Deel dit artikel
-

Shapeways: ‘We zijn de Amazon voor 3D-printing’

De 3D-printmarkt kan zich verheugen in een toenemende belangstelling. Van zowel bedrijven als consumenten. Peter Weijmarshausen (43), CEO en medeoprichter van Shapeways, focust zich op de laatste groep en ziet zijn business jaarlijks met dubbele cijfers groeien. “We staan aan de vooravond van een omslagpunt.”

Shapeways, dat acht jaar geleden is ontsproten uit een incubatorprogramma bij Philips, telt vandaag de dag zo’n honderdvijftig medewerkers, is actief in honderdveertig landen en heeft sinds 2010 zijn hoofdkantoor in New York City.

Het bedrijf – Weijmarshausen spreekt liever over een startup gezien de onstuimige groei waarin het verkeert – heeft sindsdien in totaal 48,5 miljoen dollar groeigeld opgehaald bij bekende investeerders als Andreessen Horowitz, Union Square Ventures, maar ook Philips zelf.

Behalve de 3D-printservice, herbergt Shapeways een community met ruim een half miljoen leden. “Mede dankzij hen printen we maandelijks meer dan 181.000 producten, bijna een verdubbeling vergeleken met een jaar geleden, met afnemers van over de hele wereld”, aldus Weijmarshausen.

Spin in het web is de website van Shapeways, waar eigen ontwerpen kunnen worden gemaakt dan wel geüpload, die worden geprint en indien gewenst weer in een van de 23.000 Shapeways Shops te koop kunnen worden aangeboden. “Iedereen kan bij ons een eigen winkel beginnen. Op termijn zullen we er zo’n honderdduizend hebben. In die zin zijn we een Amazon voor 3D-printing.”

Ben je tevreden met waar Shapeways nu staat?
“Ja, natuurlijk hadden we nog veel verder willen zijn, maar omdat we een nieuwe marktcategorie bouwen, lopen we nog wel eens tegen issues aan die de nodige tijd kosten. Niet alleen softwarematig, maar ook zaken met betrekking tot onze supply chain. Dat is niet zo vreemd, want wat we doen is nog niet eerder gedaan. Desondanks denk ik dat we als sector goed op weg zijn. Je ziet dat we – net als in de begintijd van het internettijdperk – aan de vooravond staan van een explosieve groei; de awareness rondom 3D-printen is ontzettend gegroeid en het aantal 3D-prints groeit als kool, wat betekent dat er binnen nu en drie jaar een exponentiële versnelling aan zit te komen.”

Toch lijkt de doorsnee consument nog erg afwachtend…
“Klopt, momenteel is het gros van onze klanten ontwerpers, architecten en early adaptors die graag een uniek product willen maken of aanschaffen. De doorsnee consument ziet simpelweg nog niet in wat 3D-printen voor hem kan betekenen, maar dat komt nog wel. Het fenomeen is voor velen nog te abstract. En onbekend maakt onbemind. Het wordt pas echt relevant als men gaat beseffen wat je met 3D-printing kunt doen. Doordat je bijvoorbeeld iets dierbaars, zoals een verloren ring of een ander voorwerp waar je iets mee hebt, zelf kunt (her-)ontwerpen en printen. Of als je echt iets unieks wilt kopen en dat vervolgens in een van onze shops vindt. Daarnaast denken veel mensen dat 3D-printen alleen maar in plastic mogelijk is, terwijl wij tegenwoordig meer dan vijftig materialen ter beschikking hebben. Van edelmetalen als goud, zilver en staal tot keramiek. Daarnaast zijn er nog tal van afwerkingen mogelijk. Dat is een groot verschil met enkele jaren geleden, maar nog relatief weinig als je bedenkt dat voor massaproductie al gauw honderdduizend soorten materialen nodig zijn.”

Wat zijn andere drempels die nog moeten worden beslecht?
“Als industrie moeten we nog de nodige stappen maken op het gebied van kwaliteit, variëteit en prijs. Zo evenaren onze producten, afgezien van onze juwelen, nog niet altijd de kwaliteitsstandaard van een massaproduct. Daarnaast is de prijs van een artikel nog te hoog. Als je kunt kiezen tussen een 3D-geprint smartphonehoesje van achttien dollar of nagenoeg dezelfde voor één dollar in de winkel, is de keuze simpel. We zien wel dat als we onze commissie of de kostprijs van het materiaal iets verlagen, de vraag enorm toeneemt. Kun je nagaan wat er gebeurt zodra de prijs van elk geprint product structureel lager wordt.”

