-

Het internet: van rebelse puber tot…

Wat als we het internet moeten vergelijken met het leven van een mens. In welke levensfase zit het internet dan? Puber, jong volwassene? Heeft het internet een goede jeugd gehad? En hoe ziet zijn toekomst er uit? Tijd voor een stukje analyse. Is het internet zijn enorme belofte inmiddels aan waarmaken? Je zou zeggen van wel. Veel traditionele dienstverlening is op een ‘ disruptive’ manier vervangen door online tools en iedereen kan tegenwoordig een online startup beginnen. 

Meer ruimte voor innovatie

Of is het toch wat minder rooskleurig? Oud-eurocommissaris Neelie Kroes was kritisch tijdens de 10e editie van TNW Europe. Naar haar mening zijn overheden vaak angstig voor nieuwe disruptive innovatie. In plaats van angst zou deze innovatie veel meer ondersteund moeten worden. Hierin wordt zij gesteund door Werner Vogels van Amazon. Hij pleit voor de regel ‘Institutional yes’. Deze regel bevordert binnen Amazon nieuwe ideeën, omdat juist de persoon die tegen een idee is de anderen moet overtuigen waarom een idee NIET goed is.

‘Hamburger index should be changed into an Uber index to measure adaptation of disruptive innovation in countries.’

— Neelie Kroes

Wetgeving vertraagt innovatie

Gary Shapiro zit als CEO van Consumer Electronics Association en schrijver van ‘Ninja innovation’ bovenop de laatste innovaties. Hij vertelt graag over de nieuwste disruptive trends en de enorme veranderingen die zij met zich meenemen:

  • Zelfrijdende auto’s. Als we zelfrijdende auto’s hebben, zijn er dan nog taxi’s nodig? Zijn er dan nog wel aanrijdingen? Rijden we dan nooit meer te hard? Of in het kader van de deeleconomie: Hebben we zelf auto’s nodig of roepen we er eentje op (met Uber) als we ergens heen gaan? Wat gebeurt er dan met onze hulpdiensten, taxi’s en regelgeving?
  • Wat als onze bestellingen via zelfsturende drones thuisbezorgd worden. Wat voor impact gaat dit hebben op onze wetgeving en arbeidsmarkt?
  • Als we ons van voedsel zelf kunnen printen met behulp van 3D-printers, gaan we dan nog naar de supermarkt of (afhaal)restaurants? En als we tekeningen van producten gewoon kunnen downloaden en de producten in 3D kunnen laten printen wat gebeurt er dan met de detailhandel?

video-undefined-24733BBA00000578-584_638x362

Foto: Mercedes-Benz  

Maar Shapiro wijst vooral naar de potentiële bedreigingen voor (jonge) innovators:

  • Strenge wetgeving vertraagt innovatie. Voorbeeld: Er is in Silicon Valley enorm veel ontwikkeling op het gebied van de gezondheidszorg die de zorg uit de traditionele zorginstellingen moet halen en naar de mensen thuisbrengt. Maar voordat een product in Amerika op de markt mag komen moet het voldoen aan de strenge richtlijnen van de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA).
  • Gesloten grenzen.
Er zijn nog steeds landen die hun grenzen sluiten voor buitenlandse bedrijven. In landen zoals China zijn ‘buitenlandse’ bedrijven niet welkom. Ook in Westerse landen worden disruptors zoals Uber verboden omdat zij ten koste gaan van de lokale economische groei, door bijvoorbeeld door het verlies aan banen.
  • De traditionele arbeidsmarkt is niet flexibel. Werknemers met (vaste) contracten worden beschermt door wetgeving en CAO’s die er voor zorgen dat ondernemers werknemers lastig kunnen overplaatsen of kunnen ontslaan om snel mee te kunnen bewegen met nieuwe ontwikkelingen.
 ‘Last 10 years were an epic fail’

speaker-andrew-keen

Foto: TNW. Andrew Keen

Het internet is een katalysator geweest voor veel nieuwe technologieën. Maar volgens Andrew Keen is het internet ‘niet het antwoord’. Keen is journalist en auteur van “The internet is not the answer”. Hij is kritisch op de digitale ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Of zoals hij stelt: ‘We kunnen nu niet meer zeggen dat het internet ‘te jong’ is’. Het internet is nu ongeveer 25 jaar oud en volgens Keen is het tijd voor een heldere analyse. ‘Is het een succes of niet?’

Hij stelt dat de ontwikkelingen van de afgelopen tienjaar een ‘epic fail’ waren. ‘We dachten dat het internet meer en gelijkere kansen zou bieden, banen zou creëren en meer vrijheid zou geven. Maar 25 jaar na de uitvinding van het internet door Berners-Lee zijn er maar een paar grote bedrijven die profiteren en de rest niet.’

We leven tegenwoordig in heel andere economie van ‘The winner takes it all” . De grootste online bedrijven zoals Google, Facebook en Amazon hebben veel meer invloed dan de (technologie)bedrijven voor 2005. Deze bedrijven creëren een totale monopolie voor zichzelf. Je kan je zelfs afvragen of we over een paar jaar niet bestuurd worden door paar grote machtige bedrijven in plaats van een overheid.

Dit staat haaks op de voorspellingen bij de opkomst van ‘web2.0’ waarbij gedacht werd dat de laagdrempeligheid ondernemers gelijke kansen zou bieden. Maar tegenwoordig zien we dat (nieuwe) ondernemingen het niet redden of overgenomen worden door de Google’s van deze wereld. Of dat bestaande markten op zijn kop gezet worden door grote disruptors die plek in nemen van de ‘klassieke’ grote spelers.

Hij noemt enkele voorbeelden: Facebook neemt Instagram voor 1 miljard dollar nog voordat het überhaupt winst maakte. Terwijl Kodak tegelijkertijd bijna failliet gaat omdat het niet in staat is geweest snel genoeg mee veranderen. En kijk eens wat een iTunes, Spotify, Netflix, maar ook (illegale) downloads veranderen aan de manier waarop muziek, films en series tot ons nemen.

Maar Keen is zoals hij zelf noemt NIET tegen de technologie. Of zoals hij het zegt: ‘We schieten er niks mee op de stekker uit het internet te trekken of de boeven van Google en Facebook op te sluiten”. ‘But we need to give back the power to the people’.

Om dit te realiseren benoemt hij een aantal punten:
  • We hebben regels nodig. Hij vergelijkt het internettijdperk met de opkomst van de industriële revolutie. Aan het begin van dit tijdperk waren kinderen aan het werk in de fabrieken en moesten mensen lange dagen werken in zeer ongezonde situaties. Totdat de overheden ingrepen en duidelijke regels voor opstelde.
  • Regels zijn de ‘vriend’ van innovatie. Schep duidelijke voorwaarden voor innovatie. Geef bedrijven gelijke kansen.
  • Regels om onze privacy te beschermen. Door de ‘gratis’ content die bijvoorbeeld aangeboden wordt via Google’s Youtube wordt niet alleen de creatieve sector bedreigd, maar geven wij door deze data af te nemen Google alleen nog maar meer persoonlijke informatie. Of zoals Keen zegt: ‘In 2020 is big data ubiquitous. Everyone is connected with more and smaller devices. In 2025 we do not have any privacy left’.
  • Iedereen moet zich bewust zijn van de gevolgen van het gebruik van technologie. We kunnen er niet vanuit gaan dat anderen ons altijd beschermen. Hiervoor moet er een ‘internet bill of responsibility’ komen, een variant op Tim Berners-Lee’s ‘internet bill of rights to ensure greater privacy’.

In eerste instantie lijken grote namen zoals Gary Shapiro en Andrew Keen lijnrecht tegenover elkaar te staan. Maar tussen de regels door zijn ze het er over eens dat de regelgeving rondom het internet aangepast moet worden om innovatie en gelijke kansen voor iedereen te bevorderen.

Dit is eigenlijk ook min of meer het verhaal waar Tim Berners-Lee voor pleit in de ‘internet bill of rights to ensure greater privacy’. Hier zoomt hij vooral in op onze privacy. Want grote bedrijven en overheden gaan ons leven meer en meer ‘controleren’ op het moment zij via internet alles van ons weten en kunnen bepalen welke sites wij bezoeken. De juiste normen en waarden zorgen er voor dat het internet opgroeit van rebelse puber tot ontspoorde volwassene of niet, aldus Andrew Keen.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond