Gadgets

Erwin van der Zande bespreekt maandelijks de beste gadgets.

Ze zullen het bij Sony vast niet leuk vinden, maar de Vaio Z1-serie is wat mij betreft de Powerbook onder de pc-notebooks. Bloedmooi ontwerp, licht en met alles aan boord. Sony heeft twee nieuwe modellen gelanceerd, de Z1XMP en Z1XSP. De eerste heeft een cd-writer en kan dvd’s afspelen. De tweede is uitgerust met een Superdrive, eh pardon, een dvd-rw-drive. Wifi-ondersteuning (802.11b en -g) en geïntegreerde Bluetooth zijn inmiddels verplichte kost voor een notebook van deze klasse. Het scherm is 14,1 inch. Ben benieuwd of Sony, net als Apple, daar ook nog in gaat variëren.
www.vaio.sony-europe.com

Het debuut van de ‘ultrapersonal’ of ‘mini-pc’ was voor de OQO (zie Emerce nummer 36), maar die krijgt een geduchte concurrent: de FlipStart van Vulcan. Hij weegt nog geen pond, maar draait met gemak Windows XP. Net als bij de OQO is wifi inbegrepen en staat Bluetooth gepland als optie. Saillant detail, dat vast in de marketing van de FlipStart helpt, is het feit dat mede-oprichter van Microsoft, Paul Allen, achter Vulcan zit. Persoonlijk vind ik de OQO mooier. En op de FlipStart moeten we bovendien nog even wachten: de verschijningsdatum en prijs worden later dit jaar pas bekendgemaakt.
www.flipstartpc.com

Nu Handspring en SonyEricsson zo lekker bezig zijn met hun smartphones, konden de marktleiders niet achterblijven. Op het 3GSM World Congres, eind februari in Cannes, introduceerde Motorola zijn MPx. Een telefoon voor ‘mobiele professionals’. Het ontwerp is typisch Motorola: een schelp die je open kunt klappen en zowel verticaal als horizontaal kunt gebruiken. Alles zit erop: tri-band ondersteuning, Bluetooth, wifi, infrarood, zelfs een 1,3 megapixel camera met flitser. Nokia op zijn beurt pakte uit met de Communicator 9500, het nieuwe topmodel voor zakelijke gebruikers. De 9500 heeft ook tri-band, wifi, Bluetooth, een volledig toetsenbord en een camera. Het enige verschil is dat de MPx op Windows Mobile-software draait en de Nokia op Symbian 7.0. Dat is wat vreemd, omdat de Nokia 7700 mediatelefoon al wel op een nieuwere versie van Symbian draait. De 9500 heeft weer als extraatje dat het versturen van berichten binnen een netwerk gratis is, dankzij software van IBM. En we weten allemaal hoeveel berichten dat kunnen zijn op een dag.
www.nokia.com/nokia/0,,54106,00.html
www.motorola.com/mot/doc/1/1052_MotDoc.pdf

Ik was laatst op locatie aan het werk. Powerbookje mee met draadloze muis. “Je kunt daar wel zitten”, zei de aantrekkelijke projectmanager. “Hebben jullie hier wifi?” Ze wist wel wat het was, maar nee, helaas geen wifi. Dat moet anno 2004 toch beter kunnen, dacht ik bij mezelf, toen ik op mijn knieën onder een bureau zat met een kluit draden in mijn handen op zoek naar de ethernet-kabel. En het kan ook beter, weet ik nu. Het iCeilings systeemplafond van het Amerikaanse Armstrong. De wifi-antenne zit erin verwerkt. Je ziet dus niks meer, geen draden, geen lelijke router met twee zwarte horens, niks. Alleen een lelijk systeemplafond en dat zit toch al in de meeste kantoren. Geweldig. Nu alleen de stroom nog.
www.armstrong.com/commceilingsna/cm_iceilings.html

In februari hield de Photo Marketing Association in Las Vegas haar jaarlijkse beurs, de Amerikaanse tegenhanger van de Photokina. Een opvallende trend is het opvoeren van de semi-professionele consumentenmodellen naar 8 megapixels. De markt dringt de fabrikanten dat op: hoe hoger het aantal megapixels van een camera, des te beter die verkoopt. Onzin eigenlijk. Voor een kiekje van 10 x 15 cm of een foto voor een website, voldoet een camera met 4 à 5 megapixels. De resolutie bij 8 megapixels is wel groter, maar de kleurverwerking geeft de chip zoveel extra werk, dat je in de praktijk voor veel geld extra een camera koopt die nauwelijks beter beeld geeft dan een vergelijkbaar model met minder megapixels. Maar de klant is koning, dus komen er elk jaar een à twee megapixels bij. We kunnen kiezen uit de Canon Powershot Pro1, Konica Minolta Dimage A2, Sony Cybershot DSC-F828, Olympus C-8080 Wide Zoom en Nikon Coolpix 8700. De eerste twee maken de meeste indruk, de laatste de minste.

Het was de auto die Porsche op de kaart zette: de 550 Spyder. Een jongensdroom. Een racepaardje, waarvan slechts mondjesmaat modellen aan particulieren werden verkocht. In 1955 was Hollywood-legende James Dean een van de gelukkigen.
Nou ja, gelukkig. Hij had zijn Spyder pas negen dagen, toen hij tijdens een fataal auto-ongeluk zijn nek brak. Dat lag overigens niet aan de auto, die in zijn hoogtijdagen vele racewedstrijden won.
Vaders kunnen alsnog de jongensdroom laten uitkomen voor hun zoon. Ter viering van de vijftigste verjaardag van de Spyder heeft de Amerikaanse distributeur van Porsche, Zoospeed, 550 replica’s op schaal (1:2,3) laten bouwen, waarin echt gereden kan worden. De kleine Spyder kost zesduizend euro.
www.zoospeed.com