Deel dit artikel
-

Digitale infrastructuur Nederland wordt derde mainport

Een Kamermeerderheid heeft deze week gestemd voor een motie van Kamerlid Kees Verhoeven (D66), waarin de digitale infrastructuur wordt erkend als derde mainport, naast Schiphol en de Rotterdamse Haven. Er moet nu worden gewerkt aan een economische visie om de positie van onze digitale infrastructuur te versterken, vindt belangenclub DINL.

Michiel Steltman, directeur van Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL), spreekt over een mijlpaal. ‘In de wandelgangen werd onze digitale infrastructuur al eens als mainport bestempeld, maar met deze motie ligt de weg open naar formele erkenning van deze benaming door de regering.’

Wereldwijd staat Nederland bekend als een land met een zeer goede digitale infrastructuur. Dat draagt eraan bij dat internationale internetgiganten als Google investeringen doen, onder meer met datacenters. Ook draagt het bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat in het algemeen, bijvoorbeeld voor digitale startups.

In veel opzichten vervult de digitale infrastructuur een gateway-functie, vergelijkbaar met die van Schiphol en de Rotterdamse haven. De Amsterdamse AMS-IX is bijvoorbeeld ’s werelds grootste internetknooppunt.

Een onderzoek van Deloitte liet al eerder zien dat de Digitale Infrastructuur, ondanks zijn bescheiden omvang, een aanjager is van een veel grotere en snel groeiende interneteconomie en dus essentieel voor de Nederlandse economie. Steltman: ‘We moeten deze koppositie behouden en verder uitbouwen om de bijdrage van de derde mainport aan de Nederlandse economie, de werkgelegenheid en onze concurrentiepositie te versterken.’

D66 is ook de partij achter het plan om 100 miljoen euro extra vrij te maken voor het stimuleren van innovatie door startups en het midden- en kleinbedrijf.

Het kabinet wil twee bestaande innovatieregelingen (WBSO en RDA) samenvoegen, maar neemt daarbij het risico dat vooral hele grote bedrijven van de innovatiesubsidies gaan profiteren. Het kabinet verwijdert namelijk het plafond van 14 miljoen euro dat nu een grens stelt aan het voordeel dat één bedrijf kan opstrijken in de WBSO.

Op dit moment gaat nog 66 procent van het innovatiebudget naar startups en het MKB. De minister van Economische Zaken noemde dit bij de begrotingsbehandeling van Economische Zaken in de Tweede Kamer ‘een flinke overbesteding’.

Uit de evaluatie van de WBSO, maar ook uit onderzoek van de OESO, blijkt dat regelingen als de WBSO veruit het best tot hun recht komen door innovaties te stimuleren via kleinere bedrijven. Daarom is het van belang dat bij het samenvoegen van de twee regelingen wordt voorkomen dat kleinere bedrijven de dupe worden.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond