Deel dit artikel
-

De ondergang van het internet 27/11/2002 APELDOORN

Het internet begon globaal zo’n twintig jaar geleden als communicatienetwerk voor de Amerikaanse universiteiten onderling. Technische ontwikkelingen volgenden elkaar in sneltempo op en binnen zeer korte tijd werden naast universiteiten ook andere publieke organisaties aangesloten. Toen eenmaal de commercie zijn kansen rook op het internet, alsmede de mogelijkheid om afbeeldingen op eenvoudige wijze te tonen, kon de groei vrijwel niet meer worden gestopt. Als paddestoelen kwamen nieuwe websites op, en op diverse manieren werden mogelijkheden afgetast om optimaal gebruik te maken van het steeds mondialer wordende internet.

De kracht van het internet blijkt tevens de angel in het geheel. Het netwerk mag dan wel mondiaal zijn en gedragen worden door alle lagen van de bevolking, waar ook ter wereld, ook de criminaliteit kent zijn weg op het internet. Niet alleen grote, maar ook kleine criminaliteit. Grote, zoals voorbereidingen voor grote aanslagen zoals op 9/11 hadden lastiger plaats kunnen vinden als het internet de organisatie niet op zijn minst heeft kunnen helpen met informatievergaring, telebankieren en waarschijnlijk 1 op 1 communicatie. Toch lijkt nu de kleine criminaliteit uiteindelijk de nekslag voor de vrijheid op internet, en daarmee internet in zijn totaal. Het is namelijk vooral deze kleine criminaliteit die de lokale overheden en ondersteunende instanties de baas kunnen en dus hard bestraffen of daar de intentie toe hebben.

Enkele voorbeelden van slechts de afgelopen dagen:

http://www.nu.nl/news.jsp?n=81968&c=52

en

http://www.nu.nl/news.jsp?n=81754&c=50

Bovenstaande berichten getuigen van ingrepen van ‘lokale’ overheden of instanties, die het eigenbelang groter achten dan het algemene globale belang. Natuurlijk handelt het hier om ‘delicten’ die op lokaal niveau strafbaar kunnen worden gesteld, maar die mondiaal blijkbaar een andere weging genieten. De discrepantie hiertussen is de nekslag voor het internet.

Napster/ Kazaa

Peer to peer communicatie technieken hebben de laatste tweeënhalf, drie jaar een grote belangstelling genoten. Logisch, omdat met het delen van elkaar’s bestanden er een enorme bibliotheek ontstaat van allerlei bestanden, waar altijd wel hetgeen tussen zit dat men zoekt. Te denken valt dan aan foto’s en plaatjes van bepaalde zaken maar voornamelijk software, muziek en film bestanden. Door het delen van deze data beweren de gevestigde plaatenmaatschappijen omzet mis te lopen. In plaats van het gevaar te omarmen en er een creatieve mondiale oplossing voor te zoeken, zoals bijvoorbeeld de software industrie probeert middels licentiemodellen – die los staan van de media (CD, Tape, LP) zelf – kiezen de maatschappijen voor een lokale aanpak: BUMA STEMRA’s van diverse landen spannen onafhankelijk van elkaar allerlei rechtszaken aan richting de eigenaren van de peer-to-peer netwerken. De grote fout die daarbij gemaakt wordt is dat de bedenker’s van Napster en Kazaa uiteindelijk niet de eigenaar zijn van het netwerk, maar juist alle participanten, wat uiteindelijk neerkomt op (geschat) meer dan 70% van de internetgebruikers. De aanklachten zijn echter gericht op de bedenkers binnen een entiteit zoals de firma Kazaa, die bovendien lokaal gevestigd is, terwijl het gebruik internationaal word aangeboden en afgenomen en dus ondersteund. Er is echter geen algemeen globaal internet gerelateerd strafrecht. Hieruit volgend betekend het dat het dus per land gaat verschillen of iets wel of niet mag. In bovenstaand artikel is het gebruik van internet voor het delen en uitwisselen van MP3’s in Denemarken strafbaar gesteld met een erg hoge geldboete, terwijl 3 kilometer over de grens in Duitsland hetzelfde ‘delict’ ongestraft blijft. De ongelijkheid maakt het internet dus een onbetrouwbaar en dus minder populair medium.

Erotiek en geloofsovertuiging

Een andere drijfveer voor de populariteit van het internet is uiteraard de erotische sector. Net als de videoband 15 jaar geleden, speelt de beschikbaarheid van seksueel prikkelende zaken een grote rol in de groei van het medium.
Er zijn echter landen waar het bezitten en bekijken/lezen van zulke media evenals het belijden van bepaalde geloofsovertuigingen strafbaar is. In Spanje wordt al gesproken van een verbod op dergelijke sites, maar ook het artikel uit China hierboven spreekt hiervan. Ook hier komt het gelijkheidsbeginsel in het gedrang.

Krachtmeting

Toch zal de overlevingsdrang van het internet dat immers gevoed en ondersteund wordt door miljoenen gebruikers waaronder ook commercieanten en overheden zelf waarschijnlijk groot genoeg zijn om ontwikkelingen als boven geschetst tegen te gaan. Er is echter wel een dubieuze en gevaarlijke weg ingeslagen. De krachtmeting tussen de grote massa en de lokale overheden met hun beleid zal voorlopig nog aanhouden. Het is echter aan overheden die wel geloven in mondialisering om vooral de grootschaligheid en vrijheid van meningsuiting te steunen in plaats van tegen te werken.

Mondiale Internatonale aanpak

Hoewel ikzelf voorstander ben voor zelfregulering en dus nauwelijks of eigenlijk geen bemoeienis van de overheden met het internet; een écht serieuze aanpak zou het zijn als het internet als mondiaal ‘land’ zou worden behandeld en gekanaliseerd. Eigendom van alle landen. Wellicht in handen van de Verenigde Naties. Alle rechtszaken handelend over zaken via, middels, of over het internet zouden dan moeten worden behandeld en/of bestraft volgens het strafrecht van dat ‘land’ – de Verenigde Naties of soortgelijke mondiaal instituut – Alleen dan kan men spreken van mondiale rechtsgelijkheid en dus beperkingen maar voornamelijk vrijheden voor iedereen op het internet, en niet geografisch bepaald. Het zal de groei en de populariteit van internet weer ten goede komen.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond