Peerby naar twee miljoen euro crowdfunding

Eind vorige week hoopten Daan Weddepohl en zijn team om met crowdfunding drie ton op te halen. Het doel is afgelopen dagen twee keer verhoogd. De teller gaat nu naar de twee miljoen euro.

Een kleine achthonderd belangstellenden tonen hun enthousiasme voor spullendeeldienst Peerby door de portemonnee te trekken. De helft van hen leent Peerby een paar honderdjes tegen zes procent rente. Tientallen leners vangen acht procent op de duizendjes die ze lenen in de vorm van een converteerbare lening. Dat geeft later recht op aandelen.

De huidige crowdfundingactie van Peerby op Oneplanetcrowd zal nog vaak worden aangehaald als voorbeeld van ‘hoe het ook kan’. Het bedrijf zocht groeigeld onder zijn gebruikers en fans en haalde binnen 48 uur al de gewenste drie ton op. Omdat dat sneller was dan verwacht, ging het doel naar 1,5 miljoen euro. Dat werd vanochtend gerealiseerd, terwijl de campagne nog 56 dagen loopt.

Peerby zegt tegen Emerce per e-mail: “Om de mensen die nog willen investeren een laatste kans te geven, en omdat we graag naar tien steden in Noord-Amerika willen, hebben we het maximumbedrag verhoogd naar twee miljoen euro. Dit is echt de bovengrens hierna nemen geen investeringen meer aan.”

Iedere keer dat het investeringsdoel werd bereikt werd het volgende, hogere doel ‘geactiveerd’. Bij anderhalf miljoen euro aan toezeggingen van investeerders werd het doel ‘Amerika’ geactiveerd. Vanochtend kwam Amerika+ in beeld.

Directeur Daan Weddepohl: “Om onze groeiambitie waar te maken willen we, na een succesvolle Amsterdamse pilot, ons duurzame verdienmodel als eerste uitbreiden naar de rest van Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de VS. We beginnen telkens in de hoofdsteden van een land, om vervolgens meer grote steden aan te sluiten.”

Geld verdient het bedrijf met de nieuwe leendienst Peerby Go. Daarbij lenen buren elkaar geen spullen, maar verhuren ze onderling. Huurder en verhuurder krijgen hiermee ook wat meer zekerheden. Peerby Go is actief in Amsterdam, Utrecht en Rotterdam.

Foto: Phil Roeder (cc)