Estée Lauder: dit jaar half miljard online omzet

The Estée Lauder Companies verwacht dat het over een jaar vijf procent van zijn omzet via internet realiseert. Mobiel wordt steeds belangrijker, wat vooral in de grote steden van China te merken is.

In de grote steden van China heeft het bedrijf namelijk relatief weinig fysieke verkooppunten. Dat betekent echter niet, dat er daarom niets wordt verkocht. Het tegendeel lijkt waar, zegt onlinebaas Dennis McEniry. Twee derde van de omzet in die regio’s wordt via de mobiele telefoon gerealiseerd. Winkels zijn niet echt nodig.

Hij verwacht dat de digitale omzet in de komende twaalf maanden zal groeien tot vijfhonderd miljoen dollar. Dat is vijf procent van het totaal, dat naar verwachting rond de tien miljard dollar. zal uitkomen.

De verkopen via internet stijgen twee keer sneller dan de algemene groei bij het concern. The Estée Lauder Companies, waar merken als Clinique, M•A•C, Origins en Tommy Hilfiger onder vallen, zag de omzet afgelopen jaar met tien procent groeien tot 9,7 miljard dollar.

McEniry scheen een groot licht op de online en mobiele verrichtingen bij het cosmeticabedrijf tijdens een gesprek met analisten naar aanleiding van de presentatie van de jaarcijfers eerder deze maand.

De internetomzet steeg afgelopen jaar met gemiddeld 24 procent. Grote uitschieters waren te zien in Duitsland, Engeland en China. Daar namen de internetverkopen toe met respectievelijk 55, 34 en veertig procent.

Het cosmeticabedrijf exploiteert momenteel 340 websites in vijftig landen. Dat zijn marketing en e-commercesites. In het eerste geval zijn de sites enkel promotionele uithangborden voor het merk op een eigen domein of dat van een retailer. Bij e-commercesites gaat het daadwerkelijk om transactiegerichte bestemmingen.

McEniry: “In Amerika maakt mobiele commerce al vijftien procent van de digitale verkopen uit. Dit segment groeit sneller dan de verkopen op de pc. Qua traffic dubbele cijfers. Iedere maand. We zijn van plan om m-commerce te verdrievoudigen binnen drie jaar.”

Foto: JFXie (cc)