“Internetbedrijven kunnen leren van gevestigde bedrijven”

"Internetbedrijven moeten beseffen dat ze veel kunnen leren van gevestigde bedrijven", aldus de studie 'Na de goudkoorts, het dilemma voor internetbedrijven' van zakelijk dienstverlener PriceWaterhouseCoopers . Volgens PWC doen Nederlandse internetbedrijven het vergeleken met hun Europese collega's goed, vooral vanwege een voorzichtiger financiering en de beschikking over meer ervaren personeel.

Bij bijna de helft van de vierhonderd onderzochte dotcoms in Nederland, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk staat personeelswerving voorop in de bedrijfsvoering. Daarnaast vindt een kwart van de dotcoms de aanwezigheid binnen de markt belangrijk, nipt gevolgd door het aantrekken van nieuwe klanten. De minste prioriteit voor zowel b-to-c als b-to-b dotcoms hebben klantenservice, fulfillment en winstgevendheid. Momenteel claimt meer dan de helft winstgevend te zijn en zegt vijftien procent break-even te draaien.

Wouter van Waardt, partner bij PWC, stelt dat er nu eenmaal geen formule bestaat voor zakelijk succes en bovendien heeft elk bedrijf andere prioriteiten. Volgens hem zet de dotcom van de toekomst klantgerichtheid voorop, heeft zijn financiën op orde en bezit inzicht om de juiste strategische allianties aan te gaan. "Er is duidelijk een stuk realisme ontstaan in de industrie maar het enthousiasme is nog niet weg en nieuwe ideeën blijven ontstaan", aldus van Waardt.

Uit het onderzoek blijkt dat iets minder dan de helft van alle onderzochte bedrijven en zestig procent van de b-to-c-bedrijven nog geen jaar bestaat. In Nederland valt dit nog mee, aangezien 66 procent van de onderzochte bedrijven twee jaar of langer actief is op de markt. In het Verenigd Koninkrijk is het omgekeerde het geval met bijna driekwart van de bedrijven die een jaar of korter actief zijn. Tien procent van alle dotcoms heeft een personeelsbestand van honderd of meer werknemers.

De ondervraagden blijven onverminderd positief tegen de markt aankijken met enorme verwachtingen rondom omzetgroei. Britse en Franse dotcoms spannen de kroon met in het komende jaar een verwachte omzetgroei van respectievelijk 344 en 377 procent. Nederland en Duitsland zijn voorzichtiger en gaan gemiddeld uit van een groei van 272 procent. Ook verwacht 69 procent van de leidinggevenden dat het aantal werknemers het komende jaar behoorlijk zal toenemen. Van de managers zelf is eenvijfde al eerder CEO geweest van een dotcom.

Er blijken duidelijke verschillen te zitten in financiering voor dotcoms in de diverse landen. In Nederland is iets meer dan een kwart afhankelijk van een beursgang en beleggingsmaatschappijen en zes procent van de financiering is afkomstig uit risicokapitaal. In Groot Brittanië liggen deze percentages aanzienlijk hoger met respectievelijk 42 en 38 procent. Maar van de Nederlandse dotcoms heeft achttien procent leningen lopen bij een bank, een percentage dat in andere landen lager ligt. Volgens Van Waardt is het een positief gegeven dat handelsbanken vertrouwen tonen in de Nederlandse dotcoms, aangezien ze een risico lopen. De Nederlandse situatie is volgens hem relatief beter, vanwege een voorzichtiger financiering en meer ervaren personeel. Veel Nederlandse dotcoms werven familiekapitaal of stoppen eigen kapitaal in de onderneming en hebben managers uit de oude economie in dienst.