De opvolger van SMS

MMS moet, als opvolger van SMS, de ingezakte verkoop van mobiele telefoons weer op gang brengen. Zal dat lukken?

Ben is als eerste in Nederland begonnen met MMS (Multimedia Messaging Services), een dienst waarmee tekst, geluid, animaties en in principe ook foto's verzonden kunnen worden naar andere mobiele telefoons of naar een e-mailadres. Dit jaar is de dienst nog gratis, maar vanaf volgend jaar kost een bericht 0,60 euro voor prepaid gebruikers en 0,50 euro voor abonnees.

Ben sluit zich aan bij 28 telecombedrijven (waaronder T-Mobile) die in vijftien landen al eerder met MMS zijn begonnen. In Nederland hebben inmiddels – na de start van Ben met MMS – ook O2 en Vodafone een dienst voor MMS gelanceerd.

De telecomindustrie verwacht dat het hard zal gaan met MMS. Karl-Pekka Wilska, directeur van de Amerikaanse tak van Nokia, denkt dat dankzij MMS de markt voor mobiele toestellen volgend jaar met vijftien procent zou kunnen groeien. "Nokia wil ongeveer de helft van zijn toekomstige toestellen geschikt maken voor MMS", weet product manager Stephan van Leeuwen van Ben. "Alleen al in Nederland heeft Nokia een marktaandeel van veertig procent. Als die toestellen er eenmaal zijn, verwachten we een sterke groei van het gebruik." Ben houdt rekening met drie miljoen verstuurde berichten in 2003 en 68 miljoen in 2005. Dat optimisme is vooral gebaseerd op het enorme succes van SMS, dat goed is voor ruim honderdvijftig miljard verstuurde berichten per jaar, aldus Gartner.

Als berichtendienst kent SMS belangrijke beperkingen: er kunnen maar 160 tekens per bericht worden verzonden en multimedia wordt niet ondersteund. Fabrikant Nokia introduceerde om die reden al eens het ook nu nog steeds beschikbare Smart Messaging, dat op zijn beurt weer concurrentie kreeg van EMS (Enhanced Messaging Service). Niet alle mobiele toestellen ondersteunen EMS, en sommige fabrikanten hebben de technologie zelfs overgeslagen om zo snel mogelijk MMS te kunnen introduceren. Multimedia Messaging is niet alleen geschikt voor het gebruik van multimedia in de meest brede zin van het woord, het fungeert tevens als e-mail. De standaard is dan ook gebaseerd op e-mailprotocollen SMTP en MIME. Telecombedrijven en dienstenaanbieders als KPN, Ben en Vodafone hebben fors geïnvesteerd in Multimedia Messaging Service Centers (MMSC), apparatuur die nodig is om berichten op te slaan.

De huidige technische infrastructuur is echter nog niet optimaal, zo zeggen kenners. Doordat zeer uiteenlopende software wordt gebruikt, is het niet gezegd dat een KPN-toestel automatisch een MMS-bericht van een Ben-toestel kan ontvangen. Bedrijven als Unisys hebben recentelijk gepleit voor een aparte hub die het MMS-verkeer zou moeten regelen en de inhoud afstemt op het type toestel. Op deze manier zou ook een brug kunnen worden geslagen worden tussen i-mode en MMS, zodat i-mode-gebruikers MMS-fotoalbums zouden kunnen raadplegen. Carlo d'Asaro Biondo van Unisys spreekt over een "chaotische situatie" die snel moet worden opgelost, zeker als men videoberichten wil gaan versturen. VideoMMS gaat pas spelen bij snellere 3G-netwerken.

SMS-shows op tv

De interoperabiliteit is ook de zorg van de Open Mobile Alliance, die in juni al eens in Vancouver bijeen kwam om standaarden af te spreken over alle mobiele data, inclusief MMS. Één ding staat vast: SMS zal de komende vijf jaar zeker niet door MMS worden verdrongen. Consumenten blijven de meeste elektronische mededelingen per SMS verzenden, zo verwacht marktvorser Forrester. Bovendien worden vooral omroepen steeds meer afhankelijk van SMS. Zij creëren extra inkomsten door kijkers via SMS te laten reageren op programma's. De Filippijnse televisie zendt na tien uur 's avonds zelfs al niets anders meer uit dan SMS-shows.

Afrekenmodellen

Telecombedrijven eisen nu nog circa vijftig procent van de door omroepen gegenereerde inkomsten op, maar de verwachting is dat door de toenemende concurrentie hierin snel verandering zal komen. Bovendien heeft MMS weer zo zijn eigen beperkingen: niet alleen liggen de kosten van het toestel en de berichten veel hoger dan bij SMS, ook is de tariefstructuur (nog) aan beperkingen gebonden. Aanbieders willen gebruikers het liefst afrekenen op de marktwaarde van inhoudelijke toepassingen, en op de hoeveelheid verstuurde data. Voor een plaatje van Britney Spears zou bijvoorbeeld meer gevraagd kunnen worden dan voor een foto van een mindere ster, maar technisch is dat op dit moment nog moeilijk te realiseren.

MMS leent zich ook uitstekend voor reclame, maar vanwege de opt-in regelgeving van de Europese Commissie – waarbij reclame niet zonder toestemming van de ontvanger mag worden verzonden – zijn de mogelijkheden op dit gebied beperkt. "Ik vind het goed dat er afspraken komen", zegt Pim van der Feltz van Ben. "In Engeland is het een tijdje erg populair geweest om reclameberichten via SMS te versturen, maar de consument had er al gauw genoeg van."

Ben heeft al wel met bedrijven gesproken die diensten zouden kunnen aanbieden via MMS, maar de markt is daar nu nog niet rijp voor, zegt Van der Feltz. "3500 gebruikers is natuurlijk nog niet zo veel." Niettemin ziet Van der Feltz tal van mogelijkheden. Makelaarskantoren zouden bijvoorbeeld plaatjes van woningen kunnen tonen. Eerst zal Ben zijn klanten voor MMS enthousiast moeten zien te maken. Consumenten kunnen binnenkort, ook als ze geen MMS-toestel hebben, op internet met behulp van 'composers' toch een MMS-bericht samenstellen en versturen. MMS zal de consument ook moeten voorbereiden op de komst van het multimedianetwerk UMTS, dat door de penibele financiële situatie van de telecomindustrie voorlopig nog wel op zich zal laten wachten.