Netbeheerder Enexis lonkt naar internet of things

Enexis lanceert in gemeente Venlo nieuwe techniek voor de aansturing openbare verlichting. Nu nog met 06-nummers, maar straks IP-gebaseerd. Iedere lantaarn een eigen IP-adres is echter nog een stap te ver.

Extra lantaarnpalen laten ontbranden bij een calamiteit of gericht lampen uitschakelen bij onderhoud? Netbeheerder Enexis test in de gemeente Venlo een nieuwe techniek voor de aansturing van de openbare verlichting. Daarmee kunnen gemeenten zelf, met behulp van de zogenaamde slimme OVL-meter de openbare verlichting beheren.

De slimme OVL-meters worden door Enexis aangesloten op de bestaande ontsteekpunten voor openbare verlichting in de transformatorstations. De ontsteekpunten waar ongeveer veertig à vijftig lichtmasten achter zitten, worden  aangestuurd met een toonfrequentsignaal.

Het sturen gebeurt nu nog via het GSM-netwerk GPRS. Die belt op de meter in om de verlichting aan of uit te zetten of om de verbruiksgegevens uit te lezen. Volgens een woordvoerder wordt de volgende stap dat het proces volledig op basis van IP-adressen wordt afgewikkeld. Maar iedere lantaarnpaal zijn eigen IP-adres, daar is het nu nog te vroeg voor. “Dit is al een hele stap, want voorheen waren we aangewezen op meldingen van omwonenden als er iets mis was. De meter kan nu zelfstandig beoordelen of er stroom aan de verlichting wordt geleverd.”

Naast het feit dat gemeenten met de slimme OVL-meters de openbare verlichting zelfstandig kan besturen, kent de nieuwe techniek nog een aantal grote voordelen. Zo kan een gemeente zelf op afstand meterstanden uitlezen, zodat energiebesparingen transparant gemaakt kunnen worden.

In de gemeente Venlo zijn 75 ontsteekpunten van een slimme OVL-meter voorzien. Enexis verwacht dat het flexibel schakelen en het inzicht in het verbruik gemeenten kan helpen om hun doelstellingen op het gebied van energiebesparing en CO2-reductie te realiseren.