Thuiswerken wordt een blijvertje

De coronacrisis zal ook in de toekomst zijn sporen nalaten: 49 procent van de Nederlanders verwacht ook na de coronacrisis door te gaan met thuiswerken. Dat blijkt uit onderzoek van Intermediair en Nationale Vacaturebank onder ruim 1000 Nederlanders.

Thuiswerkers noemen als voordeel het ontbreken van reistijd, waardoor men meer tijd heeft voor het gezinsleven.

Mensen zonder kinderen geven aan meer te sporten dan voorheen. Ook kunnen mensen zonder kinderen zich thuis beter concentreren dan op de werkplek. Dit geldt niet voor mensen met kinderen: 13 procent geeft aan meer te sporten en 25 procent zegt zich beter te kunnen concentreren.

Bij lager opgeleiden zegt 68 procent van de respondenten in de toekomst vaker te gaan thuiswerken. De verwachting is ook dat de werkgever daar straks meer ruimte voor gaat aanbieden.

Het praatje bij het koffieapparaat wordt wel gemist. 59 procent geeft aan zijn collega’s te missen. Bij hbo- en wo-opgeleiden geeft zelfs 65 procent aan dat collega’s worden gemist. Het werk op kantoor is niet volledig inwisselbaar met thuiswerken. Voor 13 procent is eenzaamheid een reden om kantoorwaarts te willen gaan.

Ook adviesbureau Bruis heeft onderzoek laten verrichten naar thuiswerkers. Voor de crisis werkte gemiddeld 16 procent van de medewerkers één of meer dagen vanuit huis. Tijdens de crisis is dit 58 procent. 63 procent van de organisaties waar voor de crisis niet of slechts in beperkte mate vanuit huis werd gewerkt staat positiever ten opzichte van thuiswerken.

Van de respondenten verwacht 49 procent een toename van het aantal medewerkers dat vanuit huis werkt. Tegen 31 procent dat dit gelijk ziet blijven.

Verslechtering van de teamgeest is het meest genoemde nadeel dat aldus de respondenten verbonden is aan thuiswerken.