Eerste Nederlandse meet-up rondom community Producthunt.com

Amsterdam, 23 september 2014 – Product Hunt is een online platform dat dagelijks een selectie biedt van de beste apps, websites, hardware en technologische creaties. Op Product Hunt wordt nieuwe technologie gedeeld, beoordeeld, besproken en gekozen door de communityleden, veelal bestaande uit liefhebbers en experts uit de internetscene. De discussies tussen aanbieders en beoordelaars, de feedback en de exposure die hieruit ontstaat, is volledig organisch. De populariteit van het platform bewijst dat mensen behoefte hebben aan een selectie en overzicht in het enorme wereldwijde aanbod van nieuwe technologie. Op vrijdag 26 september aanstaande is de eerste Nederlandse Product Hunt meet-up bij The Next Web in Amsterdam.
Product Hunt live meet-up in Amsterdam

Inspelend op de belangstelling van 65.000 gebruikers van Product Hunt, waaronder ruim 400 Nederlanders en 300.000 maandelijkse unieke bezoekers van de website, is deze meeting georganiseerd. Hierbij krijgen drie nieuwe Nederlandse start-ups Fitmo, Goboat en Kollekt.fm de kans om hun idee live te pitchen bij het aanwezige publiek uit de Nederlandse tech- en start-upscene, waaronder: IT-professionals, technologiemedia en investeerders. Tevens vindt er een ‘mass vote-up’ plaats, om de start-up met het beste idee een boost te geven op de website. De Product Hunt meet-up wordt geïnitieerd door Bram Kanstein (@bramk), tech-blog The Next Web en managed hostingprovider True.
Bloeiende Nederlandse start-upscene

Nederland kent een bloeiende start-upscene met veel talent en succesvolle bedrijven. Een van de Nederlandse succesverhalen op Product Hunt is Notifyr. Dit is een applicatie waarmee berichten van je iPhone naar je Mac gepusht worden. De zeventienjarige Joost van Dijk is ontwikkelaar van de app, een vriend voegde de applicatie toe aan Product Hunt: “De impact van Product Hunt is gigantisch! De feature resulteerde onder andere in een artikel op TechCrunch en Lifehacker. Maar nog stoerder: Product Hunt leverde meer traffic op dan TechCrunch.”