Deel dit artikel
-

Wikinomics-wereld

De Amerikaanse auteurs Tapscott en Williams duiken in het fenomeen ‘wikinomics’ dat zelfs tot de algemene wereldproblematiek doordringt. Het nieuwe kabinet zou dit boek moeten lezen, stelt Yuri van Geest.

“Whether designing an airplane, assembling a motorcycle, or analyzing the human genome, the ability to integrate the talents of dispersed individuals and organisations is becoming the defining competency for managers and firms. And in the years to come, this new mode of peer production will displace traditional corporation hierarchies as the key engine of wealth creation in the economy.”

Een quote uit het boek Wikinomics – How Mass Collaboration Changes Everything van Don Tapscott en Anthony Williams. Tapscott is een bekend auteur in de digitale wereld met successen als The Digital Economy, The Naked Corporation en Growing Up Digital. Daarnaast is hij ceo van New Paradigm, een strategisch adviesbureau. Anthony Williams is onderzoeksdirecteur bij dezelfde onderneming. Het boek bevat interviews met vooraanstaande ondernemers en denkers als Cory Doctorow, Shai Agassi, Larry Lessig, Ross Mayfield, Philip Rosedale, David Pescovitz, Eric Schmidt, Linus Torvald, Jimmy Wales, David Sifry en Kim Polese.

Mondiaal brein

Kerngedachte van het boek is dat de omgeving van een onderneming veel meer weet en kan dan diezelfde onderneming zelf. Uiteraard was dit in het verleden vaak ook het geval, maar de urgentie om die omgeving nu aan te spreken is groter. Bovendien is door de opkomst van digitale netwerken veel meer mogelijk. Open innovatie is het credo, wat tot uiting komt in termen als openheid, peering, delen en mondiaal opereren.

Goede ideeën en oplossingen kunnen overal vandaan komen: studenten, hoogleraren, klanten, concurrenten, partners, leveranciers, iedereen met een internetverbinding. Interessant is het gedachtegoed van digitaal visionair Kevin Kelly die stelt: “We are the Web.” Wij programmeren het web steeds meer zelf, remixen content en maken links aan zoals connecties tussen neuronen in een mondiaal brein. Dit exponentieel uitdijende mondiale brein is een onuitputtelijke bron voor creativiteit en innovatie.

Web 2.0-ondernemingen

Het boek sluit naadloos aan bij de principes van web 2.0-ondernemingen als YouTube, Yahoo en Linkedin Answers, del.icio.us, Flickr en Wikipedia. Denk daarbij aan open api’s, user generated content, peer production, tagging, blogs, sociale netwerken en rss. De nieuwe rss-remix tools zoals Yahoo Pipes zullen de open innovatie nog verder stimuleren, aangezien zij de ‘democratisering’ nog verder in hand werken. Verder zullen gratis sociale netwerksoftwareoplossingen als het populaire Ning hier een aanvullende rol in kunnen spelen.

Het gebruik van online community’s is nu met name relevant voor informatie- en entertainmentproducten en publieke goederen als auto’s, gadgets en kleding. Die publieke goederen zijn lovemarks met een grote zichtbaarheid in het publieke domein. Tapscott en Williams schetsen in dit boek echter een beeld dat deze community’s ook voor private consumentengoederen een grotere rol gaan spelen.

Zo haalt Proctor & Gamble nu al 35 procent van zijn innovaties uit externe bronnen, terwijl dit vijf jaar eerder nog maar 15 procent was. De auteurs stellen zelfs dat alle economische sectoren door de waarde van de massa zullen worden beïnvloed. Daarbinnen raakt het hrm, ict, productie, marketing, distributie en bovenal r&d en innovatie.

Ook het onderwijs, wetenschap en eLearning komen aan bod. Eind jaren negentig hadden we websites als Saba en DigitalThink. Nu hebben we gratis OpenCourseWare (OCW) van MIT en inspirerende en leerzame video’s van toonaangevende experts op YouTube, Google Video (let vooral op Google Tech Talks!) en TEDtalks.Wat dit allemaal betekent is niet gering. Mensen kunnen meer hun intrinsieke motivatie volgen, versneld leren van de grote namen. Innovatie accelereert dus. Dit maakt mass collaboration een zichzelf versterkend proces.

Filantropie

Ook op ander gebied kan dit fenomeen goede diensten bewijzen: het oplossen van wereldproblemen via WIserEarth en Open Architecture Network. Deze nieuwe vorm van filantropie is bemoedigend gezien de uitdagingen die ons worden gesteld. Het effect van de opwarming van de aarde als hoofdonderwerp tijdens het Wereld Economisch Forum in Davos in januari 2007 lijkt als een sneeuwbal door te rollen. Eerder zagen we dit ook bij initiatieven als WorldChanging. Naar mijn idee worden dit soort non-profit initiatieven sterker in het benutten van mass collaboration dan commerciële activiteiten de komende jaren. Het heeft een hogere authentieke waarde, iets wat voor jongeren steeds belangrijker lijkt te worden.

Wat is de invloed van wikinomics op werknemers? Professionals en managers binnen organisaties worden meer ‘enablers’ van kennisaccumulatie op mondiale schaal. Zij weten zelf niet meer alles, erkennen dit en weten kennis op een nieuwe schaal te bundelen. Ze worden experts in de succesvolle integratiemechanismen van Wikipedia, zoals haar sociaal-culturele normen, review-structuren en technische controles. Daarnaast zullen sociaal-communicatieve, emotionele en culturele intelligentie vanuit dit licht belangrijker worden. De wikinomics-wereld wordt gedreven door zachte factoren.

3D-werelden

Ik vraag mij af wat de invloed van 3D-werelden als Second Life op peer production is. Wanneer mensen in een virtuele wereld immers alles kunnen maken, kan dit bewustzijn naar mijn idee doorsijpelen naar de fysieke wereld. Daar willen zij dan wellicht ook meer produceren.

Andere vragen die opkomen zijn: Hoe kan een onderneming nu op praktisch vlak inspringen op mass collaboration? Hoe kan een onderneming concepten en ideeën testen en uitwerken? Hoe wint een commerciële organisatie het vertrouwen van de massa en met name van de actieve gebruikers? Wat is het concurrentievoordeel wanneer innovatie uit het netwerk of de markt komt waar concurrenten ook actief zijn? Hoe bepaalt een onderneming welk intellectueel eigendom gesloten moet blijven en welke moet worden opengesteld? Wat is de rol van kerncompetenties in dit verband? Dit wordt in dit boek helaas niet uitvoerig behandeld. Nieuwe kabinet

Wikinomics is een boeiend, redelijk overtuigend, conceptueel, soms vernieuwend, helder en serieus geschreven boek. Nadelen zijn enkele technische slordigheden, de oppervlakkige inhoud van enkele hoofdstukken en dat het zich richt op mensen die nog weinig van web 2.0 weten. Het borduurt voort op het werk van Howard Rheingold, Henry Jenkins, Eric von Hippel, James Surowiecki, Yochai Benkler, Alvin Toffler en Chris Anderson met enkele aansprekende case studies als TakingITGlobal, GeekSquad, P&G, CollabNet, Scorecard, Boeing, BMW, Innocentive, Yet2, Goldcorp en Lego. Juist deze cases zijn de kracht van het boek.

Een boek geschikt voor lezers van Emerce en bovenal voor managers uit traditionele ondernemingen. Eigenlijk zou het nieuwe kabinet dit boek moeten lezen om een nieuwe visie voor Nederland neer te zetten. Modern, duidelijk en bovenal meer open. De winnaars van de verkiezingen hadden een aantal zaken gemeen: samenwerking, gemeenschap en authenticiteit. Precies de kenmerken van wikinomics. Kenners van web 2.0 kunnen echter beter terecht bij auteurs als Henry Jenkins en Yochai Benkler. Of nog beter op Google Tech Talks of een wiki over web 2.0.

Deel dit bericht

1 Reactie

Gied Hermsen

correctie: de auteurs zijn geen Amerikanen; Tapscott is Canadees en woont in Toronto, Williams is Engels en woont in Londen…

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond