Industry Wire

Baanbrekend onderzoek via directe smartphone-signalering in Science

Hoe vaak ervaren mensen moreel gedrag in hun dagelijks leven? En hoe vaak handelen ze zelf moreel? Wat is daarbij de rol van politieke ideologie, religiositeit en de eigen sociale omgeving? Sociaal psycholoog Mark Brandt (Tilburg University) en collegae uit Duitsland en de VS deden een grootschalig onderzoek waarbij proefpersonen diverse keren per dag moesten weergeven of zij iets (im)moreels hadden gesignaleerd, waarvan de bevindingen op 12 september zijn gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift Science.

Om achter die dagelijkse morele gedragingen en ervaringen te komen werden 1252 Amerikaanse en Canadese volwassenen gevolgd op een originele wijze op het terrein van moraalonderzoek. Iedere respondent ontving gedurende drie dagen op een willekeurig tijdstip vijf signalen per dag op zijn/haar smartphone. Na ieder signaal moesten de respondenten aangeven of ze het afgelopen uur iets (im)moreels hadden gedaan of gesignaleerd. In totaal werden 13.240 ‘snapshots’ verzameld. In dertig procent van de gevallen meldde men een moreel-relevante gebeurtenis. En (vice versa) in zeventig procent van de gevallen gaf men aan niets te kunnen melden dat als moreel kon worden bestempeld.

Morele thema’s
Waar gaan die dagelijkse morele gedragingen en ervaringen over? Van die dertig procent hield het grootste deel thematisch verband met goed /kwaad doen (care/harm). Andere thema’s waaraan gerelateerd kon worden waren: (on)rechtvaardigheid (denk aan eerlijke verdeling van middelen), (on)oprechtheid, (on)trouw of (on)fatsoenlijk gedrag. De onderzoekers bleken in staat om alle reacties in acht categorieën van moraliteit in te delen.

Politiek en religie
Wat politieke voorkeur betreft blijken de progressieven iets meer in verband gebracht te kunnen worden met (on)rechtvaardigheid, vrijheid/onderdrukking en (on)eerlijkheid dan de conservatieven. Conservatieven blijken iets meer gerelateerd te kunnen worden aan (dis)loyaliteit, (anti-)autoriteit en (on)fatsoen. Maar de verschillen zijn klein wat de conclusie rechtvaardigt dat aangaande dagelijkse morele overwegingen/gedrag de progressieven en conservatieven meer op elkaar lijken dan verschillen. Uit de data blijkt verder dat gelovige mensen niet meer (im)moreel gedrag signaleren dan niet-gelovige mensen, zowel in hoeveelheid als in kwaliteit.

‘Besmetting’
Brandt en collegae bekeken ook of moreel gedrag van anderen eigen moreel gedrag stimuleert. En jawel, zij vonden bewijs voor ‘morele besmetting’: deelnemers die op een bepaalde dag te maken kregen met een goede daad, pleegden zelf ook vaker een goede daad later die dag. Ofwel: wie goed ervaart, doet zelf ook goed. Maar omgekeerd niet, immoreel gedrag stimuleert niet slecht gedrag. Wat betreft happiness blijkt dat mensen zich gelukkig voelen wanneer ze geconfronteerd worden met goede daden van anderen. Maar ze worden nog gelukkiger door zelf goed te doen.

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Deel dit bericht