Deliveroo: ‘Wij zorgen voor dertig procent meer omzet’

De Nederlandse food delivery-markt wordt steeds voller nu ook UberEats zich sinds kort in de strijd mengt. Deliveroo verwacht desondanks weinig haperingen in hun beoogde groei. Mede dankzij de focus op innovatie. “Bij ons draait alles om eten, niet om vervoer”, zo vertelt Philip Padberg (34), General Manager Nederland.

Drie jaar na de start is de van oorsprong Engelse maaltijdbezorger een bekend verschijnsel in tal van grote steden wereldwijd. Hoewel Deliveroo zelf geen cijfers verstrekt, zou het bedrijf vorig jaar zo’n honderdduizend gebruikers trekken en maandelijks zo’n vierhonderdduizend orders doen, met in totaal een jaaromzet van 165 miljoen euro. Waarbij door de onstuimige marktgroei de echte cijfers vandaag de dag nog fors hoger zullen liggen.

Wat wel vaststaat, is dat het bedrijf drie jaar na lancering 475 miljoen euro aan funding heeft opgehaald (waarvan recentelijk 275 miljoen), ruim negenduizend restaurants in portfolio heeft en actief is in meer dan honderd steden verdeeld over twaalf landen. Van Europa, Azië, Australië tot het Midden-Oosten aan toe. In ons land is Deliveroo vooralsnog actief in zeven steden, heeft het een vijftigtal medewerkers en een bezorgdienst van meer dan duizend fietskoeriers.

Padberg is sinds eind vorig jaar verantwoordelijk voor de Nederlandse markt. Na vijf jaar consultancy bij McKinsey – onder meer op het gebied van startups – kriebelde het ondernemerschap. En zo geschiedde.

Wat maakt jullie anders dan Thuisbezorgd, Foodora of UberEats?
“Allereerst zijn wij van de derde generatie maaltijdbezorgdienst. Dat betekent dat we er niet, zoals Thuisbezorgd, zijn om vooral als middle man te fungeren. Tussen aanbieder en koper. Dat zijn platformspelers met een grote brand. Wij mikken juist op restaurants, cateraars en traiteurs die al goed draaien, maar graag nieuwe klanten willen hebben. Onze kracht zit daarbij in de operationele controle en onze bemoeienis met de gehele operatie, tot in de keuken aan toe. Zo weten we door onze software feilloos waar nog verder geoptimaliseerd kan worden. Van de workflow in de keuken tot het meest geschikte moment waarop de bestelling kan worden afgehaald en de snelste route daartussen. In het vervoer zelf valt overigens relatief weinig tijdwinst te boeken. Uiteindelijk draait bij ons alles om passie voor lekker eten. Dat is meer dan een pakketje van A naar B brengen.”

Dat klinkt nogal impactvol voor een restauranthouder. Zeker als er meerdere bezorgservices langskomen…
“De meeste klanten waarmee wij werken, kiezen alleen voor ons. Bewust. Niet omdat wij dat per se willen, maar omdat het integreren van ons platform inderdaad de nodige impact heeft. Het is geen eenzijdige operatie, maar tweerichtingsverkeer. Waarbij de keuken van een restaurant actief inzicht heeft en interacteert met onze mensen (middels een iPad, red.). Daarnaast bieden we bepaalde tools om hun bedrijfsvoering te verbeteren – van menukaart tot social media -, servicelevels en dergelijke. Nog een bezorgdienst erbij maakt het geheel dan al snel behoorlijk complex. En vergeet niet: door ons stijgt de omzet veelal met zo’n dertig procent.”

 Alles wordt uiteindelijk gekopieerd. Hoe verwacht je deze positie op termijn te kunnen behouden?
“Door te blijven innoveren. Zo kan je bij ons nu al speciale gerechten bestellen. Zoals een speciaal ijsassortiment van Ben & Jerry’s dat nergens anders te koop is of een biertje van Brouwerij ’t IJ. Of onze samenwerking met DoorMeal: koude gerechten die je zelf opwarmt. In Londen testen we sinds kort ook het RooBox-concept, waarbij onze klanten gebruikmaken van een door ons ontwikkelde mini-pop-upkeuken, die op strategische locaties kan worden neergezet. Puur en alleen om te kunnen koken. De benodigde vergunningen en dergelijke regelen wij. Hierdoor wordt de afstand c.q. reistijd tussen klant en restaurant kleiner en kunnen we tevens een nieuwe klantenkring bedienen die anders bijvoorbeeld te ver weg woont. En dat tegen minimale kosten.”

Is het moeilijk om een nieuwe stad aan de portfolio toe te voegen?
“Ja, dat is elke keer weer maatwerk. Want elke stad heeft zijn eigen kenmerken en eigenaardigheden. Zo kunnen we in Haarlem binnen dezelfde tijdsduur bijvoorbeeld meer bestellingen afhandelen dan in Amsterdam. En zijn er binnen een stad weer verschillen tussen wijken. Ook zijn er natuurlijk nog de afzonderlijke restaurants, cateraars, traiteurs en dergelijke die elk weer uniek zijn.”

 Gaan jullie vanwege de komst van UberEats een tandje extra bijzetten?
“Nee. Allereerst spiegelen we ons niet aan andere spelers, maar willen we zelf de benchmark zijn. Daarnaast is de markt groot genoeg voor meerdere spelers. Nu en in de toekomst. Want behalve de organische groei door mond-tot-mondreclame zal de behoefte aan maaltijdbezorgers almaar toenemen. Niet alleen vanwege de opkomst van kleine huishoudens en dergelijke, maar ook omdat de vierkantemeterprijzen in veel steden de pan uit rijzen. Waardoor de ruimte van een volledig ingerichte keuken een wel erg dure aangelegenheid wordt. Door deze te downsizen, bespaar je vloeroppervlakte en geld, dat je weer aan ons kunt uitgeven. Die trend zit er echt aan te komen.”

* Dit artikel verscheen eerder in het novembernummer van Emerce magazine (#153).