-

Column: Overheid geeft cybercrimineel de ruimte

Met het opsporen van cybercriminaliteit heb je niks aan de overheid zei oud-politiechef Inge Philips in diverse media. Een stevige uitspraak en een serieus signaal aan het kabinet. Cybercriminaliteit neemt namelijk ieder jaar toe en het raakt onze samenleving steeds harder. Vorige week nog waarschuwde Europol dat smartphones steeds vaker doelwit zijn van cybercriminelen.

Cybercriminaliteit zou in sommige landen zelfs een groter probleem zijn dan ‘ouderwetse’ criminaliteit, zoals woninginbraken of diefstal. Dat we niets aan de overheid hebben, is niet waar maar Philips heeft gelijk dat de overheid meer moet en kan doen om cybercriminaliteit voor te zijn, op te sporen en te bestrijden. Daarom moet het kabinet cybercriminaliteit prioriteit geven, bezuinigingen op cyberveiligheid bij de politie terugdraaien en helpen de online veiligheid te vergroten.

Wat het kabinet nu vooral doet is mooi weer spelen met de veiligheidscijfers. Cybercriminaliteit is namelijk niet representatief vertegenwoordigd in de misdaadstatistieken. Het aantal aangiftes is zo laag, dat een groot deel van de cybercriminaliteit ongezien en ongeregistreerd blijft.

De minister van Veiligheid en Justitie kan wel goede sier maken door te zeggen dat de misdaad daalt, als alle cybercriminaliteit meegenomen wordt, ontstaat er een heel ander beeld van misdaad in Nederland. Het negeren van cybercriminaliteit is struisvogelpolitiek waar niemand beter van wordt. Cybercriminaliteit moet dus een  volwaardig onderdeel van de misdaadstatistieken worden.

Investeer! Het kabinet bezuinigde eerst 40 miljoen op ICT bij de politie, terwijl dit al jaren als ‘topprioriteit’ wordt aangemerkt. Komend jaar komt er weliswaar weer vijf miljoen bij, maar dat is dus geen extra investering maar slechts een kleine verlichting van de bezuiniging. Begrijpelijk dat Philips daar verontwaardigd over is. Die bezuiniging belemmert goed online recherchewerk. D66 wil de gehele bezuiniging van 40 miljoen euro daarom terugdraaien zodat de politie kan investeren in goede digitale opsporingscapaciteit.

Preventie is het halve werk. Wereldwijd zijn cybersecurity experts het erover eens dat we online veiligheid moeten behandelen als volksgezondheid. Cyberveiligheid is geen simpele tweestrijd tussen agent en crimineel. Het is een gezamenlijke uitdaging en verantwoordelijkheid.

De rol van de overheid is om mensen en bedrijven te helpen zichzelf beter te beveiligen, in de eerste plaats door mensen goed te informeren over goede ‘cyberhygiëne’. Daar hoort ook bij dat het kabinet geen wetsvoorstellen doet die de online veiligheid juist verkleinen.

De politie hack-bevoegdheid geven en het afzwakken van encryptie zijn bijvoorbeeld voorstellen die cybercriminelen juist helpen. Bedrijven moeten open zijn over de cyberaanvallen die zij incasseren en deze informatie direct delen. Softwaremakers moeten veilige software afleveren en daarvoor ook garantie geven. En gewone mensen moeten weten hoe ze hun online apparaten veilig houden door middel van sterke wachtwoorden, het negeren van verdachte mailtjes, het versleutelen van berichten en het updaten van software.

De conclusie is duidelijk. Het is hoog tijd dat het kabinet cybercriminaliteit serieus neemt. Door eerlijk te zijn over de cijfers, door te investeren, door mensen goed voor te lichten en door niet met wetsvoorstellen te komen die het internet juist onveiliger maken. Dan krijgen we een overheid die wel wat waard is in de strijd tegen cybercriminaliteit.

*) Dit artikel is tevens gepubliceerd op de website van D66.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond