Apples M1: sneller en zuiniger, maar ook nadelen

Nu het stof van de presentatie van Apple Silicon M1 is opgetrokken, worden ook de nadelen van de nieuwe MacBooks en de MacMini duidelijk.

Voor doorsnee gebruikers zijn die niet zo bezwaarlijk, wel voor gebruikers met speciale wensen.

De MacBook Pro en MacBook Air met M1 kunnen maar op één externe monitor worden aangesloten. Voorgangers met Intel-processor kunnen twee externe schermen aansturen.

De nieuwe Mac mini M1 is wel geschikt om twee 4K-schermen aan te sluiten. Via de Thunderbolt 3-poort of HDMI 2.0-poort.

Een externe grafische processor aansluiten, een zogenoemde eGPU, is niet mogelijk met M1 processoren.

Achteraf je werkgeheugen (RAM) uitbreiden gaat ook niet. M1 is namelijk een System on a Chip (SoC), waarbij alle onderdelen zijn geïntegreerd. Ook opslag is niet uit te breiden, want eveneens vastgesoldeerd.

De nieuwe M1 Mac-modellen hebben Thunderbolt 3-poorten, niet de nieuwere Thunderbolt 4, waar je net weer iets meer mee kunt.

Het goede nieuws is dat Apple de Intel varianten gewoon blijft leveren, ten minste de Pro-versies. De Air is voortaan alleen te koop met de M1 processor.

Voordelen kent de M1 processor ook. Die is niet alleen stukken sneller, maar ook zuiniger. Je kunt nu 17 uur achter elkaar werken met een MacBook Pro, terwijl dat op de Intel-gebaseerde MacBook Pro slechts 10 uur was.

Ook kun je iPad apps draaien op Macs met een M1, zij het dat die wel moeten worden aangepast voor Macs. Het is de vraag of veel ontwikkelaars daar meteen al werk  van willen maken.