Deel dit artikel
-

‘Adverteerders gaan zelf zichtbaarheid meten’

Het is slecht gesteld met de banner visibility. Dat stelt Marcel Vogels, oprichter van onder meer onderzoeksbureau MeMo². Wat zijn de komende ontwikkelingen die ons staan te wachten?

Door drs. Marcel M.J.P. Vogels *

1. Adverteerders en Reclame bureaus zullen anders moeten omgaan met creatie. Veel ‘branding’ banners zijn een aaneenschakeling van loopjes met de punchline en het beeldmerk aan het einde. Indien adverteerders en bureaus zich realiseren dat je echt maar een aantal seconden de tijd hebt, zal dit behoorlijk consequenties hebben voor richtlijnen van effectieve display design.

2. Andere vormen van online advertising zullen extra onder de aandacht komen. Verschillende vormen van non-spot, zoals sponsoring, advertorials maar ook richmedia als pre-rolls en radicals. Juist omdat deze vormen meer in beeld komen, en dus in vergelijking met standaarddisplay goed scoren. (Zeker als je kijkt naar lagere OTS correctie)

3. Bestaande IAB formaten worden ‘opgeblazen’. Grotere rectangles, leaderboards en skyscrapers scoren beter op visibility (met name de skyscraper). In het buitenland is deze ontwikkeling reeds aan de gang.

4. Ad management wordt steeds strategischer ingezet. Bijvoorbeeld om de bezoeker te volgen totdat een display voldoende in beeld is geweest. Sequential bannering of sessie capping.

5. Premium netwerken gaan er anders uitzien: Premium wordt bepaald door zichtbaarheid. Dat zal vaak betekenen dat bijvoorbeeld homepage posities of pagina’s op de tweede klik juist niet premium blijken te zijn, terwijl deze nu nog wel als zodanig worden verkocht.

6. Afrekenmodellen gaan er anders uitzien. Adverteerders en bureaus gaan afrekenen op effectieve CPM (prijs per 1000 kwalitatieve vertoningen van 5 seconden in beeld of meer) of per minuut per unieke bezoeker. Dat betekent dat ‘mindere’ uitgevers lagere opbrengsten kennen uit hun bannervoorraad.

7. Adverteerders gaan zelf die zichtbaarheid meten. Eerste initiatieven zijn reeds ingezet. Andere uitgevers en exploitanten zijn momenteel druk bezig.

8. Bureaus gaan zichtbaarheid benchmarken en op basis hiervan afrekenen. Pionier op dit gebied is zeker Starcom die inmiddels al aardig wat vergelijkingsmateriaal heeft opgebouwd. Ook Kobalt gebruikt dergelijke data.

9. Er komen onverwachte winnaars en verliezers. In de STIR top 10 staan veel zwakke broeders op het gebied van visibility. Daarmee rijst de vraag of een groot bereiksportal met een zwakke visibility daadwerkelijk dat grote bereik bereikt.

10. Er komt een behoefte aan standaardisatie van visibility. IAB, STIR en BVA zullen het eens moeten worden over de manier van meten en afrekenen. Eerdere initiatieven (richting IAB) op dit gebied zijn nooit van de grond gekomen. Dit voorkomt ook dat exploitanten of dochterbedrijven van exploitanten eigen conclusies maken zonder de toets van validiteit, betrouwbaarheid, transparantie en onafhankelijkheid.

Gevaar aan banner visibility

Overigens kleeft er ook een gevaar aan visibility bij de ongecontroleerde toepassing van richmedia. Vooral het ongecontroleerd gebruik van DHTML layers, expandables, floorads en communicerende banners. Uiteraard kunnen deze vormen best smaakvol en effectief worden ingezet, zeker bij lagere contact frequenties, maar in de race om zichtbaarheid en toenemende vraag hiernaar kan het de bezoekers flink gaan irriteren. Sterker nog, uit onderzoek van Memo2 blijkt dat reclame over de content of buiten posities een voorname bron van irritatie is. Deze irritatie kan in lichte vorm en op korte termijn nog wel effectief blijken te zijn, maar moet niet worden overdreven. Tevens lijkt het met name sterke merken die met meer ongevraagde richmedia toepassingen lijken weg te komen.

Echt gevaar ontstaat indien uitgevers verschillende areas in hun ad management hebben gedefinieerd waardoor je bij elke vertical weer een andere overlay voor je kiezen krijgt. Een ander probleem is dat door wissen van geschiedenis de bezoeker meer dan de bedoeling hetzelfde overkomt. Dit probleem wordt steeds groter doordat nieuwe browser releases het wissen van geschiedenis ernstig vergemakkelijkt, dan wel dat het moeilijker wordt om überhaupt een cookie te plaatsen.

Er komt, na jarenlange stilstand in de ontwikkeling van online display, een stormachtige ontwikkeling.

– Display wordt qua omvang (veel) groter (in Nederland heeft bijv. de volkskrant inmiddels opgeblazen leaderboards, rectangles en skyscrapers laten plaatsen.

– De richmedia toepassingen zullen meer in de zin van streaming content en meer dynamische toepassingen gaan, in plaats van positie overstijgende en content overlappende technieken

– Uitingen qua functionaliteit mini-websites worden. Zoiets zie je eigenlijk al in de automotive sector, waarin banners introductieomgevingen zijn geworden waarin het interieur en exterieur van de auto kan worden bekeken, een virtuele proefrit kan worden gedaan en car configurators worden aangeboden.

– Posities genereren meer feitelijke zichtbaarheid en zullen derhalve beter in de website worden geïntegreerd.

– Meer aandacht voor de relatie tussen vertoning van activatiemateriaal en de relatie met Search hierin. (Conversie herleiding & attributie)

Adverteerders, bureaus en exploitanten hebben de snelheid van deze ontwikkelingen zelf in de hand. Veel exploitanten en uitgevers gaan al proactief en professioneel met deze materie aan de slag. De vraag is dus op langere termijn welk type exploitant en uitgever hierin de winnaars gaan worden. Er komt een revival van redactionele omgevingen, of in ieder geval omgevingen die zo zijn ingericht dat bezoekers het de moeite waard vinden om kennis te nemen wat er op de pagina staat, dan wel dat er technieken worden ingezet waarbij de bezoeker in zijn sessie wordt gevolgd met reclame materiaal.

Wat kunnen we nog meer verwachten?

Zichtbaarheid is iets absoluuts. Het staat in je scherm of niet. Je kunt het zien of niet. Maar het heeft ook iets relatiefs. Hoe zichtbaar is een banner in een omgeving naast 4 andere commerciële berichten? Kortom, er zal meer aandacht zijn voor share-of-voice van premium posities, wat resulteert in de verwijdering van laag renderend standaard IAB display (onkruid) op posities die afbreuk doen aan de opvallendheid van premium (en grotere) display.

Uiteindelijk zal echte premium dus ook pagina-exclusiviteit betekenen.

*drs. Marcel M.J.P. Vogels is oprichter en partner van E² Mediagroep Holding (o.a. MeMo² & Hottraffic) en voorzitter van de IAB Taskforce (Cross)Media Effectiviteit & ROI.

Dit artikel is het tweede deel in een reeks van twee. De vorige keer ging Vogels in op de oorzaken van gebrek aan banner visibility.

Voor diegene die zich interesseren in onderwerpen rondom visibility en media accountability is er een gratis event in het filmmuseum in Amsterdam op de 27 mei.

Deel dit bericht

4 Reacties

Martijn Betgem

Prima artikel. Banner visibility is de laatste jaren hard achteruit gegaan. Men klikt er in mindere mate op omdat men niet meer vertrouwd wat er qua inhoud achter schuil gaat. Belooft deze site wat de banner 'brult'? Ik werk zelf liever met tekstads.

