Eén bureau voor allen

Terwijl reclamebureaus in offline marketing de hegemonie bezitten, moeten ze online stevige concurrentie naast zich dulden. Zowel 'webbureaus' als consultants roeren zich in deze markt. Recent haalden twee grote reclamebureaus in de Verenigde Staten hun interactieve afdelingen binnenshuis. Verloren strijd of herpostionering?
Er is lang getreuzeld door reclamebureaus bij het opzetten van interactieve afdelingen. "Er was angst voor techniek", zegt Ralf Hesen, e-business consultant bij Result DDB, een van de grotere bureaus in Nederland. "Bureaus waren er niet van overtuigd dat ze genoeg inzicht hadden in de techniek." Zo constateerde Advertising Age in een beperkt onderzoek dat het in 1997 deed, dat 46 procent van de adverteerders graag eerst binnenshuis wat ging knutselen als er 'iets interactiefs' gedaan moest worden, 42,5 procent gaf aan hulp te zoeken bij een webbureau en 25 procent wilde zijn oor te luister leggen bij het eigen reclamebureau. Voor technische kwesties zijn de merkenbouwers minder geschikt, oordeelden de ondervraagden.
Illustratief hiervoor is de sluiting in 1997 van de ambitieus opgezette interactieve afdeling van TBWA/Chiat/Day. Het werk ? lees: het bouwen van de websites ? kon volgens het reclamebureau beter uitbesteed worden aan webbureaus of 'creative shops' als Red Sky. Niet geheel toevallig een bedrijf waarin de eigenaar van de TBWA-keten, het Amerikaanse Omnicom Group, ook een aandeel had. Bovendien zagen de bureaus de nieuwe concurrenten niet als een reële bedreiging voor hun onaantastbare positie als merkenbouwers. Communicatiereuzen als Omnicom Group, Interpublic Group of WPP Group lagen niet wakker van de bedragen die er omgingen in bijvoorbeeld online advertising. Gezamenlijk boekten ze vorig jaar een omzet van veertien miljard dollar.
Peanuts
"De omzet die bureaus als Agency.com en Razorfish halen is peanuts voor de grote reclamebureaus", zegt Luka Valic, creatief directeur van Digital Peppers, onderdeel van Young & Rubicam Groep, dat op zijn beurt weer onderdeel is van de WPP Group. Toch zit er wel een aardige groei in deze marketingtak. De top 10 'interactive agencies' in de Verenigde Staten, waaronder ook webbureaus, zette in 1999 ruim 1,5 miljard dollar om. De schattingen voor 2000 zijn een groei van tachtig á negentig procent. Het is echter wel onduidelijk wat uiteindelijk tot omzet gerekend wordt, sommige bureaus doen ook offline werk.
"Mochten de webbureaus een bedreiging gaan vormen, dan worden ze opgekocht door reclamebureaus", zegt Valic. Dat gebeurde bijvoorbeeld met Agency.com, waarin Omnicom Group zich inmiddels een minderheidsbelang heeft verworven van veertig procent. Dat scenario heeft zich talloze malen herhaald.
Wat reclamebureaus driftig tot het zelf opzetten of overnemen van interactieve afdelingen heeft aangezet, is voornamelijk het besef dat er geknaagd werd aan het eigen bolwerk. Niet alleen van de kant van webbureaus, maar ook door organisatieadviseurs en consultants. Financieel gesproken nog niet levensbedreigend, hoewel de markt inmiddels een behoorlijke omvang heeft gekregen, maar vooral bedreigend voor het imago. Wanneer de klant elders terecht moet voor dringende online communicatiekwesties is dat slecht voor het imago van het bureau.
Begin vorig jaar kondigde een van de grote reclamebureaus in Nederland, FHV/ BBDO, een koerswijziging aan. De merkstrategen zagen nieuwe kapers op de kust. Adviesbureaus als Ernst & Young en McKinsey bewegen zich sinds kort ook op het vlak van 'branding', waarmee de 'creative marketing agency' zich genoodzaakt zag de strijd aan te gaan en FHV Corporate op te zetten. Ook bij Ogilvy & Mather zijn ze niet gerust op de activiteiten van de consultants. Een reële bedreiging, aldus een topman van het bureau begin dit jaar in reclamevakblad Adformatie.
Overlappingen van reclamebureaus met industrieën als de designwereld en de audiovisuele productiemaatschappijen zorgden voor wat schermutselingen over en weer. Designbureaus profileren zich meer als strategen die de communciatie van een vorm voorzien, en willen meepraten over de inhoud van deze communicatie.
Tegenstand
Echt taaie tegenstand kregen reclamebureaus pas op het gebied van online marketing. De webbureaus konden, mede dankzij hun beursgang, een snelle expansie financieren. In reactie daarop zetten de reclamebureaus hun eigen "Razorfish" op, al dan niet binnenshuis. Interpublic Group lanceerde in 1999 Zentropy Partners. Als een van de laatsten zette BBDO Worldwide (Omnicom Group) de 'interactive marketing division' @tmosphere op.
Zentropy, een van de grootste zelfstandige interactieve reclamebureaus, kreeg een verregaande zelfstandigheid. Het idee achter het verzelfstandigen van de interactieve afdelingen is vaak dat de ontwikkeling van internet dermate snel gaat, dat de bureaus die aan online marketing doen ook een ander groeitempo hebben. Dat zou gaan wringen binnen de bestaande organisatie. Bovendien biedt dergelijke zelfstandigheid ook een soort 'vrijheid' die goed wordt geacht voor het zo snel mogelijk ontwikkelen van middelen voor online marketing.
De vraag wat beter is, onderdeel van het bureau of juist zelfstandig, leidde nogal eens tot een theoretische discussie in de Amerikaanse reclamevakpers. "Het zijn de traditionele bureaus, niet de I-shops, die volledig geïntegreerde campagnes kunnen ontwerpen", stelde de directeur van de interactieve afdeling van reclamebureau Wieden & Kennedy. Dit bureau wil online marketing niet apart zetten van offline marketing.
Integratie
Het beëindigen van de zelfstandigheid van enkele interactieve afdelingen, wat met name in de Verenigde Staten is gebeurd, hangt hiermee samen. Het lijkt een strategische zet, hoewel de bureaus ongetwijfeld ook last hadden van het terugdringen van de marketingbudgetten door dotcom's, de verzadiging van de markt voor het bouwen van websites ? waardoor de webbureaus zich nu en masse storten op consultancy rondom front- en backoffice ? en de scepsis rond internet.
Het aloude marketingmiddel positionering moet nu de reclamebureaus in een goede uitgangspositie plaatsen. Dat lijkt ook de achterliggende reden om de zelfstandigheid weer op te heffen. Reclamebureaus willen zich onderscheiden met een geïntegreerde aanpak van online marketing, waarbij ze in staat zijn campagnes te verzinnen die gebruik maken van meerdere media, zoals televisie, print en internet.
"Onze klanten en de klanten van Circle.com zullen profiteren van synergieën", liet reclamebureau Euro RSCG weten, nadat Circle.com door moederbedrijf Havas Advertising was samengevoegd met de interactieve afdeling van Euro RSCG. "Consultancybureaus denken vanuit bedrijfsprocessen", zegt Ralf Hesen van Result DDB. "Hun adviezen zijn bedoeld om de bedrijfsprocessen te optimaliseren. Op internet is de consument, de klant het uitgangspunt. De logische plek voor internetinitiatieven is daarom binnen het reclamebureau." "Reclamebureaus hebben meer dan 80 jaar ervaring met geïntegreerde communicatie. Het feit dat bureaus het nog niet helemaal goed doen als het gaat om online marketing, wil niet zeggen dat ze het niet kunnen", zegt Luka Valic van Digital Peppers. "De webbureaus moeten dat nog leren. En consultants kunnen geen concrete output zoals campagnes leveren."
Een van de partijen die te maken heeft met deze positionering die reclamebureaus kiezen is Agency.com. Jan Maarten van der Horst, interim communicatiemanager, schetst de marktverdeling aan de hand van een technische driedeling, bestaande uit de front-office (de buitenkant), de 'middle ware' en de back-office. De front-office begint met communicatie, hoe verder richting back-office, des te meer techniek.
Voorsprong
"Wij kunnen de eerste twee verzorgen", zegt Van der Horst. "Voor de back-office zijn er partijen als Cap Gemini." Die "technische voorsprong gekoppeld aan creatie en marketingconsultancy" moet Agency.com onderscheiden ten opzichte van de reclamebureaus. "Wij hebben meer kennis van het medium internet", betoogt Van der Horst. Vandaar dat hij vindt dat de rol die reclamebureaus vaak krijgen als 'hoofdaannemer' bij het opzetten van de online marketing, niet altijd terecht is. Cap Gemini is een van de partijen die ingeschakeld worden voor de back-office. Het bedrijf ontwerpt geen websites, voor dergelijke online marketingklussen heeft het dochteronderneming Bit-IC. Met een omzet van 23,5 miljoen gulden over 2000 behoort Bit-IC tot de grootste bureaus in Nederland op dat gebied. Rob van der Pas, marketingcommunicatie manager: "Bit-IC is een interactief communicatiebureau." Een mix van communicatie-experts en techneuten wordt als ideaal gezien. "Ik denk dat traditionele reclamebureaus nog niet alle functionaliteiten van het internet beheersen. Kennis daarover is bij reclamebureaus toch minder voorhanden", zegt Van der Pas.
Daarmee lijkt de cirkel weer rond. De interactieve afdelingen worden ook nu met name op hun technisch kunnen beconcurreerd. Enkele jaren geleden was het antwoord zo snel mogelijk internet 'in de vingers te krijgen', wat vooral werd opgevat als een technische kwestie. Nu wordt de kritiek gepareerd met de nadruk op een geïntegreerde aanpak van de communicatie.
Hesen ziet binnen het bureau waar hij werkt, Result DDB, nog een andere werkwijze, waarbij techniek niet onder het motto geïntegreerde aanpak op het tweede plan belandt. "Wij werken in een team bestaande uit een technisch persoon en een strateeg of creatief. Ter vergelijking met de situatie in reclame waarbij een creatief (ontwerper ? JH) samenwerkt met een copywriter. We zijn erg tevreden over deze werkwijze. Ik denk dat dit een goede ontwikkeling is."
Deel dit bericht
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond
7 Reacties
Joost Becking Mediator Internet
De vraag moet niet zijn wie van ons het beste in staat is een klant te bedienen, maar hoe we samen in staat zijn het beste onze klanten te bedienen. Juist omdat het Internet ingrijpt in de processen van communicatie, design, techniek en strategie zijn er in een beetje webproject 2 tot 4 samenwerkende partners nodig. Iedereen doet dan waar hij het beste in is/wat hij al jaren doet, waardoor er een synergie optreedt, mits goed geregisseerd, waar niet alleen de verschillende bureau's, maar vooral de klant zijn voordeel mee doet.
arjan
Reclamebureaus proberen al jaren alle communicatiedisciplines in huis te halen, om zich te kunnen positioneren als one-stop-shop. De echte integratie is vaak alleen nog ver te zoeken. Interactieve units zullen in toenemende mate overgenomen worden door grote communicatie-ketens. Maar dat wil nog niet zeggen dat er totaal-campagnes geproduceerd zullen gaan worden die naadloos op elkaar aansluiten. Het is mijns inziens vooral een manier om de org chart er aantrekkelijk uit te laten zien.
R.Koeleman
Zelf zijn wij als jong webbureau/consultancy bedrijf als zelfstandig onderdeel toegevoegd aan de het dienstenpakket van een gevestigd reclamebureau. De synergie is er, de klanttevredenheid groeit en de groeikansen zijn aanwezig. Wij ervaren de trend als een logische die in de praktijk, met wat coördinatie, uitstekend voldoet. En de klant profiteert van de know how op diverse terreinen, enkele mooie en functionele web-toepassingen speciaal voor het MKB zijn daar voorbeeld van.
Yolanthe Smit
Ik ben het eens met de opmerkingen van Joost Becking. De ontwikkelingen in nieuwe media waar technologie en ontwerp samenkomen kunnen het best ontwikkeld worden in samenwerkingsverbanden tussen technisch georienteerde adviesbureaus in samenwerking met reclame of communicatieadviesbureaus die de ervaring en expertise in huis hebben om vorm te geven aan de meest gecompliceerde functionaliteiten en zodoende de website toegankelijk te maken. De toegevoegde waarde van de laatsten liggen ook in de ervaring en expertise in het ontwikkelen van een totaalpakket dat de juiste doelgroep(en)kan bereiken.
Wim Andrea
'Reclamebureaus worden meer dan ooit op hun technische expertise beoordeeld'… Grappig. Zou er pakweg een jaar of 50 geleden ook zo zijn gedacht als het om druktechnieken ging? Of wat minder ver terug, als het om audiovisuele technieken ging? Wat is dat toch met dat Internet? Hoe technisch willen we dat het is. Waarom blijven we gezamenlijk splijtzwammen kweken? Kunnen we de wereld niet meer volgen? Zijn nieuwe samenwerkingsverbanden zo lastig te begrijpen dat we wel moeten polariseren om de beperkingen van ons brein te compenseren? Wat een schijnbewegingen… In commerciele communicatie gaat het al deccenia om twee dingen: Het Merk en De Klant. En dan nog eigenlijk in de andere volgorde. Natuurlijk hangen daar ontzettend veel boeiende aanpalende zaken aan. Zoals daar zijn: logistieke kwesties, sales-kwesties, R&D-aangelegenheden, strategische overwegingen, bedrijfskundige drempels en niet te vergeten (interne)politiek. Voor elk deeltje binnen dit boeiende spel zijn specialisten. Reclamebureaus zijn dat vooral op Merk- en middelenniveau: Hoe, wanneer te communiceren met welke doelgroepen? Hang daar een wat ruimere horizon aan dan de dag van overmorgen en merkstrategie is een logische extensie van dit specialisme. Internet is een middel. Net zoals radio dat is. Net zoals de krant, net zoals een billboard. Net zoals een nachtelijke lichtprojectie op een plein voor mijn part. En elk middel (lees: medium) heeft zo zijn eigen kenmerken. Het zinnig inpassen van die kenmerken binnen een communicatiecampagne is niet het allenrecht van reclamebureaus. Zo'n opvatting zou een monopolie op creatief denken veel te eng bij een bepaalde beroepsgroep leggen. Als het gaat om het geintegreerd inzetten van Internet (meer dan het Web, BTW) binnen een communicatiecampagne, dan is het wel opvallend vaak het reclamebureau dat in staat is om merkwaarden ZINNIG door te vertalen naar een interactieve omgeving. Dat de opdrachtgevers zich daar vaak niet comfortabel bij voelen kun je de boodschapper niet verwijten… Het is terecht dat reclamebureaus beoordeeld worden op hun (technische) kennis van media. Gelukkig werken er daarom allerhande specialisten binnen een reclamebureau. Mensen die alles weten over 'rasterpuntverbreding' bijvoorbeeld. Opdat zij namens de opdrachtgever een waardig gesprekspartner zijn met een drukker. Maar ook mensen die alles van bijvoorbeeld scripting en databasekoppelingen weten. Opdat zij namens de opdrachtgever een waardig gesprekspartner zijn met een ISP.Schoenmaker hou je bij je leest. Doe waar je goed in bent, waar je voor een opdrachtgever een werkelijke toegevoegde waarde hebt. Als de gekozen oplossing om de expertise van een andere specialist vraagt, schroom dan niet die in te schakelen om gezamenlijk tot een top-product te komen. In plaats van te claimen "We kunnen ALLES!" Dat is vooral ongeloofwaardig.
Sonja Pruntel
Juist omdat het internet een coherent onderdeel vormt binnen een de bestaande marketing- en salesmix sluiten de activiteiten van 'traditionele' communicatiebureaus goed aan op die van de internetcommunicatiebureaus. Laten we gebruik maken van ieders kwaliteiten en specialisme: 'doe waar je goed in bent'. M.i. kan een absolute synerchie bereikt worden als offline bureaus beseffen dat het medium internet zo'n geheel andere aanpak resp. denkwijze resp. specialisme vergt dan andere middelen. Dat moeten ze ook niet zelf willen. Dan heb ik het niet over de techniek, maar juist over de wijze waarop een doelgroep via het internet bereikt kan/moet worden! Resultaat bereik je pas door die (verschillende) disciplines in te schakelen die nodig zijn om de totale communicatiedoelstellingen te behalen.
Lon
Het verbaast mij eigenlijk dat Macaw nog niet het woord genomen heeft in deze discussie.Bij Macaw heeft men namelijk wel degelijk een mening over het design-aspect van een website. Ik citeer:"Wij hebben geen html-ers nodig dat genereren we gewoon en onze programmeurs maken de eigenlijke site."Natuurlijk weet zelfs Macaw dat het oog ook wat wil, derhalve vervolg ik het citaat:"Designers gooien er nog een sjuutje overheen indien nodig."Kijk. Die jongens hebben erover nagedacht. Ik sluit daarom af met een stichtelijk citaat, eveneens van een Macaw medewerker: "Men moet leren nadenken over wat men doet en een gezonde bedrijfsvoering nastreven, niet zomaar wat aanmodderen."