Belastingdienst kan fluiten naar erotiekcenten

De belastingdienst heeft het hoger beroep tegen een uitbater van erotische live chatrooms verloren. De opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting hoeft niet betaald te worden nu er sprake is van een vermakelijkheidsdienst.

De inspecteur van belastingen heeft aan een ondernemer van onlinediensten in december 2008 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd over het tijdvak van januari 2003 tot en met december 2005 van 1,8 miljoen euro. Daarover is ook nog eens 310.090 heffingsrente in rekening gebracht.

Bij een boekenonderzoek bleek dat de ondernemer uitsluitend omzetbelasting berekende aan binnen Nederland woonachtige bezoekers,  terwijl er in de ogen van de inspecteur sprake was van elektronische diensten. De ondernemer heeft een bezwaarschrift ingediend die in december 2009 ongegrond is verklaard.

Daarop stapte de ondernemer naar de rechtbank Haarlem, die concludeerde dat de naheffingsaanslag was gebaseerd op een verkeerde beoordeling. Het wezenlijke element van de diensten bestaat immers uit de interactie tussen de bezoeker van de website en het model waarmee tegen betaling erotische gesprekken met beeld gevoerd kunnen worden. Derhalve is er volgens de rechtbank sprake van een vermakelijkheidsdienst.

De belastinginspecteur was het met die conclusie niet eens, maar heeft bij het Hof in Amsterdam bot gevangen.

Vermakelijkheidsdiensten worden volgens het Hof verricht op de plaats waar de vermakelijkheidsactiviteiten feitelijk plaatsvinden. Dat is de plaats waar degenen aan wie de diensten worden verricht zich bevinden op het moment dat zij het aangebodene bekijken. De ondernemer heeft juist gehandeld en heeft daarmee recht op een schadevergoeding.