Peter Luit

Ik vraag me in alle ernst af in hoeverre adverteerders, mediabureaus en uitgevers rekening houden met de psychologie van de bezoeker. Op de ??n of andere manier bekruipt mij het gevoel dat de media behoefte van de consument die de moeite neemt een site te bezoeken, niet – meer – centraal staat. Uiteindelijk is die bezoeker 'klant' van de uitgever, maar omdat de uitgever niet in staat is een verdienmodel te ontwikkelen voor on-line content, moet er geld uit een andere bron binnenkomen: de adverteerder. De uitgever moet de adverteerder overtuigen van hoge bezoekcijfers, want dan is kennelijk de cirkel rond. De uitgever verloedert zijn eigen merk, door de macht aan de adverteerder over te laten, die door de aangeboden technieken steeds verder zal gaan in het ongewenst afvuren van advertenties naar haar bezoeker. Ten gevolge daarvan zal de bezoeker zich steeds vaker afkeren van sites die niet meer gaan om de content waar hij of zij naar op zoek is en zich ongevraagd vaak een weg moet zien te vinden tussen alle – al dan niet moeilijk wegklikbare – advertenties. Advertentie management systemen en alle daaraan gekoppelde meetmethodieken zijn een voortvloeisel van de eind jaren '90, waarin adverteerders 'gereedschap' kregen om on-line adverteren meetbaar te maken. Meetbaar in wat? CPMS' en CPC's zijn nog steeds de meest toegepaste parameters, gecombineerd met diverse 'schakelaars', die de verschijning van een advertentie bij een bezoeker besturen. Zo spannend is dat allemaal niet. De vele op Flash gebaseerde technieken voor mini-sites en take-overs vragen misschien nog wat additionele meetgegevens, maar veel verder komen we niet. En binnen al die ontwikkelingen vergeten we de media consumptie tijd die een gemiddelde bezoeker over heeft voor een bezochte websites. Die is kort en zal onder invloed van genoemde ontwikkelingen in bovenstaand artikel alleen maar korter worden. Daarover hoor je geen enkele uitgever en adverteerder praten. De consument centraal! Ik denk dat de relatie tussen uitgever en adverteerders op het gebied van on-line eindigend is. Adverteerders zijn zelf steeds vaker en steeds beter in staat hun eigen merk(en) te branden. Daar zijn uitgevers niet meer voor nodig, tenzij de adverteerder zich meer ontwikkelt met 'personalized content marketing' en 'contextual marketing', dus relevantie toevoegen, waardoor advertenties richting relevante content worden omgebogen. Maar die ontwikkeling vergt een radicaal ander benadering, waarin de consument ook moet gaan leren te betalen voor relevante content en beloond wordt wanneer hij of zij iets doet met de aangeboden content met een commerci?le insteek. Die ontwikkelingen – die links en rechts hun eerste signalen laten zien – zullen afrekenen met alle alle bestaande meetmethoden. O ja, en de rol van het tussenliggende mediabureau is darmee al helemaal uitgespeeld. De adverteerder wordt zelf uitgever.

Barrie de Vries

@Pieter: dus wat de consument wil volgens jou is 'onverloederde' content en daarvoor willen ze betalen? Kan je dit misschien een beetje onderbouwen? Kan je bijvoorbeeld eens een voorbeeld noemen van een goed bezochte website, waarbij de adverteerder volledig verantwoordelijk is voor de content? Of, als de tijd daarvoor nog niet rijp is, misschien offline een voorbeeld van een succesvol programma/uitgave wat volledig is gemaakt door een adverteerder?  Volgens mij zit het als volgt in elkaar: Een adverteerder verkoopt iets en wil graag gezien worden op plekken die voor het stimuleren van die verkoop interessant zijn. Een uitgever geeft iets uit en creeert daarmee een plek waar de adverteerder zijn handel kan tonen. En de consument vindt het fantastisch dat hij nu al die content van die uitgever mag zien, zonder hiervoor te hoeven betalen. Hij neemt daarbij graag voor lief dat er op de website geadverteerd wordt.Hij kijkt toch ook naar een speelfilm op SBS, waar elke 20 minuten reclame is?

Peter Luit

@Barrie: uitgevers hebben het nagelaten consumenten te laten betalen voor hun content. We betalen ook voor muziek, films, games en applicaties. Allemaal via het web te verkrijgen. Natuurlijk is er een mate van illegaliteit, maar het is vreemd dat de uitgever het geld heeft laten liggen voor teksten en beelden. Nee, het gaat niet om websites waarbij adverteerders verantwoordelijk zijn voor de content, het gaat om de consument die kan aangeven welke relevante commerci?le informatie hij/zij wenst. Hetgeen je schetst is inderdaad de waarheid van vandaag, maar de adverteerder wil meer relavntie in het bereik, zij gaan zich langzaam maar zeker realiseren dat 'schieten met flash hagel' niet zo heel veel nut meer heeft. Raw impressions en CPM's zijn nog steeds de meeste gebruikte paramters. CPC's en CPA's staan op verre afstand. De adverteerder wil dat niet meer en de consument wil relevante infromatie, waarover hij/zij kan praten in soiciale netwerken en wil beloond worden op het moment dat hij/zij iets doet met die commeci?le content. Daar staat tegenover dat deze consument dan ook wel bereid is iets te betalen voor relevante gewenste redactionele content. 

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond