“Burn rate verminderd in Europa”

Internetbedrijven kunnen langer vooruit met het geld dat ze in kas hebben dan enkele maanden geleden. Dat blijkt uit onderzoek van PricewaterhouseCoopers naar de burn rate van 150 Europese internetbedrijven. Er is meer nadruk op financieel management en op winstgevendheid, zo constateert het onderzoeksbureau. Ook wordt gemeld dat Duitsland het belangrijkste internetland van Europa aan het worden is, Nederland staat op de vijfde plaats.

Voor het onderzoek ? verricht in samenwerking met e-business consultants Fletcher Advisory – is alleen gekeken naar de 150 grootste beursgenoteerde internetbedrijven die in Europa zijn gevestigd. Vanuit Nederland zijn zeven bedrijven opgenomen in de top 150.

"Een kleine groep, maar wel representatief," stelt Mathew Wild partner bij de afdeling Business Recovery Services van PricewaterhouseCoopers. De namen van onderzochte bedrijven worden niet bekend gemaakt, omdat enkelen tot de klanten van PricewaterhouseCoopers behoren. Wild: "Die zullen niet altijd blij zijn met de uitkomst." Overigens blijkt dat een bedrijf in het onderzoek als internetbedrijf wordt aangemerkt als de helft van de activiteiten op internet plaatsvindt.

Duitsland wordt in het onderzoek het internetland van Europa genoemd. Van de 150 onderzochte bedrijven blijken er 56 in Duitsland gevestigd te zijn, de helft daarvan is winstgevend. Engeland staat op een tweede plaats met 35 bedrijven, gevolgd door Frankrijk (19), Zweden (13) en een gedeelde vijfde plaats voor Nederland en Finland (7).

De onderzoekers keken naar de investeringen die in een bedrijf werden gedaan, naar de hoeveelheid geld die een bedrijf uitgaf en naar welke business-models er gehanteerd werden. Aan de burn rate werd het succes van een internetbedrijf afgemeten. "Het is geen perfect middel," geeft Wild toe, "maar het geeft een beter inzicht dan bijvoorbeeld winstgevendheid." Een deel van de bedrijven bleek zich dus ? buiten verwachting van PricewaterhouseCoopers ? al aan het criterium te onttrekken. Met name de 'services software sector' blijkt het goed te doen. Minder geldt dit voor de isp's, die sinds januari 47 procent van de totale investeringen opslorpten. "De burn rate bij deze bedrijven groeit alleen maar. Ze hebben nog een lange weg te gaan voordat ze 'veilig' zijn."

In de gevarenzone blijken met name de b-to-c bedrijven te zitten. "Zij raken gemiddeld in 15 maanden door hun geld, terwijl dit voor de b-to-b sector 23 maanden is. Van alle onderzochte bedrijven bevindt 10 procent zich in de gevarenzone." Met name de marketinginspanningen jagen de b-to-c bedrijven op kosten. Gemiddeld besteden ze twee keer zoveel aan marketing als b-to-b bedrijven. Maar het onderzoek biedt ook hoop, aldus Wild. "De bedrijven zijn beter georganiseerd sinds het laatste onderzoek en er wordt nog volop geïnvesteerd."

Onderzoek naar de vraag of de bevindingen ook gelden voor kleinere internetbedrijven is niet gedaan, aldus Wild. "Maar ik denk dat ook zij zich erin kunnen herkennen." Over een vergelijking met andere delen in de wereld, met name de Verenigde Staten, kan hij geen uitspraak doen. Ook andere onderzoeks- en consultancybureaus – zoals AndersenConsulting – kunnen daar geen duidelijkheid over verschaffen.