Nederlandse bedrijven investeren meer in radicale innovatie

Nederlandse bedrijven investeren meer in nieuwe markten en klanten. De aanhoudende crisis in Europa en de groeiperspectieven van opkomende economieën stimuleren Nederlandse organisaties om meer producten en diensten te ontwikkelen. Dat blijkt uit de jaarlijkse de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor van INSCOPE: Research for Innovation.

Nederlandse bedrijven investeren meer (zeker 2,6 procent) in nieuwe markten en klanten, oftewel radicale innovatie. De aanhoudende crisis in Europa en groeiperspectieven van opkomende economieën stimuleren Nederlandse organisaties om meer producten en diensten te ontwikkelen. Volgens Henk W. Volberda van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) beseffen steeds meer ondernemingen dat de grenzen van incrementele verbeteringen binnen bestaande producten en diensten zijn bereikt en dat radicale innovaties voor nieuwe groei kunnen zorgdragen.

Daarnaast dragen volgens het onderzoek (pdf) toenemende investeringen in sociale innovatie (slimmer werken, flexibel organiseren, dynamisch managen en co-creatie) bij aan verhoging van dit Nederlandse innovatievermogen. Met name sociaal innovatieve bedrijven realiseren meer nieuwe producten en diensten voor nieuwe klanten en markten en bestaande klanten en markten. Deze nieuwe manieren van managen, organiseren en werken kunnen bijdragen aan een meer vitale en weerbaarder Nederlandse economie.

Volgens Volberda richt het ingezette Topsectorenbeleid zich te eenzijdig op technologische innovaties. Zo blijven de topsectoren Agrofood en Logistiek achter op innovatie. Dit betreft zowel sociale innovatie als radicale innovaties.

Vertrouwen en kennisdeling tussen medewerkers, informeel leiderschap en platte flexibele organisatievormen zijn belangrijk om te innoveren en te presteren. Innovatiesucces van bedrijven wordt voor een kwart bepaald door investeringen in R&D en technologische innovatie.