Deel dit artikel
-

Cassatieverzoek collectieve beheersorganisatie LIRA in kabelarrest afgewezen

De Hoge Raad ziet geen aanleiding om de kabelprocedure van LIRA, een collectieve beheersorganisatie in Nederland voor auteurs van teksten, in behandeling te nemen.

Op 13 februari 2019 heeft LIRA cassatie ingesteld in de kabelprocedure tegen een aantal kabelexploitanten en de organisatie RODAP, nadat het Amsterdamse gerechtshof in november 2018 uitspraak had gedaan in deze zaak.

Aanleiding voor de rechtszaak tegen de kabelexploitanten was dat deze in 2012 waren gestopt met het betalen van kabelvergoedingen voor de bij LIRA aangesloten schrijvers.

De rechtbank stelde LIRA in 2014 grotendeels in het gelijk en oordeelde dat de kabelaars weer een regeling moesten treffen met LIRA over de vergoedingen voor de schrijvers.

De kabelexploitanten en RODAP (een samenwerkingsverband van Nederlandse film- en tv-producenten, publieke en commerciële omroepen en distributeurs) gingen echter in hoger beroep. Het gerechtshof stelde dat de makers weliswaar nog altijd recht hebben op de gebruikelijke vergoeding voor het verspreiden van hun werk via kabel, maar oordeelde dat dergelijke vergoedingen voor scenarioschrijvers in principe via de producenten zouden moeten lopen.

De producenten bleken desgevraagd echter ook niet bereid om de achterstallige kabelvergoedingen aan de makers te betalen en pogingen om tot een schikking te komen liepen op niets uit.

De Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan van Nederland, moest gaan bekijken of het gerechtshof juist heeft geoordeeld en of LIRA gerechtigd is de achterstallige kabelvergoedingen alsnog bij de kabelexploitanten te incasseren.

De Hoge Raad blijkt vorige week het cassatieverzoek echter te hebben afgewezen. Het vonnis van hoger beroep blijft daarmee overeind.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond