NWO investeert 10 miljoen extra in informaticaonderzoek

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) investeert de komende drie jaar in totaal 10 miljoen extra in informaticaonderzoek. Dit maakte voorzitter Peter Nijkamp gisteren bekend op het ICT-Kenniscongres in Den Haag.

Volgens NWO kunnen met het bedrag 100 tot 125 extra fte's in het informatica-onderzoek worden gefinancierd. Op de totale begroting van NWO, rond de 400 miljoen euro per jaar, gaat het om een bescheiden extra investering, maar Nijkamp gaf gisteren aan dat hij hoopt dat er een stimulerende werking vanuit gaat richting het bedrijfsleven.

"We nodigen anderen, waaronder de private R&D sector, uit om ons voorbeeld te volgen om de Lissabon-Barcelona ambities waar te maken", zei Nijkamp. Volgens deze beide akkoorden stellen de Europese landen zich ten doel om in 2010 aan innovatie minimaal 3 procent van het BBP te besteden.

Nijkamp weerlegde ook de mening die hij bespeurde als zouden de vruchten van innovatie ook wel in het buitenland ingekocht kunnen worden. "Voor een florerende kenniseconomie en -samenleving is de aanwezigheid van toptalent in eigen land een must. Zonder eigen toptalent geen internationaal erkende wetenschap en zonder hoogwaardige wetenschap geen bloeiende kenniseconomie." Bovendien, zo stelde hij, is inkopen kostbaar en de vraag is waar de financiële middelen vandaan gehaald moeten worden. "Die middelen moeten toch eerst verdiend worden, en daarvoor is kennis nodig."

In het betoog van Nijkamp kwam ook de 'kennis-paradox' aan de orde. Er is veel wetenschappelijke en technische kennis in Nederland beschikbaar, maar er wordt in de praktijk naar verhouding weinig mee gedaan. Nijkamp ziet als een van de redenen "de verwaarlozing van de gamma-component". "Mijn eigen ervaring met het modelleren van complexe verkeersinformatiesystemen of routebegeleidingssystemen heeft me geleerd dat de menselijke factor bij ICT-applicaties een verwaarloosde factor is."

Paul 't Hoen, voorzitter van het ICT-Forum , ging in zijn presentatie eveneens in op de 'kennis-paradox', hij stelde het bedrijfsleven "in hoge mate" verantwoordelijk voor het ontstaan van deze paradox. Meestal wordt gewezen naar universiteiten en wetenschappers die weinig animo zouden hebben om hun vergaarde kennis ook toe te passen in de markt, door bijvoorbeeld een bedrijf te beginnen en een product te lanceren. "Innoverende ondernemers zouden de kennisinstellingen plat moeten lopen", aldus 't Hoen, maar dit gebeurt volgens hem te weinig. Niet geheel onbegrijpelijk, zo geeft hij toe. "Veel onderzoekers hebben helaas weinig tijd, en soms weinig affiniteit."