Facebook past klikbeleid aan, adverteerders betalen voor resultaat

Facebook gaat zijn kost-per-klik beleid compleet omgooien. Adverteerders betalen binnenkort alleen nog voor app installaties en meetbaar webverkeer. Commentaren, likes en gedeelde content worden niet langer meegerekend.

Onder CPC (cost per click) verstaat Facebook voortaan het genereren van webverkeer naar een externe site, het drukken op call-to-action of Call Now-knoppen, het installeren van mobiele apps of zogenoemde canvas apps (specifiek gemaakt voor Facebook) of het kijken van een video van andere sites zoals YouTube. Tot voor kort moesten adverteerders ook betalen voor likes en commentaren.

De nieuwe aanpak is volgens Richard Sim van Facebook veel meer gericht op resultaten, oftewel conversie. Facebook volgt daarmee onder meer Twitter, dat iets dergelijks al deed met zijn Objective-Based Campaigns en ook Google probeert met AdWords adverteerders meer te helpen met het realiseren van concrete doelstellingen.

Hoewel het nieuwe beleid gunstig lijkt voor adverteerders, waarschuwt Facebook dat de kliktarieven omhoog gaan, aangezien de getoonde advertenties ook meer waarde vertegenwoordigen. Bovendien loopt Facebook nu zelf het risico dat het niets krijgt voor getoonde advertenties waarop niet geklikt kan worden. De technologie van Facebook schat overigens wel beter in welke bezoekers vermoedelijk op bepaalde advertenties gaan klikken.

Adverteerders betaalden overigens al tamelijk forse bedragen voor Facebook-campagnes. Begin lagen die tarieven al 285 procent hoger dan een jaar eerder.

De huidige adverteerdertools Power Editor en Ads Manager worden nog aangepast en Facebook lanceert voor adveteerders ook een nieuwe API. De oude API en CPC definities verdwijnen op 7 oktober.

Hadrian / Shutterstock.com