Deel dit artikel
-

Overheidsparticipatie via sociale media blijft beperkt

De overheid maakt zelden gebruik van mogelijkheden om via sociale media met burgers in contact te komen. Dat komt naar voren uit een groot wetenschappelijk onderzoek van onderzoeksinstituut CTIT van de Universiteit Twente in opdracht van het WODC.

De overheid kan in principe sociale media op allerlei terreinen inzetten zoals informeren, adviseren, meebeslissen, raadplegen, coproduceren en voor interne communicatie tussen ambtenaren. Toch lijkt dit in de praktijk nog maar op beperkte schaal te gebeuren.

Mogelijkheden zijn er te over, maar het goed uitnutten van deze mogelijkheden is volgens de onderzoekers niet zo eenvoudig. In de sociale media begeeft de overheid zich namelijk niet op het eigen technologische domein, maar op platforms van commerciële partijen met eigen doelen en belangen. Op deze platforms heeft de overheid geen controle over de manier waarop informatie verspreid wordt.

Verder zijn er strikte richtlijnen voor ambtenaren om geen persoonsgegevens of privacygevoelige informatie te delen, ook al doen burgers dat soms zelf wel. Daar komt bij dat sociale media nog volop in beweging zijn.

Hierdoor kan voorlopig geen sluitend antwoord worden gegeven op de vraag wat de exacte voor- en nadelen van overheidsparticipatie op sociale media zijn. Duidelijk is wel dat de overheid er niet aan ontkomt om te participeren op sociale media; ze bieden namelijk relevante extra kanalen om in contact te komen met burgers.

De mate waarin en de wijze waarop de overheid dit gaat doen, is afhankelijk van principiële beleidskeuzes. Gaat ze voor de veilige keuze en zet ze sociale media in om informatie te verzenden en burgers naar het juiste loket door te verwijzen, of gaat ze voor de gedurfde keuze en gaat ze echt de interactie met haar burgers aan? In dat laatste geval vraagt het om wezenlijke veranderingen van de organisatiestructuur van de overheid.

Onderdeel van het onderzoek was het uitwerken van diverse concrete casussen om inzicht te krijgen in verschillende strategieën van de inzet van sociale media. Zo keken de onderzoekers bijvoorbeeld naar de interactie van (toen nog minister) Frans Timmermans met zijn volgers op Facebook, Twittergedrag rondom de aardbevingen in Groningen en uitingen op sociale media nadat bekend gemaakt werd dat Benno L. zich in de gemeente Leiden ging vestigen.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond