Industry Wire

Belgische ouders moeten meer in dialoog gaan met kind over internetgebruik

Uit een nieuw Europees onderzoeksrapport blijkt dat Belgische jongeren het internet vooral gebruiken om te netwerken. Ze gaan niet enkel op internet om iets op te zoeken, maar maken gebruik van verschillende online toepassingen. Vooral communicatie-activiteiten zoals chatten en bezig zijn op sociale netwerksites (Facebook) zijn erg populair in ons land. Daarnaast gaan jongeren in België ook vaker activiteiten ontplooien zoals zelf inhoud creëren (foto’s, filmpjes, commentaren) en delen op het internet. Belgische jongeren zijn duidelijk minder geïnteresseerd in games.

Het onderzoek kadert in het EU Kids Online project, waarbij onderzoekers informatie verzamelen over de ervaringen en praktijken van Europese kinderen en ouders betreffende gevaarlijk en veiliger internetgebruik en nieuwe online technologieën. Tegelijkertijd wil het project een veiligere online omgeving voor kinderen bevorderen. De onderzoekers interviewden zo’n 25.000 9- tot 16-jarige internetgebruikers en hun ouders in 25 landen.

Uit het onderzoek blijkt ook dat 29% van de Belgische kinderen al eens te maken kreeg met online risico’s. Daarmee sluit ons land aan bij het Europese gemiddelde (27%). 12% krijgt vooral te maken met ongewenste seksuele beelden waar ze zich ongemakkelijk bij voelen (11% voor Europa). Bij 11% hangen de negatieve ervaringen vooral samen met contactrisico’s, zoals het ontmoeten van onbekenden en het vrijgeven van persoonlijke informatie (10% voor Europa). 5% van de jongeren krijgt vaker te maken met alle types risico’s (seksuele beelden, cyberpesten, onbekenden ontmoeten), iets waar ze ook vaker een negatieve ervaring aan over houden (5% voor Europa).

Behoorlijk wat jongeren in België en Europa krijgen dus te maken met online risico’s. Helaas beschikken ze niet altijd over de nodige vaardigheden om hier adequaat mee om te gaan. Er is dus duidelijk nog heel wat werk aan de winkel om de online weerbaarheid van de jongeren te verhogen, aldus de onderzoekers.

Daarnaast toont het onderzoek ook aan dat Belgische ouders minder geneigd zijn om met hun kinderen in dialoog te gaan over hun internetgebruik. Vaak gaan ze het internetgebruik van hun kinderen vooral beperken en/of controleren. Dit doen ze zowel via hulpmiddelen zoals software voor ouderlijk toezicht, als door controles uit te voeren op onder meer de websites die hun kinderen bezoeken, welke vrienden ze toevoegen op Facebook, met wie ze chatten, of wat er op hun profiel staat.

De onderzoekers waarschuwen ervoor dat een sterke mate aan ouderlijke restricties en controle ertoe kan leiden dat jongeren overbeschermd worden en te weinig de mogelijkheden van het internet leren ontdekken. Professor Leen d’Haenens (coördinator EU Kids Online voor België) legt uit: “Een open aanpak waarbij het accent ligt op communicatie met de jongeren over hun internetgebruik lijkt meer aangewezen. Belangrijk is dat ouders, leerkrachten en andere opvoeders op de hoogte blijven van de online interesses bij de jongeren, en hen de nodige ondersteuning aanreiken om hen ook kennis te laten maken met meer complexe en creatieve online activiteiten. Op internet gaan is immers meer dan YouTube filmpjes bekijken of Facebooken.”

Sofie Vandoninck (onderzoeksmedewerker EU Kids Online) voegt toe: “Jongeren in België hebben duidelijk interesse om de online wereld van communicatieve en creatieve toepassingen te ontdekken. Maar, om te vermijden dat ons land gaat behoren tot de groep van landen met een hoog percentage jongeren voor blootstelling aan online risico’s en negatieve ervaringen, is aangepaste begeleiding met accent op actieve mediatie van belang.”

Als bijlage vindt u de taartdiagrammen van de Belgische en Europese resultaten.

Voor meer informatie:
Het rapport “Country Classification: Opportunities, Risks, Harm and Parental Mediation” gaat dieper in op de internationale verschillen tussen de deelnemende landen in het EU Kids Online- onderzoek. Uit deze nieuwe analyse blijkt ook dat de verschillen binnen landen groter zijn dan de verschillen tussen de landen, zowel als het gaat over online kansen, risico’s & schade, en interventiestrategieën van de ouders. De meerwaarde van deze pan-Europese analyse is dat het voor beleidsmakers zinvol is om na te gaan op welke manier landen met een gelijkaardig profiel omgaan met deze kwesties.

Voor het volledige rapport: http://www.lse.ac.uk/media@lse/research/EUKidsOnline/EU%20Kids%20III/Classification/Country-classification-report-EU-Kids-Online.pdf

Voor de Belgische fact sheet: http://www.lse.ac.uk/media@lse/research/EUKidsOnline/EU%20Kids%20III/Classification/EUKOCountryFactsheet-Belgium.pdf.

Algemene website: http://www.eukidsonline.net

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Deel dit bericht