Deel dit artikel
-

Buma/Stemra weigert bemiddeling in conflict met KaZaA

Een onderhandse oplossing in het juridische conflict tussen peer-to-peer dienst KaZaA en Buma/Stemra lijkt verder weg dan ooit. Het voorstel van de rechtbank in Amsterdam om een onafhankelijke bemiddelaar aan te stellen, is door Buma van de hand gewezen.

De zaak die begin deze maand tegen Buma/Stemra was aangespannen , kwam gisteren voor de arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Onderwerp was het afgebroken overleg tussen beide partijen over een licentieverstrekking. KaZaA verspreidt momenteel software waarmee internetgebruikers muziekbestanden van elkaars computer kunnen kopiëren. Volgens Buma overtreden zowel KaZaA als zijn klanten hiermee de auteurswet. Buma had voorgesteld de dienst een wereldwijde licentie op de muziekrechten te geven, in ruil voor een maandelijkse vergoeding van KaZaA. Ook moest de software zó worden aangepast, dat deze alleen streaming muziekbestanden zou herkennen en geen mp3-bestanden.

Beide partijen waren tot oktober van dit jaar in overleg, maar de onderhandelingen werden eenzijdig door Buma/Stemra opgezegd. Dit gebeurde nog geen twee dagen nadat KaZaA in de VS voor de rechter was gedaagd door de muziekindustrie. KaZaA eiste dat de besprekingen werden hervat, omdat deze in een zeer ver stadium waren aanbeland. Buma verweerde zich in de zitting met het argument dat een wereldwijde licentie niet afgegeven kán worden, zolang in internationaal verband geen afspraken met zusterorganisaties zijn gemaakt.

De president van de rechtbank stelde daarop voor het overleg te hervatten en tegelijkertijd een bemiddelaar aan te stellen, die de vordering van het internationale overleg als onafhankelijke derde zou ?monitoren?. Buma wees dit aanbod na enig beraad van de hand. Er is immers geen enkele garantie dat internationale afspraken er snel zullen komen, terwijl het slagen het overleg hier wel van afhankelijk is, aldus Buma.

Opvallend genoeg werd de levendige zitting door beide partijen aangegrepen om alle bekende voors en tegens van peer-to-peer technologieën nog eens de revue te laten passeren. Buma/Stemra sprak van ?cultuurvervlakking? als muziekrechten miljoenen keren per maand geschonden zouden worden. KaZaA bepleitte weer dat digitale muziekverspreiding het medium van de toekomst was, en voerde zelfs prognoses van Forrester Research aan die dit zouden ondersteunen. Beide partijen konden het evenmin eens worden of KaZaA nu wel of niet verschilde van Napster. Het resultaat van beide diensten was hetzelfde, volgens Buma. KaZaA bracht daar weer tegen in dat gebruikers die een bestand ter beschikking stellen aan derden, zich nog niet schuldig maken aan ?openbaarmaking?. Napster doet dit wel door het gebruik van centrale servers. De rechtbank doet uitspraak op 29 november.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond