Een derde van alle Nederlanders heeft een robot

In totaal heeft iets meer dan een derde van alle Nederlanders een robot. Onder 25- tot 34-jarigen is het bezit van een robot hoger. Daarmee loopt Nederland achter op andere onderzochte landen wat betreft het gebruik van huishoudrobots, zo blijkt uit onderzoek van reichelt elektronik.

De robots worden door 25- tot 34-jarigen het meest gebruikt voor schoonmaken (35 procent) en tuinonderhoud (36 procent). Van alle ondervraagden geeft 28 procent aan dat ze robots gebruiken voor games.

De algemene bevolking ziet vooral de volgende voordelen: Hulp bij fysiek zware arbeid (62 procent), tijdsbesparing (52 procent), het uitvoeren van monotone taken (40 procent), automatisering van bepaalde taken om het dagelijks leven te vereenvoudigen (37 procent).

Het oordeel over robots is in het algemeen positief. Toch kan slechts 15 procent van de ondervraagden zich voorstellen dat ze in de komende twaalf maanden een robot voor hun huishouden aanschaffen.

De prijs van de robots ontmoedigt velen om tot aankoop over te gaan, 58 procent vindt robots te duur. Meer dan de helft (51 procent) heeft er nog geen behoefte aan en meer dan een tiende (12 procent) heeft geen vertrouwen in robots.

Bijna de helft (44 procent) van de Nederlanders heeft aangegeven maximaal tussen de 100 en 500 euro aan een robot besteden. Daarnaast overweegt 30 procent een budget van 500 tot 750 euro. Maar liefst 10 procent zou tussen 750 en 1000 euro uitgeven aan een robot.

Uit het onderzoek blijkt ook dat de respondenten vooral vertrouwen hebben in robots in de zorgsector. Een op de twee kan zich de mechanische ondersteuning van verplegend en ziek personeel (53 procent) of oude en zieke mensen (50 procent) voorstellen. Bijna 30 procent is voorstander van het gebruik van robots in de revalidatietraining.