Hoe denk je dat te bereiken?
“Behalve door betere prijsafspraken met toeleveranciers, zal het vooral moeten komen door meer concurrentie tussen de makers van 3D-printers. De komst van een nieuwe 3D-printer van HP, die onder meer nieuwe features biedt op het gebied van kleur en een betere kwaliteit, is daarbij een stap in de goede richting. Mede hierdoor zal de aanschafprijs van 3D-printmachines dalen, zal de printsnelheid toenemen en kunnen de productiekosten verder naar beneden. Daarnaast kunnen we zelf nog kosten besparen door het productieproces in onze eigen fabrieken verder te optimaliseren. Opgeteld zal de kostprijs hierdoor de komende paar jaar minstens halveren, misschien nog wel meer.”

Jullie vragen per geprint product een fee. Aan welk percentage moet ik dan denken?
“Dat wisselt. Het hangt af van het soort materiaal, de grootte en de complexiteit van het voorwerp. De marge die we pakken, ligt tussen een paar en tientallen procenten. Omdat we producten maken die veelal nog nooit geprint zijn, is het eindbedrag lastig te voorspellen. In de begintijd heeft ons dat soms behoorlijk wat geld gekost. Tegenwoordig hebben we daar een speciaal softwareprogrammaatje voor om dat voor je uit te rekenen. Het scheelt in elk geval uitschieters naar boven of beneden. Voor zowel ons als voor de gebruiker. De marges die we verdienen, investeren we weer in het bedrijf, waardoor we nog steeds niet winstgevend zijn. We groeien jaarlijks wel met dubbele cijfers, op bijna alle fronten.”

Volgens Gartner is de 3D-printmarkt over tien jaar minimaal driehonderd miljard euro waard. Dat vraagt om andere verdienmodellen dan slechts een commissie lijkt me.
“Onze waarde zal voorlopig vooral zitten in het maken van 3D-producten. Daarnaast denken we nu ook al na over andere verdienmodellen. Om je een idee te geven: we zouden bijvoorbeeld de designadviezen – die we nu gratis aan onze community geven – als premium feature kunnen aanbieden. Op basis van een kleine vergoeding. Er zijn nog tal van andere features te bedenken waar je een prijskaartje aan kunt hangen, maar die nu nog gratis zijn. Welke dat zouden kunnen zijn, hou ik graag nog even voor mezelf.”

Ga je nog nieuwe printfabrieken openen naast die in New York en Eindhoven?
“Vooralsnog niet. Maar dat we op termijn gaan uitbreiden, staat vast. Twee vestigingen lijkt wellicht weinig gezien onze ambities, maar vergeet niet dat elke fabriek de nodige aandacht en investeringen vergt. Over het eerste; ik doe liever één ding goed dan meerdere dingen slecht. Daarbij moeten onze fabrieken rendabel zijn en dus een bepaalde productie draaien. Tot op heden is de vraag nog niet zo groot dat een derde fabriek zinvol is. Het zou alleen maar tot een kostenstijging leiden.”

Er zijn vijf manieren om 3D te printen, waarvan jullie er drie gebruiken. Waarom niet allemaal?
“Met de huidige drie methodes (poeder, plastic druppels en poeder én binder, red.) voorzien we in de behoefte van onze community, zo’n half miljoen leden, zo blijkt uit hun feedback en de inzichten uit eigen onderzoek. Daarnaast zijn de printmachines die wij gebruiken – zo’n 28 in totaal – niet goedkoop, en dus moet je keuzes maken. Neem onze kleinste printer, die een printvolume heeft ter grootte van een kleine magnetron, die print twintig tot honderd producten per dag en kost zo’n tachtigduizend euro per stuk. De grootste variant, ter grootte van een gemiddelde koelkast, heeft een prijskaartje van rond de achthonderdduizend euro en print duizenden producten per dag. Dat zijn andere prijzen dan die voor een consumentenprinter.”

Hoe schat je de toekomst van het thuisprinten in?
“Dat aandeel zal blijven groeien, maar ik zie daar geen grote toekomst voor weggelegd. Voor je idee, we hebben als Shapeways momenteel al meer klanten, ruim tweehonderdduizend, dan er 3D-printers thuis staan. Daarnaast kunnen die apparaten vaak maar één materiaal aan en kost het heel veel tijd voor je er iets substantieels mee geprint hebt. Vergeet niet dat een product dat uit de printer komt vaak niet af is en nog een aantal behandelingen moet ondergaan, bijvoorbeeld polijsten of andere afwerkingen, een service die wij onze klanten bieden. Daarnaast behelst 3D-printen nog steeds meer dan slechts één druk op de knop, waardoor ondersteuning vaak gewenst is. Bedenk ook dat niet alle creaties geprint kunnen worden; sommige ontwerpen zijn erg kwetsbaar of soms zijn er technische beperkingen.”

Bij de HEMA kan je tegenwoordig ook 3D-geprinte producten bestellen. Verwacht je nog serieuze concurrentie van dergelijke retailers of pure players als bol.com?
“Nee. De combinatie van een community, eigen printfabrieken, een uitgebreid leveranciersnetwerk en het feit dat je bij ons zelf een online webshop kunt openen, zie ik anderen niet nadoen. In die zin hebben we geen concurrentie. Daarnaast is de HEMA in deze louter een verkooppunt van 3D-producten die elders worden geprint. En biedt het geen community of ondersteuning zoals wij die hebben. Een pure player als bol.com zie ik niet snel instappen. Hun kracht is het kopen en verkopen van spullen en daar marge op maken. Wellicht zullen ze het proberen, maar met een linkje op de website alleen ben je er niet. Wat ik eerder voorzie, is dat zij via een softwarescriptje linken naar een 3D-printfaciliteit zoals de onze, waarbij geïnteresseerden met een simpele tool bestaande producten kunnen pimpen en laten printen.”

Op eBay en Etsy kan je tegenwoordig ook 3D-geprinte producten kopen, ook ontwerpen uit jullie eigen community. Wat vind je daarvan?
“Ik zie die platformen eerder als een alternatief distributiekanaal voor onze gebruikers. En dus een mooie promotie voor wat we doen. Daarnaast printen wij een deel van die producten, dus levert het ons indirect ook omzet op.”

Hoe zit het met het vermarkten van de Shapeways Shops?
“In het verleden deden wij dat, maar dat werkte niet goed. Je merkt dat consumenten hun vrienden of kennissen – lees shopeigenaren en communityleden – meer vertrouwen dan een bedrijf. En dus faciliteren we onze gebruikers om zelf hun artikelen te promoten. Ook op sites als Twitter, Facebook en Pinterest. Hun bereik is tezamen groter dan wij als bedrijf ooit zouden kunnen behalen. Het levert sommige makers maandelijks duizenden dollars aan inkomsten op.”

Sinds een half jaar kan je op jullie platform ook aan de slag met creaties van onder meer Star Wars, My Little Pony en Transformers. Hoe loopt dat?
“De samenwerking met Hasbro, die de IP-rechten van deze merken bezit, is nog te pril om al conclusies te trekken. Dat onderdeel begint net tractie te krijgen. We verwachten daar wel veel van. Het feit dat een van de grootste speelgoedfabrikanten inziet dat het tot op zekere hoogte vrijgeven van hun IP-rechten een win-win is voor zowel de brand als de consument, kan ik alleen maar toejuichen. Zolang onze community het ethisch netjes houdt en het eindresultaat geschikt voor kinderen blijft, is wat hen betreft alles geoorloofd. Dat spreekt een grote fanbase aan.”

Hebben jullie Hasbro zelf benaderd?
“Nee, zij kwamen naar ons toe. Per verkocht product krijgen zij een revenue share. Voor ons betekent het simpelweg meer omzet en een groter bereik. Als het een succes wordt, is het een mooie showcase en gaan we nog meer Hasbro-brands toevoegen. Ook merken waar zij niet zelf de rechten van bezitten, maar wel in beheer hebben. Dat zal echter nog wel een paar jaar op zich laten wachten. Eerst maar eens kijken hoe dit zich ontwikkelt. Diverse andere marktpartijen volgen deze stap overigens met belangstelling en zijn we mee in gesprek. Uiteindelijk verwacht ik dat in 2025 zo’n tien procent van alle online bestelde producten uit een 3D-printer komt.”

 * Dit interview verscheen eerder in het februarinummer van Emerce magazine (#137)

Foto: Marc Olivier le Blanc (in opdracht van Emerce)

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond