Deel dit artikel
-

CBP legt Facebook last onder dwangsom op wegens niet verstrekken bedrijfsgegevens

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft Facebook een last onder dwangsom opgelegd wegens het niet verstrekken van een deel van de informatie die het CBP in het kader van zijn onderzoek had gevraagd. Het onderzoek richt zich op de privacyvoorwaarden van het bedrijf. Nu Facebook toch informatie heeft toegezegd, wordt de dwangsom opgeschort. Een rechtszaak die 20 mei zou dienen gaat niet door. 

Het CBP heeft de gevraagde informatie onder meer nodig voor de vaststelling van zijn bevoegdheid en de toepasselijkheid van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Facebook wilde alleen vragen beantwoorden op dat deel dat betrekking heeft op de bevoegdheid van het CBP en de toepasselijkheid van de Wbp. Het CBP zal deze informatie nu eerst beoordelen.

Eind 2014 besloot het CBP onderzoek te doen naar de privacyvoorwaarden van Facebook. Aanleiding was de aankondiging van het bedrijf dat per 1 januari 2015 nieuwe privacyvoorwaarden zouden gelden voor Facebook-gebruikers. Deze privacyvoorwaarden zijn uiteindelijk op 30 januari in werking getreden.

Eerder verzocht het CBP Facebook te wachten met het doorvoeren van het nieuwe privacybeleid tot de resultaten van het onderzoek bekend zijn. De privacyvoorwaarden geven Facebook onder meer het recht om gegevens en foto’s uit Facebook-profielen te gebruiken voor commerciële doeleinden.

Het CBP heeft Facebook een last onder dwangsom opgelegd omdat het bedrijf ondanks eerdere verzoeken van het CBP een deel van de informatie niet verstrekte. Het bedrijf heeft na ontvangst van het dwangsombesluit de rechtbank verzocht de last onder dwangsom te schorsen. Die zaak zou dienen op 20 mei, maar gaat nu niet meer door.

In de last onder dwangsom is opgenomen dat Facebook voor elke dag dat het bedrijf medewerking weigert, een dwangsom verbeurt die kan oplopen tot maximaal 750.000 euro.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond