-

Wil de volgende Nederlandse Unicorn opstaan?

De laatste Champions League-overwinning van een Nederlandse voetbalclub dateert van 1995. Een herhaling van die onvergetelijke avond in Wenen ligt niet in de lijn der verwachting. Immers, onze beste spelers vertrekken op steeds jongere leeftijd naar financieel aantrekkelijkere competities. Dat zien we ook in het bedrijfsleven.

Onze startups slaan hun vleugels uit buiten onze landsgrenzen. Dat is een teken van succes, maar tegelijkertijd een verlies voor de Nederlandse economie. Het Nederlandse ranglijstje van jonge rupsjes die uitgroeien tot volwassen vlinder beperkt zich tot Adyen, en wellicht binnenkort Takeaway.com. Wat zegt dit over Nederlandse startups en ons ecosysteem?

De stimulering van de ontwikkeling van startups kent drie dimensies: schaalpotentie, kapitaal en overheidsbeleid. Kijken we naar startups van Nederlandse bodem, dan zien we geweldige ideeën en teams. Maar ik zie ook dat persoonlijkheden en vaardigheden binnen zo’n team niet altijd complementair zijn. Founders komen vaak een heel eind met het valideren van het businessmodel en hun eerste verkoopsuccessen. Maar daarna? Schaalpotentie vormt het probleem niet. Eerder ontbreekt het aan kennis, kunde en soms ook gewoon lef om de volgende stap te zetten. Een inspirerende founder is niet per se een competente CEO.

Dit brengt mij bij de tweede dimensie: kapitaal. We kijken likkebaardend naar de ontwikkelde investeerdersgemeenschap in de VS. Daarmee doen we het Nederlandse investeringsklimaat tekort. Veel startups zijn echter niet in staat een schalingsplan te maken met een kapitaalsbehoefte die aansluit bij de wensen van Nederlandse investeerders.

Degenen die wel zo’n schalingsplan hebben, trekken vaak ook meteen aandacht van buitenlandse investeerders. Met als gevolg dat potentiële Unicorns ervoor kiezen hun vleugels buiten onze landsgrenzen uitslaan en daardoor nog maar in beperkte mate of geheel niet meer bijdragen aan de Nederlandse economie.

Dit brengt mij ten slotte bij de rol van de overheid, de derde dimensie. Nederland kent veel regelingen om startende bedrijven op gang te helpen. Maar die regelingen sluiten onvoldoende aan bij scale-ups met internationale groeiambities. De overheid moet meer (fiscale) prikkels aan de investeerderskant inbouwen om de hoge risico’s van internationale schaling te verkleinen. Bijvoorbeeld door meer balans tussen flexibiliteit en zekerheid in het Nederlandse arbeidsrecht aan te brengen.

Nederland staat hoog op allerlei lijstjes. Zo behoort ons land tot de twintig rijkste en vijf meest concurrerende landen ter wereld. Maar onze plaats op het lijstje met Unicorns lijkt niet in verhouding te staan tot de ambitie van Nederland als startup land. Dat betekent dat we de economische potentie van jonge bedrijven – in de vorm van meer werkgelegenheid, kennis en welvaart – niet benutten. Dat is jammer.

Deze week staat onze hoofdstad in het teken van Amsterdam Capital Week, met evenementen voor start-ups en investeerders. Ik kijk vooral uit naar Fast Growth Icons Amsterdam, een event voor snelgroeiende scale-ups, en waar PwC zich aan verbonden heeft. Ik vind dat we meer moeten leren van het succes van buitenlandse snelgroeiers in relatie tot het ecosysteem waarin zij ondernemen. Als we die lessen ook in ons land goed toepassen, dan spelen Nederlandse jonge bedrijven snel weer om de prijzen in de Champions League. De volgende Nederlandse Unicorn laat dan niet lang op zich wachten.

*) Dit artikel is tevens gepubliceerd op de website van PwC.

Deel dit bericht

1 Reactie

Nils Rooijmans

Is één van die belangrijke lessen niet dat de NL-se investeerder minder risico wil nemen dan veel buitenlandse investeerders? En dat de ondernemer in een scale-up dat risico wel aandurft en daarom het geld aanbod uit het buitenland aanneemt?

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond