Deel dit artikel
-

Hoge Raad wil van Europese Hof van Justitie duidelijkheid over thuiskopie

De Hoge Raad gaat vragen stellen aan het Europese Hof van Justitie over de thuiskopievergoeding. Diverse fabrikanten van beeld- en geluidsdragers willen duidelijkheid over de criteria waarmee die vergoeding wordt vastgesteld.

De Auteurswet schrijft voor dat een thuiskopievergoeding moet worden betaald voor het – op zichzelf toegestane – opnemen door particulieren van auteursrechtelijk beschermde werken op beeld- en geluidsdragers zoals lege cd’s en dvd’s. Deze vergoeding moet worden betaald door de fabrikanten en importeurs van deze dragers. Die fabrikanten en importeurs berekenen die vergoeding door aan de gebruikers door een opslag op de koopprijs van die dragers.

Bij de berekening is de vraag of moeten worden uitgegaan van het totale aantal thuiskopieën (zowel legaal als illegaal) of van kopieën uit legale bron. Voor de hoogte van de vergoeding maakt dit een groot verschil, vonden ze fabrikanten.

Het hof vond deze laatste vraag niet van belang. Volgens de bedoeling van de Nederlandse wetgever moet gekeken worden naar het totale aantal thuiskopieën. In cassatie heeft de Hoge Raad echter een andere opvatting: het verschil doet er wel degelijk toe, althans in het kader van de Europese Auteursrichtlijn.

Het Europese Hof van Justitie moet nu een aantal vragen beantwoorden. Onder meer wil de Hoge Raad weten of door de wet een vergoeding mag worden opgelegd voor thuiskopieën uit illegale bron, zolang er geen mogelijkheden zijn om illegaal thuiskopiëren tegen te gaan.

Fabrikanten en de Stichting de Thuiskopie liggen al geruime tijd met elkaar overhoop over de vergoeding van de ‘kopieerschade’. Volgend jaar wil de stichting zelfs 60 miljoen euro heffen op onder meer smartphones, tablets, pcs en geheugenkaartjes.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond