‘We leven in een API economie’

Er ontstaat een complete economie op basis van de Application Programming Interface (API), een standaard die de uitwisseling van data mogelijk maakt. Dat vertelde oprichter Ross Mason van MuleSoft op Dreamforce, het jaarcongres van Salesforce.

API’s bestaan al vele jaren, maar de doorbraak is volgens Mason dat grote traditionele bedrijven als Unilever en Coca Cola hun data via API’s ter beschikking gaan stellen. “Als je in het verleden data wilde uitwisselen, moest je eerst maanden onderhandelen, nu is het een kwestie van aansluiten.”

Mason stond zelf aan de wieg van de API economie. Hij begon als een gefrustreerde IT ontwikkelaar op Malta. In 2006 klaagde hij nog tegen zijn vrouw dat ‘hoe dom alles was’.

Elke keer als Mason data tussen twee toepassingen wilde laten uitwisselen moest hij ‘bergen verzetten’. En dus ontwikkelde Mason een open source-tool Mule, die het ‘ezelswerk’ uit handen moest nemen bij het ontwikkelen en koppelen van API’s. Dat sloeg aan en in 2016 had het bedrijf al meer dan duizend klanten.

In maart werd bekend dat het Londense bedrijf voor 6,5 miljard dollar in handen zou komen van Salesforce. MuleSoft moet helpen bij het versterken van de Salesforce Integration Cloud.

Mason vergelijkt API’s met legoblokjes. Met simpele blokjes kun je zeer complexe systemen ontwikkelen. API’s zijn volgens Mason essentieel voor bedrijven die snel willen groeien. Zij kunnen met minimale middelen hun data delen met anderen of data van derden zelf gebruiken.

Inmiddels is er volgens Mason sprake van een levendige API economie, die vooral is gebaseerd op transacties. Stripe is daarvan een voorbeeld als het om het verwerken van betalingen gaat, maar een andere toepassing zijn de API’s die ervoor zorgen dat uiteenlopende apparaten kunnen communiceren met Alexa.