Deel dit artikel
-

Under Armour: ‘Tech en sport is een logische combinatie’

Het Amerikaanse sportmerk Under Armour is dé challenger van grootmachten als Nike en Adidas. Dankzij een excessieve focus op de eindgebruiker en een tomeloze ambitie om te innoveren. “Als het aan ons ligt, doen we overal een chip in”, aldus Chris Bate (53), VP & Managing Director Europe.

Ondanks de bijna vijf miljard dollar die Under Armour wereldwijd omzet, is het bedrijf voor sommige consumenten nog een grote onbekende. En dat terwijl de onderneming van CEO en oprichter Kevin Plank al sinds 1996 actief is en inmiddels zo’n vijftienduizend medewerkers telt, verdeeld over 28 landen.

Het fundament van het miljardenbedrijf legde Plank in de garagebox van zijn oma in Washington DC. Van daaruit bracht hij in 1996 zijn eerste product – een T-shirt dat op ingenieuze wijze zweet afvoert – aan de man. Na een moeizame start, met krap vijfhonderd verkochte T-shirts in het eerste jaar, vervijfvoudigde de omzet al snel en kreeg Plank de smaak te pakken.

In de jaren erna wist Under Armour zich ook steeds meer in the picture te werken. Door onder meer het gratis weggeven van producten aan topsporters tot het sluiten van nationale sponsorships en zelfs het kleden van bekende filmacteurs in grote Hollywoodproducties. Hoewel het bedrijf de laatste tijd minder hard groeit dan analisten hadden gehoopt (eerder twintig dan dertig procent, red.), is de verwachting dat de omzet in 2020 zal uitkomen op maar liefst elf miljard dollar.

Under Armours hoofdkantoor staat al sinds jaar en dag in het Amerikaanse Baltimore, waar ongeveer de helft van de medewerkers gehuisvest is. Vanuit het Olympisch Stadion in Amsterdam, dat sinds 2006 dienst doet als Europa’s hoofdkwartier, worden de Europese landen aangestuurd. “In totaal tweehonderd medewerkers, waarvan zo’n honderddertig in Nederland”, aldus Bate die alle Europese activiteiten overziet en eerder bij onder meer Nike en Puma werkte.

Hoe kan het dat een relatieve nieuwkomer wedijvert met Nike en Adidas, toch de koningen van de sportbusiness?
“In de kern is dat terug te voeren op onze bedrijfscultuur, waarbij we continu gefocust zijn op het beter laten presteren van sporters. Onder meer door innovatie, sport en technologie samen te brengen. Een ambitie die je daarnaast alleen maar kunt bereiken als je met zeer gedreven mensen werkt. Door dat elke dag te doen, ontstaan er nieuwe innovatieve producten, op allerlei vlakken. En groeien we ook als bedrijf. Hierdoor kunnen we vandaag de dag een brede range van sportgerelateerde producten bieden. Denk aan schoenen, ondergoed en vrijetijdskleding. Allemaal ontwikkeld zodat sporters zich zo goed mogelijk kunnen voorbereiden, presteren en herstellen.”

Met de introductie van vrijetijdskleding lijk je ook de strijd aan te gaan met bestaande fashionlabels. Is dat zo?
“Klopt. Dat wij opschuiven, is overigens niet zo vreemd als je bedenkt dat de premium fashionlabels als Hugo Boss al jaren een beweging onze kant op maken. Uiteindelijk draait dit spel om de kwaliteit van de materialen die worden gebruikt. Iets waar wij vanaf dag één nooit concessies in hebben gedaan. Waardoor we van mening zijn dat we deze markt zeker deels naar ons toe kunnen trekken. Behalve dat het een natuurlijke extensie is, is het tevens een mooie gelegenheid om ons merk bij een groter publiek onder de aandacht te brengen.”

Wat is momenteel jullie grootste klantengroep?
“Onze core-users zijn veelal 25 tot 34 jaar oud. Noem ze millennials. Dit hebben we niet strategisch zo bedacht, het is gewoon een groep die graag nieuwe dingen uitprobeert. Als je kijkt naar het aantal mannelijke en vrouwelijke gebruikers, dan zijn mannen in de meerderheid. Zij het met een miniem verschil: 53-47 procent.

In Europa is het Verenigd Koninkrijk onze grootste afzetmarkt, simpelweg omdat dit het eerste land was waar we buiten de Verenigde Staten actief werden. Gevolgd door Duitsland en Frankrijk. Duitsers zijn dol op innovaties, net als Nederlanders. De snelst groeiende Europese markt voor ons is desalniettemin de UK.”

Welke producten zijn het meest gewild?
“By far de trainingsproducten. Van T-shirt tot joggingbroek. Voor zowel binnen als buiten. Opgeteld bijna driekwart van onze verkoop. Dit aandeel neemt in de afgelopen jaren wel iets af door de introductie van ons schoenensegment in 2006 (inmiddels ter waarde van één miljard dollar omzet, red.). En dan heb je nog de accessoires, goed voor een kleine tien procent. Persoonlijk denk ik dat binnen nu en drie jaar smart tech een grote vlucht zal nemen. Tech en sport is een logische combinatie.”

In hoeverre zijn jullie eigenlijk nog een sportbedrijf?
“Niet. Oorspronkelijk was dat wel zo, maar die tijd ligt alweer ver achter ons. We zijn absoluut een techbedrijf, meer dan wie dan ook in onze business. Dat heeft er tevens voor gezorgd dat we – als het gaat om marktaandeel – op de Amerikaanse markt met Adidas stuivertje wisselen om de tweede plek (Nike bezet fier de eerste positie, red.). Als het aan ons ligt, doen we ook overal een chip in, zolang het maar bijdraagt aan onze missie. Onze nieuwste schoen is daar een mooi voorbeeld van. Als je zes keer springt, meet het de gesteldheid van je voeten. Hierdoor kunnen we je niet alleen op basis van data vertellen wat en hoe goed je iets hebt gedaan, maar ook wat je met jouw conditie het best kunt gaan doen als het gaat om sport. Hoe gaaf is dat? Op dit vlak kan je nog veel meer innovatie van ons verwachten. Want wat Facebook heeft gedaan voor social, Amazon (Prime, red.) voor retail en LinkedIn voor business, willen wij voor de fitness- en wellnesscategorie zijn.”

Wat is jullie overall marketingstrategie?
“Net als menig ander bedrijf geven we minder uit aan televisiereclame dan voorheen en zetten we ons geld meer op digital en social. Met name bij partijen als Facebook, Twitter, Snapchat en Instagram. Hiervoor maken we speciale content, passend bij elk van de platformen. Met de aan ons verbonden sporters in de hoofdrol. Geen rocket science, maar voor ons wel een nieuwe tak van sport. In de afgelopen paar jaar hebben we ons namelijk vooral gericht op het vinden en contracteren van de juiste sporters. Nu is het tijd om ze onze waarden uit te laten dragen. Via hun eigen digitale kanalen, want daar zitten de fans.”

Hoeveel van de vijf miljard omzet is toe te schrijven aan online?
“Ongeveer negentig procent komt van retail. De rest verloopt via onze eigen site, waarvan we er binnen Europa nu veertien hebben. Eind dit jaar vijftien, waarbij ongeveer de helft is afgestemd op de lokale taal. Pure players als Amazon en Zalando, waar we een exclusief partnership mee hebben, vallen bij ons overigens binnen retail. Hun aandeel mag ik niet specificeren. Wat ik wel kan zeggen, is dat we in Europa jaarlijks twintig miljoen views op underarmour.com genereren. Niet gek voor een bedrijf dat twee jaar geleden online niet actief was.”

Under Armour heeft in Europa geen eigen winkels, maar maakt gebruik van partners. Waarom?
“In de VS hebben we al diverse brand houses, die komen er in Europa ook. Dat is gezien de fase waar we als bedrijf in zitten ook zeer wenselijk. Nog dit jaar zullen we een eigen winkel openen, en in de komende drie jaar nog eens zes flagshipstores. Waar kan en mag ik niet zeggen, maar neem van mij aan dat we al onze kennis en learnings erin zullen verwerken. Natuurlijk op een premium locatie, want dat is essentieel wil je succesvol zijn. Centraal-Europa, Polen, de Baltische Staten en dergelijke vallen hierbuiten. Daar blijven we met retailpartners werken. Wat betreft distributie werken we in Europa met slechts één partner, zodat wij ons kunnen focussen op waar wij goed in zijn.”

Veel Europese retailers kijken met een schuin oog naar China. Hoe vergaat het jullie daar?
“We groeien er erg hard, zeker de laatste jaren. We zijn er vooral actief via retailstores, hetzij van onszelf dan wel van derden. Het hebben van fysieke winkels is er, ondanks het succes van digitale platformen als WeChat, van ongelooflijk groot belang. Vergeleken met Europa is China sowieso heel anders. Het is een sterk gefragmenteerde markt. Vanuit investeerdersperspectief is het daarentegen wel weer erg overzichtelijk. Je kunt vooraf goed voorspellen wat je return of investment is.”

Om digitaal een slag te maken, heeft Under Armour een paar jaar geleden een drietal apps overgenomen. Met vooralsnog weinig ruimte voor e-commerce…
“Klopt. De overname van MapMyFitness, MyFitnessPal en Endomundo was ook niet bedoeld om er een hele andere app van te maken. Het stelde ons wel in staat om een eigen overkoepelende app te bouwen: UA Record. Met daarin alle features die een sport-app volgens ons moet hebben. Ook daarin staat de gebruiker centraal. En dus zit de button naar onze webshop niet op de homepage. Het is ook niet de eerste behoefte van onze community, die momenteel 194 miljoen gebruikers telt. Desondanks is het zeker een leadgenerator. Uit data die we hebben, blijkt ook dat gebruikers meer openstaan voor fitnessgerelateerde advertenties en aankopen na het doen van een work-out. En ze meer op ons platform spenderen dan als ze via een andere weg onze webshop bezoeken (26 procent meer, red.). Onze omzet op mobiel stijgt overigens al jaren met meer dan vierhonderd procent.”

Under Armour is shirtsponsor van voetbalclub AZ. Heb je daarvoor ook gebruikgemaakt van data-analyse?
“Haha, nee. Wij waren op zoek naar een local hero. Tevens een underdog in de Nederlandse voetbalcompetitie. Net als wij in onze business. Dan ga je niet naar Ajax, Fyenoord of PSV. Toen we met de mensen van AZ spraken, was er ook meteen een klik. En bleek dat we over veel zaken hetzelfde denken. Net als bij onze andere sporters waarmee we marketingwise afspraken hebben, willen we bovenal dat ze door ons betere resultaten kunnen behalen. Wat indirect weer goed is voor onze zichtbaarheid en branding.”

Jullie weten door al die app-data precies wie wat wanneer doet, eet en slaapt. Hoe ga je al die data verzilveren?
“Daarvoor zijn we onder meer een samenwerking met IBM’s Watson aangegaan. Zij hebben technologie en kennis die wij simpelweg niet in huis hebben. Hierdoor is het mogelijk om op de persoon afgestemde suggesties te doen. Denk aan een notificatie na een drukke sportdag dat het tijd is om te rusten, als je de volgende dag weer voldoende hersteld wilt zijn. Of dat je gevarieerder moet eten (op basis van calorieën-app MyFitnessPal, red.). Dat soort zaken. De kunst is om dat op een niet-opdringerige manier te brengen, op het juiste moment. Anders mist het zijn doel, wat zonde zou zijn. Uiteindelijk willen we dat mensen door onze producten ook een beter en langer leven hebben. Dat is goed voor hen. En op lange termijn voor ons.”

App-gebruikers kunnen onderling ook met elkaar communiceren. Nu worden vooral work-outs gedeeld. Wellicht goed om de app een meer social karakter te geven?
“Zolang het met fitness en wellness te maken heeft, is dat zeker een idee. Het sluit ook aan op de ambitie om de grootste te worden in onze categorie. Vooralsnog lag onze focus er niet op. Mede omdat onze gebruikers andere features belangrijker vinden. Neemt niet weg dat het een volgende stap kan zijn.”

* Dit artikel verscheen eerder in het maartnummer van Emerce magazine (#156).

Foto: Vincent Boon (in opdracht  van Emerce)

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond