Deel dit artikel
-

Minister: gegevensuitwisseling in de zorg moet in rap tempo volledig digitaliseren

Minister Bruins voor Medische Zorg wil dat digitale data van patiënten kunnen worden uitgewisseld zonder hun expliciete toestemming, zo schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. ‘Mijn ambitie is dat de gegevensuitwisseling in de zorg in Nederland in rap tempo volledig digitaliseert waardoor ook patiënten al hun eigen gegevens digitaal kunnen inzien en beheren. Met meer regie door de overheid dan tot nu toe, met meer tempo en met een wettelijke verplichting.’

Door gebrekkige elektronische gegevensuitwisseling in de zorg worden volgens de minister (pdf) vermijdbare fouten gemaakt, moeten mensen steeds weer opnieuw hun verhaal vertellen, moeten zorgverleners gegevens telkens opnieuw intypen ten koste van de tijd voor patiënten en worden onderzoeken onnodig herhaald.

Er zijn ook allerlei technische standaarden in gebruik die niet altijd op elkaar aansluiten, en niet is in elke regio al een infrastructuur beschikbaar voor elke gegevensuitwisseling.

Zorgverleners beschikken te vaak niet over de informatie die ze nodig hebben en zijn teveel tijd kwijt met faxen of het op DVD branden van gegevens, constateert de minister. ‘Mensen moeten te vaak opnieuw hun verhaal vertellen terwijl ze denken ‘dokter dat weet u toch wel’. Daarom moet digitaal het nieuwe normaal worden.’

Het verwerken van medische informatie is in beginsel verboden. Dat volgt uit de AVG. Op dit verbod zijn echter uitzonderingen, bijvoorbeeld als er sprake is van toestemming of wanneer het noodzakelijk is voor de behandeling (behandelovereenkomst). Voor de laatste situatie zijn regels gesteld in de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (de WGBO). Hierin is onder meer geregeld dat gegevens uit een medisch dossier alleen met toestemming van de patiënt aan anderen kunnen worden verstrekt. Uit de WGBO volgt echter ook een aantal uitzonderingen op deze regel. Zo is expliciete toestemming niet nodig voor het verstrekken van noodzakelijke inlichtingen aan degene die rechtstreeks betrokken is bij de behandelrelatie en de vervanger van de hulpverlener.

In december gaf de minister al aan dat hij de belemmeringen in elektronische gegevensuitwisseling aan wilde pakken.

Voor de periode 2017-2022 wordt meer dan 400 miljoen euro beschikbaar gesteld voor zogenoemde versnellingsprogramma’s bij onder meer de GGZ, ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra. Dit jaar volgen er nog regelingen voor integrale geboortezorg, huisartsen, vrijgevestigden in de GGZ, de langdurige zorg en een vervolgprogramma voor ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra. Patiënten die dat willen, kunnen straks ook eigen informatie ophalen in persoonlijke gezondheidsomgevingen.

De minister is van plan om dit jaar een conceptwetsvoorstel in consultatie te brengen. Indiening bij de Kamer is op dit moment voorzien rond de zomer van 2020, met als mogelijke publicatiedatum 1 januari 2021.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond