is de stad met de meeste bedrijven: dat zijn er volgens het verslag 89, goed voor 800 banen. Bekende namen zijn Guerrilla Games, Vanguard Games, Orange Games, Perfect World Europe en IJsfontein. Rotterdam volgt op de tweede plaats met 275 banen. De stad is Utrecht en Hilversum gepasseerd. Hilversum is zelfs onder Den Haag gezakt, mede doordat Spil Games moest afslanken. Sterk in opkomst is Groningen dankzij incubator IndieTopia.

Nederland stond tot nu toe vooral bekend om de ontwikkeling van toegepaste games, die vaak een educatief karakter hebben. De laatste jaren neigen veel bedrijven weer naar entertainment games.

Niettemin blijven toegepaste games belangrijk voor de Nederlandse markt. Het aantal bedrijven in deze sector steeg 28 procent naar 158. In 2013 en 2014 zagen deze bedrijven het aantal klanten echter sterk afnemen, waardoor men zelfs genoodzaakt was om personeel te ontslaan. Vorig jaar trok de markt weer aan. Het aanbod blijft gevarieerd, met zowel toepassingen voor het onderwijs als de zorg.

Het aantal entertainment gamestudio’s groeide van 83 naar 160. Ook hier hetzelfde beeld. Het gaat om veelal kleine bedrijven die vaak niet voldoende mensen hebben om grote opdrachten aan te kunnen. Voor ‘grote opdrachten’ zijn gemiddeld 11 tot 25 mensen nodig. Veel nieuwkomers missen zakelijke ervaring en ontberen marketingkennis, aldus het rapport.

Een vetpot is de game industrie dan ook allerminst. Meer dan de helft van de studio’s heeft een omzet van minder dan 100.000 euro, en 15 procent maakt geen winst. Slechts 9 procent zet meer dan een half miljoen euro om. Volgens de samenstellers van het rapport ontbreekt het aan significante investeringen, waardoor de ‘Vallei des Doods’ voor veel bedrijven niet ver weg is.

Het aantal game-opleidingen is met 25 procent intussen flink doorgegroeid, van 25 in 2012 naar 44 in 2015. Dat is exclusief cursussen en kleinere programma’s. Met elkaar leveren die jaarlijks 1600 afgestudeerden af, die echter niet per definitie werk vinden.

De samenstellers van het rapport constateren een gebrek aan zakelijke kennis, waaraan in opleidingen meer aandacht zou moeten worden gegeven. Het verklaart wellicht waarom een derde van de bedrijven die actief waren in 2011 het uiteindelijk niet hebben gered. De meeste bedrijven zijn niet meer dan vier jaar oud en daardoor onvoldoende in staat op snel te groeien.

Nederland doet het echter nauwelijks veel beter of slechter dan veel andere landen. Ook daar zijn het vaak kleine bedrijven die aan de weg timmeren.