Column: De gemiste kans van Steve Jobs

Onlangs presenteerde Apple weer recordcijfers: ruim 33 procent meer winst over het eerste kwartaal van dit jaar. Oftewel 13,3 miljard euro, hoppa ‘in the pocket’. Het gaat – mede dankzij de iPhone 6 – hartstikke goed met de vrienden in Cupertino.

Het resultaat had echter veel beter kunnen zijn, aangezien apps als FaceTime en iMessage op al die iPhones standaard worden meegeleverd. Technisch is FaceTime eigenlijk ook beter dan concurrent Skype. En iMessage – met naadloze integratie van reguliere sms-diensten – is dat in vergelijking met het populaire WhatsApp. Desalniettemin zijn het vandaag de dag marginale producten. Mede door toedoen van Steve Jobs.

De Apple-oprichter geloofde namelijk heilig in een naadloze integratie van soft- en hardware. Hetgeen enerzijds resulteerde in een superieur operating systeem voor zowel desktop als mobiel. Jobs was daarbij echter ook een control freak die maar al te graag exact wilde bepalen welke software er wel en niet van zijn hardware gebruik mocht maken. Het opengooien van de door hem ooit zo verfoeide App Store is uiteindelijk is een van de succespijlers van het bedrijf gebleken. Met dank aan de ‘crowd’ van developers die listige achterdeurtjes bedachten die zelfs de knappe koppen van Apple niet hadden voorzien.

De behoefte aan controle zorgde er tevens voor dat Apple’s FaceTime en iMessage niet gedownload konden worden op de Android aangestuurde smartphones. En dus lieten miljoenen gebruikers van Samsung, Sony en HTC de apps massaal links liggen. Ten gunste van WhatsApp en Skype, en sinds kort Facebook’s Messenger. Waarmee het sociale netwerk in een klap zijn achterstand op mobiel heeft ingelopen.

Door de koppigheid van Jobs heeft Apple in de afgelopen jaren al gauw tientallen miljarden dollars misgelopen. Niet dat iemand uit de Apple-top daar wakker van ligt, maar ik betwijfel of Jobs zelf daar nu alsnog geen moeite mee zou hebben gehad.

Wie inmiddels wel wakker horen te liggen, zijn de topmanagers van de grote telecombedrijven. Want nadat apps als WhatsApp en Messenger hun sms-inkomsten drastisch reduceerden, dreigt nu hetzelfde te gebeuren met hun lucratieve beltikken. Sinds kort kan je met de zojuist genoemde applicaties namelijk ook (video)bellen. Waarmee alweer een belangrijke omzetpilaar binnen deze sector onder druk komt te staan.

De enige inkomstenbron die hen op termijn nog resteert, is de verkoop van data. Een markt die – gelukkig – snelgroeiende is. Ook leuk, maar elke sector die zijn twee belangrijkste geldstromen in relatief korte tijdsperiode ziet opdrogen, moet zich ernstig zorgen maken. Net als visionair Jobs had moeten doen, toen hij onbedoeld de concurrentie in het digitale zadel hielp.

Foto: Lester Balajadia / Shutterstock.com

*) Dit artikel is eerder gepubliceerd in het meinummer van Emerce magazine (#140)