Deel dit artikel
-

b2b2c2c2b

Door Job Franken

Het is koninginnedag. Overal in Nederland nemen mensen hun oude of overbodige spullen mee de straat op om ze aan voorbij slenterende, keuvelende en etende voorbijgangers te verkopen. De vrijmarkt is een aardig Nederlands gebruik dat al weet-ik-veel-hoe-lang bestaat. Vergelijkbare manieren van handel drijven, waarbij consumenten dus handelen met consumenten, zijn terug te vinden in ruilbeurzen en braderieën.

Echter, wordt dit op internet gedaan, dan heet het B2C ('bietoesie'), is er ineens sprake van een nieuw en revolutionair business model, en besteden consultants en specialisten er de nodige (?) aandacht aan. Leuk, maar helemaal nieuw is dit model dus niet. Internet voegt echter wel degelijk nieuwe aspecten toe. Zo is het bijvoorbeeld via veilingsites mogelijk om je op grote schaal, niet gehinderd door enige fysieke barrière, te bieden op producten of diensten die worden aangeboden door andere consumenten. Dit is een van de belangrijke effecten van de digitale revolutie; consumenten herdefiniëren de rol die zij spelen in commerciële processen. Zo vervullen we niet meer alleen de rol van vrager, maar ook van aanbieder. Daarnaast zijn vragers door toepassing van internet technologie in staat zich beter te organiseren, waardoor er een machtsverschuiving ontstaat. Bedrijven zien deze markt ontstaan en worstelen met de vraag hoe zij ook een graantje kunnen meepikken van deze 'nieuwe' marktplaats. Totnutoe is de enige rol die het bedrijfsleven vervult, de rol van intermediair. Logisch, want het aanbod is zo groot en zo verspreid, dat het organiseren van het aanbod een logische eerste stap is.

Interessanter wordt het wanneer consumenten zich niet alleen ten opzichte van andere consumenten als aanbieder gaan opstellen, maar dit ook gaan doen naar bedrijven. Dit lijkt een logische volgende stap en in het kader van de consistentie past de term 'C2B' hier wel bij. Immers als consumenten hun rollen op andere manieren invullen, waarom zou dat dan niet op kunnen gaan voor bedrijven? Ook dit is niet helemaal nieuw. Wij verrichten immers al eeuwen lang arbeid en vervullen daarmee een vraag van bedrijven. Internet biedt mogelijkheden die verder gaan. Zo ben ik zelf erg enthousiast over 'user generated content', content die door gebruikers wordt gemaakt en aangeboden aan bedrijven, die het eventueel bewerken, organiseren en publiceren. Simpele voorbeelden zijn chatboxen of online forums. Maar vergeet de familiekiekjes niet, het videootje van de laatste barbecue, pornografisch materiaal (laten we die realiteit ook maar eens onder ogen zien) of reisverslagen. Het is nu mogelijk deze enorme content pool te ontsluiten en commercieel in te zetten.

Twee kanttekeningen dienen hier te worden geplaatst. Allereerst is er de kwaliteitskwestie. Niet alle consumenten hebben evenveel talent voor het maken van leuke content. Enerzijds is dit nu juist de charme, anderzijds zit niemand te wachten op echte troep. Hier kan het bedrijfsleven op inspringen door de content selecteur en organisator te worden. De andere grote vraag blijft hoe consumenten hier ook geld aan kunnen verdienen. In dat kader voel ik veel voor een afgeleid model waarin consumenten content beschikbaar stellen en worden afgerekend op enerzijds de kwaliteit (gradaties) en anderzijds het verkoop/publicatie succes van de door hen geproduceerde content. De afrekening is dan voor zowel bedrijf als consument fair (juiste criteria) als logisch (revenue voor bedrijf betekent revenue voor consument).

Maar ach, of het nu B2C heet, B2B, C2B of C2C, het blijft handel en daarin geldt dat succes komt voor de snellen en de slimmen. U misschien? E

Job Franken is CEO van Blended Media

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond